o De wereld als een machine
o Vanaf 1500
o Hoogste punt : golden sixties
o Moderne wereldbeeld = liberale wereldbeeld
o Opkomst van de wetenschappen
Het moderne wereldbeeld is dat van de wereld als machine: een kijk op de
samenleving en het heelal
als atomair krachtenveld en als vrije ruimte. Het is het beeld dat in de westerse
maatschappij aan het
eind van de (christelijke) middeleeuwen (omstreeks 1500-1600) geleidelijk aan,
maar onstuitbaar,
doorbreekt. Het bereikt zijn hoogtepunt (meteen begin van het verval) in de
golden sixties. In elk geval
is de overgang van traditioneel naar modern wereldbeeld misschien wel hét
scharniermoment van
onze westerse beschaving, en de sleutel tot een goed begrip van onze huidige
tijd.
1. dieptebeschrijving
Hoe zit de werkelijkheid in elkaar?
Wie is de mens? ( antropologie )
Is er een god en wie is die god?
In de moderne cultuur veranderen de antwoorden op de eeuwige vragen grondig. Dit
wordt allereerst
duidelijk in de opkomst van de wetenschappen
1.1 Over de werkelijkheid = analyseerbaar mechanisme + de hoevraag
word belangrijk
Het wetenschappelijke denken stelt niet meer de waaromvraag, maar wel de
‘hoevraag’. Analyseren,
wat betekent opdelen in kleine stukjes, wordt het toverwoord. Van daaruit zal men de
werkelijkheid
gaan zien als een mechanisme of een machine. In de 18de eeuw schreef de Franse
filosoof Denis
Diderot (1713-1784): "De wereld heeft geen heilig karakter. De wereld is een
machine met haar wielen,
haar kabels, haar katrollen, haar veren en gewichten." Typisch is het beeld van
Charlie Chaplin in de
film Modern Times.
Eigen aan een mechanisme (denk aan een automotor) is dat het kan worden
opgedeeld in losse
elementen, zonder dat daarmee het mechanisme wordt vernietigd. Vanuit de hoe-
vraag gaat men de
1
, oorzakelijke verbanden na tussen de diverse onderdelen van het mechanisme.
Inzicht daarin geeft
ook de mogelijkheid tot ingrijpen in de werkelijkheid (techniek).
Maatschappelijk wordt de wereld opgevat als een open, vrij (krachten)veld, een
terrein van gelijkheid
(zonder piramidestructuur of voorgegeven rangen of standen) en volledige
bewegingsvrijheid. (cfr. de
ontdekkingsreizen, kolonisaties; de economie van de vrije markt; de sociale vrijheid
van de burger...).
1.2 Over de mens = autonoom eenzaam object + vertrekt vanuit de twijfel
vanuit deze werkelijkheidsopvatting staat de mens voortaan als een eenzaam subject
tegenover een
gemechaniseerd object. Niet langer vertrekt hij vanuit een verwondering en
bewondering ten opzichte
van een harmonieuze kosmos om zo binnen te treden in het mysterie van een
alomvattende
werkelijkheid. Voortaan vertrekt hij vanuit de twijfel, niet alleen aan alles wat hij
waarneemt maar ook aan alles wat vanuit de traditie is overgeleverd, om zo
zekerheid en macht te verwerven over een meetbare werkelijkheid. En het enige
wezen dat daartoe in staat wordt geacht, is hijzelf. Vanaf de moderne tijd verklaart
de mens zich autonoom. In zijn denken is de mens zeker van zichzelf. Aan de
kracht van zijn denken ontleent hij zijn autonomie. "Ik denk, dus ik besta"
(Descartes).
1.3 Over god = van meester constructeur over agnosticisme en deisme
naar atheisme
Aan het begin van de moderne tijd lijkt er nog geen vuiltje aan de lucht. De
Renaissance legt de nadruk
op de menselijke autonomie, maar die mens blijft ten dienste staan van het plan
dat God voor de
wereld heeft gemaakt. God is de meester-constructeur. Vrij snel verandert de
teneur. God wordt 'een
schepper met de rug naar zijn schepping': een agnostische (twijfelende:
bestaat Hij of bestaat Hij
niet?) en deïstische Godsopvatting (voor de deïst staat God wel nog aan de
oorsprong van de wereld,
die hij evenwel onmiddellijk nadien de rug toekeert). God wordt gezien als een
horlogemaker.
Vervolgens verdwijnt hij helemaal (atheïsme): de gemechaniseerde wereld heeft
aan de hypothese
van een scheppende God geen behoefte meer. De drie grote 'meesters van het
wantrouwen' (Karl
Marx, Friedrich Nietzsche en Sigmund Freud) bestrijden het godsgeloof als
datgene wat de mens
vervreemdt van zichzelf. God is een projectie. Wie naar God vraagt, verbindt die
vraag altijd met de
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller katodanneels. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.97. You're not tied to anything after your purchase.