100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Inleiding Methoden en Technieken: Leary samengevat $7.22   Add to cart

Summary

Samenvatting Inleiding Methoden en Technieken: Leary samengevat

 4 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Dit document is een samenvatting van de literatuur bij de cursus 'inleiding in methoden en technieken'. Het is een overzichtelijk bestand dat helpt de theorie achter de statistieken onder de knie te krijgen.

Preview 2 out of 9  pages

  • No
  • Unknown
  • August 2, 2022
  • 9
  • 2020/2021
  • Summary
avatar-seller
Leary – samengevat
Hoofdstuk 1 : onderzoek in gedragswetenschappen
1. Psychologie is een beroep voor menselijk welzijn door counseling, therapie, onderwijs en
andere activiteiten. Het is ook een wetenschappelijke discipline die gedrag en mentale
processen bestudeerd.
2. Interesse in menselijk gedrag is al zeer oud. Eerste psychologisch laboratorium van
Wilhelm Wundt
3. Gedragswetenschappen werken in verschillende disciplines: psychologie, onderwijs,
sociaal werk, familie onderzoek, communicatie, management, gezondheid en sport,
marketing, psychiatrie, neurologie en verpleging.
4. Gedragswetenschappers onderzoeken om te omschrijven, verklaren en voorspellen van
gedrag, evenals het oplossen van problemen die hiermee gemoeid zijn.
5. Ook al zijn sommige uitkomsten van de onderzoeken samenvallend met de logische
gedachte erover, veel vorige aannames zijn ontkracht.
6. Om wetenschappelijk te zijn, moeten observaties systematisch empiristisch zijn.
Onderzoek moet publiekelijk verifieerbaar zijn en de onderzoeksvraag moet oplosbaar
zijn met de beschikbare middelen en kennis.
7. Pseudowetenschappen bevat bewijs dat wetenschappelijk overkomt maar dat een of meer
van de genoemde criteria niet tegemoetkomt.
8. Onderzoekers doen twee dingen: ontdekken en documenteren van nieuwe fenomenen. Ze
ontwikkelen en testen verklaringen van deze geobserveerde fenomenen.
9. Veel onderzoek is ontworpen om de validiteit van theorieën en modellen te testen.
Theorie = set van proposities dat de relaties tussen concepten probeert te specificeren.
Model = omschrijving hoe de concepten zijn gelinkt maar niet waarom.
10. Wetenschappers benaderen de bruikbaarheid van een theorie door hypothesen te testen.
Hypothese = proposities die (of) logisch gereduceerd zijn uit een theorie of ontwikkeld
door inductie van observeerbare feiten. Om getest te worden, moet de hypothese
gesteld worden op een manier die falsificeerbaar is.
11. Door de hypothese als a priori weer te geven, vermijden onderzoekers het risico’s die
geassocieerd zijn met het post hoc verklaren van patronen die al geobserveerd zijn.
12. Onderzoekers gebruiken twee soorten definities; conceptueel en operationeel.
13. Theorieën kunnen niet (logischerwijs) bewezen of (praktisch) ontkracht worden door
wetenschap.
14. Ook al is 13 waar; vordert wetenschap op de basis van verzameld bewijs door veel
onderzoek.
15. Gedragsonderzoek valt in vier categorieën:
a. Descriptief
b. Co relationeel
c. Experimenteel
d. Quasi-experimenteel
16. Ook al is het meeste gedragsonderzoek met mensen gedaan, 8% is gedaan met dieren.
Deze onderzoeken gaven belangrijke uitkomsten omtrent de anatomie en fysiologie van
het zenuwstelsel, motivatie, emotie, leren en medicijn/drug afhankelijkheid, evenals de

, overeenkomsten en verschillen in cognitieve, emotionele en gedragsprocessen tussen
mensen en andere dieren.

Hoofdstuk 2: gedragsvariabiliteit en onderzoek
1. Psychologen en andere gedragswetenschappen bevatten de studie van gedragsvariabiliteit. De
meeste aspecten van gedragswetenschap is gericht op het verklaren van variabiliteit in gedrag:
a. Onderzoeksvragen zijn over de oorzaken en co relaties van gedragsvariabiliteit
b. Onderzoekers proberen studies te ontwerpen die het best de variabiliteit verklaren van
specifiek gedrag.
c. De metingen die in onderzoek gebruikt worden, proberen numeriek de variabiliteit van
deelnemers de omvatten
d. Statistiek is gebruikt om de variabiliteit van onze data te analyseren.
2. Descriptieve statistieken vatten het gedrag van onderzoek participanten samen en omschrijven
deze. Inferele statistieken analyseren de variabiliteit in de data om antwoorden te geven over de
betrouwbaarheid en generaliseerbaarheid van de bevindingen.
3. Variantie is een statistische index van variabiliteit.
Variantie wordt berekend door het gemiddelde van elke score af te trekken, deze verschillen
te kwadrateren en deze som te delen door het aantal participanten -1.




4. De totale variantie in een set kan verdeeld worden in twee componenten.
Systematische variantie= verschil met betrekking tot de variabelen
Error variantie = verschil dat niet toe te schrijven is aan een duidelijke oorzaak.
5. Om de kracht van relaties te meten, bepalen de onderzoekers de proportie van de totale variatie
in gedrag dat systematisch is met de variabels. Des te groter de portie van de systematische
variantie binnen de totale variantie; des te sterker is de relatie tussen de gemeten variabelen.
Statistiek die de kracht van de relatie meet heten de ‘measures of effect size.’
6. Meta-analyses worden gebruikt om de oorsprong en de kracht van relaties tussen variabels uit te
drukken tussen veel individuele studies. Door de effect sizes te middelen, is er een accurate
schatting van de relatie tussen de variabels.

H3: Het meten van gedrag
(alleen pagina 63-84)  summary vanaf 7

7. Factoren die de errormeting doen toenemen zijn tijdelijke gemoedstoestanden, zoals gezondheid
en vermoeidheid. Stabiele karakteristieken, factors omtrent de situatie, onderdelen van de
meting zelf (zoals verwarrende vragen) en onderzoekersfouten.
8. Een co relatie coëfficiënt is een statistisch cijfer dat de richting en de sterkte van een relatie
tussen twee variabelen meet.
9. Betrouwbaarheid is getest door de co relaties te examineren tussen
a. Twee uitvoeringen van dezelfde meting (test-retest)
b. Items in een questionnaire (interitem)
c. De beoordeling van twee of meer onderzoekers (interrater)

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller noaversteeg. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $7.22. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

77254 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$7.22
  • (0)
  Add to cart