Wetenschapsfilosofie voor psychologen
Uitwerkingen van hoorcolleges
Hoorcollege 1
Inleiding en antieke filosofen
1. Wat is filosofie?
Er zijn veel verschillende antwoorden mogelijk:
a) Conceptueel onderzoek
Er zijn meerdere wereldbeelden, bijvoorbeeld wetenschappelijk, normaal of manifest,
en deze worden geleverd door empirisch (wetenschappelijk) onderzoek. Je vraagt wat
iemand met de term of het concept bedoelt en je vraagt hoe de wereld wordt
geïnterpreteerd.
Je doet een analyse van wat je al weet
b) Conceptuele verheldering
Ook hier vraag je wat iemand met de term of het concept bedoelt. Hierbij ga je echter
een stap verder, je kijkt naar de wetenschap om de concepten bij te stellen.
c) Geldigheidswetenschap
In de wetenschap worden veel fundamentele concepten gebruikt, zoals kennis,
causaliteit etc. Maar zijn deze concepten wel geldig? Gebruiken we dit begrip wel
terecht of juist? Is het wel geldig?
d) Perspectiefwisseling
Op de middelbare school wordt het vak filosofie onder andere gebruikte voor
perspectiefwisseling.
e) Zoektocht naar de waarheid
In het oude Griekenland ging het er met name om wie iemand het beste kon
overtuigen door middel van argumenteren. Het ging erbij niet dus op de waarheid.
f) Alles hierboven…
Waarschijnlijk is het dit wel allemaal, maar dan samengevoegd. Er zijn wellicht nog wel
meer antwoorden mogelijk.
2. Wat is wetenschapsfilosofie?
De wetenschapsfilosofie kijkt op een filosofische manier naar wat wetenschap is, wat
wetenschap doet en wat wetenschap aan kennis geneert. We weten echter niet precies wat
wetenschap is en wat de eigenschappen zijn, daarom we kritisch blijven denken en kijken of
het wetenschappelijk is bewezen.
3. Wat is het belang van wetenschapsfilosofie voor niet-filosofen?
Psychologie heeft de status van wetenschap, maar wat wordt hier mee bedoeld? Klopt dit
wel? Je moet een kritische houding in kunnen nemen ten opzichte van je eigen studie.
En daarbij speelt wetenschap een belangrijk rol in de samenleving, want het heeft een
monopolie op kennisverwerving, maar is dit wel terecht?
,4. Kennisleer: rationalisme vs empirisme debat
Kennisleer, ook wel epistemologie, bestaat uit drie vragen:
1. Wat is (zekere) kennis?
2. Hoe kunnen we die kennis rechtvaardigen?
3. Wat is de bron van de kennis?
Er zijn twee posities ingenomen: rationalisme en empirisme.
Scepticisme: kunnen we wel echte kennis hebben? Wat weet je zeker? Niets?
Het scepticisme slaat terug op Socrates die mensen ging ondervragen op het marktplein. Hij
stelde vragen bij de gevestigde, vaak mythologische opvattingen. Hij vroeg constant door en
kwam hiermee tot de conclusie dat we misschien wel niets zeker weten.
4.1 Rationalisme
Het rationalisme houdt in dat echte kennis (deels) voortkomt uit het goed gebruiken van je
verstand, de ratio. De geassocieerde bewering die hierbij gemaakt wordt is dat ingeboren
kennis bestaat (= nativisme)
Plato
De bron van kennis is de ratio, hij was hierin een ‘radicale’ rationalist.
Leren is herinneren – anamnèsis: je doet geen nieuwe kennis op, maar je herinnert je dingen
die je was vergeten. Dit komt doordat de ziel in je lichaam komt en hierbij de kennis vergeet,
het is dus een soort reïncarnatie voor je kennis.
Volgens Plato staan de ideeën los van de ideeënwereld. Deze ideeën zijn onveranderlijk en
eeuwig, en daarmee echte kennis. Je ziel komt uit de ideeënwereld en is dus verwant met
deze ideeën. Doordat je kennis verwerft, herinner je deze ideeën.
Hij ging uit van epistème en doxa. Epistème is kennis van dingen hoe ze zijn en doxa is de
mening over dingen hoe ze zijn. Epistème is onveranderbaar, terwijl doxa juist wel
veranderbaar is.
Plato gebruikt hierbij een gezegde van heraclitus: panta rhei = alles stroomt. Je kan niet twee
keer in dezelfde rivier stappen, want de tweede keer dat je erin stapt, is de rivier anders. Als
onze wereld continue verandert, kan je hier ook geen kennis over hebben.
Hier is echter veel kritiek op, want het rationalisme is wel erg extreem. Hij onderbouwt zijn
visie, maar hij legt daarbij wel de woorden in de mond van een slaaf van Meno.
4.2 Empirisme
Empiristen menen dat de bron van kennis de ervaring opgedaan via de zintuiglijke
waarneming is. Dit is relatief common sense, als je wilt weten hoe iets zit, moet je kijken of
luisteren. De geassocieerde bewering hierbij is dat alle kennis uit de ervaring voorkomt en er
dus geen ingeboren kennis is.
Empiristisch verwijst naar het empirisme, de opvatting dat kennis voortkomt uit de
zintuiglijke waarneming.
Empirisch verwijst naar de wetenschappelijke methode, waarbij men gebruik maakt
van observeerbare of experimentele gegevens om conclusies te trekken.
, Aristoteles
Aristoteles verwerpt de theorie van Plato over twee werelden, hierbij wijst hij tevens de
ingeboren ideeën af. De mens is namelijk een tabula rasa.
Later wordt de theorie van Aristoteles het peripatische principe genoemd door Thomas van
Aquino, omdat hij zijn studenten wandelend lesgaf (= peripateo), 'niets is in het intellect dat
zich niet eerst in de zintuigen bevond'.
Het belangrijkste bij Aristoteles' epistemologie is inderdaad de zintuiglijke waarneming, maar
hij gebruikt echt wel rationalistische elementen. Volgens Aristoteles neem je alleen de
concrete, individuele dingen waar en dus niet het algemene idee. De vraag hierbij is echter
hoe je dan aan een universeel, abstract begrip komt?
Hiervoor gebruikte hij inductie. Bij inductie concludeer je op basis van een aantal, maar
niet alle, waarnemingen dat het altijd zo is. Je generaliseert.
Het probleem hierbij is dat dit een correlatie is, en je niet zeker weet of het waar is.
Als tweede stap is er nog intuïtieve inductie nodig, via je onfeilbare, intellectuele
capaciteit van de geest zie je in dat abstracties noodzakelijke waarheden zijn.
4.3 De rol van Aristoteles in de late Middeleeuwen
Thomas van Aquino had ervoor gezorgd dat er een link werd gezien tussen het werk van
Aristoteles en de Bijbel. Volgens Aristoteles was er namelijk een onbewogen beweger, de
eerste oorzaak, en volgens Aquino is dit God. Door deze koppeling mocht je het niet meer
oneens zijn met Aristoteles, en werd dit als de waarheid gezien. Om deze reden werden er
ook geen experimenten meer gedaan, de theorie van Aristoteles was namelijk dat als we
tegen de natuur in zouden gaan, dus door te manipuleren, leer je niets over die natuur. Hij
gebruikte observatie.
In de Middeleeuwen had de katholieke kerk erg veel macht. Kwesties werden opgelost door
de Bijbel te citeren, ofwel Aristoteles te citeren. In die tijd kon je op twee manieren tot
waarheid komen, door openbaring of door je verstand goed te gebruiken. Dat laatste had
Aristoteles al gedaan en was dus niet meer nodig.
Hoorcollege 2
Francis Bacon, René Descartes en de Britse empiristen
1. Francis Bacons nieuwe methode
Bacon had er geen problemen mee dat het Aristotelische wereldbeeld ter discussie gesteld
werd. Hij ging o.a. in tegen het idee dat je geen experimenten zou mogen gebruiken. Echter,
hij was een goede Christen. Hij ging juist wel experimenten doen.
Hij beschreef nieuwe methoden die de methodes van Aristoteles konden vervangen:
a) Stelt voor dat we onze vooroordelen moeten laten varen
Er zijn een aantal hardnekkige vooroordelen die mensen hebben. Deze staan in de
weg bij het proberen te verwerven van kennis. We moeten er dus beducht op zijn die
niet te gebruiken.
Idols of the Tribe zijn voordelen die we als mens hebben. We zijn geneigd om
typisch menselijke fouten te maken, zoals het je vergissen bij een visuele illusie,
het zien van orde en regelmaat, zoeken naar bevestiging, zon die 'ondergaat' etc.
Idols of the Cave zijn vooroordelen die we hebben omdat we tot een bepaalde
(culturele of sociale) groep horen. Bijvoorbeeld door opvoeding, wel/geen mobiel
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ehm. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.23. You're not tied to anything after your purchase.