Duidelijke samenvatting van het boek Cursus belastingrecht studenteneditie , Schenk- en erfbelasting, Prof. mr. I.J.F.A. van Vijfeijken (hoofdstukken 1, 2, 4 t/m 8 en 11) voor het vak Successiewet en WBR.
Hoofdstuk I Inleiding
S&E.1.0.0 Introductie tot de erf- en schenkbelasting
Op grond van de Successiewet wordt geheven: erfbelasting (vanwege verkrijging krachtens erfrecht) en
schenkbelasting (vanwege verkrijging krachtens schenking of gift). Bij erf- en schenkbelasting geldt het
woonplaatsbeginsel: woonplaats van erflater of schenker. Wordt dus alleen geheven als degene van wie je
het krijgt op het tijdstip van verkrijging in NL woonde of geacht werd te wonen. Wordt hieraan voldaan
dan zijn de verkrijgers belasting verschuldigd over wat zij door de erfrecht of schenking krijgen leidt
tot onbeperkte belastingplicht voor de verkrijger. Woonplaats verkrijger en de plaats waar de verkregen
goederen zijn gelegen is irrelevant.
Tot 2010 gold het recht van overgang. Deze heffing vond plaats als Nederlandse situsgoederen werden
verkregen van een niet in NL wonende schenker/erflater (situsbeginsel). Nederlandse situsgoederen zijn
goederen die bezien vanuit Nederlands standpunt een zodanige binding hebben met ons land, dat
Nederland zich ook bevoegd achtte tot heffing van belasting daarover als de erflater of de schenker in het
buitenland woonde bij diens overlijden c.q. de schenking. In verband met Europeesrechtelijke
belemmeringen is dit recht vanaf 2010 vervallen.
S&E.1.1.0 Geschiedenis en rechtsgronden
S&E.1.1.0.A Inleiding
Verdelingsprincipe belastingstelsel op grond van gelijkheidsbeginsel: belastingdruk gelijkmatige,
evenredig, wordt verdeeld. Later draagkrachtbeginsel meer overtuigende verdelingsbeginsel =
gelijkmatige belasting overeenkomstig de financiële draagkracht (ability to pay). Ziet op feitelijke
koopkracht. De rechtsgrond van de erf- en schenkbelasting ligt in het draagkrachtbeginsel. In Nederland
wordt elk subject belast met IB. IB knoopt aan bij de subjectieve draagkrachtvermeerdering. Vaak als
vreemd gezien dat verkrijging krachtens erfrecht of schenking niet tot het inkomen wordt gerekend. Vaak
commentaar schenk- en erfbelasting tot dubbele heffing leidt. Over het inkomen dat wordt geërfd, is al IB
betaald. Maar van een dubbele heffing bij de verkrijger is geen sprake. Zou sprake zijn van ongelijke
behandeling als draagkrachtvermeerdering van €50.000 vanwege arbeid wel wordt belast en
draagkrachtvermeerdering van €50.000 die hij geërfd of geschonken krijgt niet. De
draagkrachtvermeerdering van de verkrijger wordt belast. Dit sluit alleen niet aan bij het uitgangspunt van
de Successiewet dat aanknoopt bij de woonplaats van de erflater en schenker; woont deze niet in NL dan
wordt het bij de verkrijger niet belast. Indien we de draagkrachtvermeerdering van de verkrijger als
rechtvaardiging van de heffing nemen, mag de woonplaats van de erflater of schenker er niet toe doen.
Uitgangpunt van de heffing zou dus de woonplaats van de verkrijger moeten zijn, maar dat is niet het
geval.
S&E.1.1.0.B Geschiedenis van de Successiewet
S&E.1.1.0.B.a Collaterale impost
Vanaf 1598 bestond er al heffing over nalatenschappen in; de 40ste penning. Werd de collaterale impost
genoemd omdat zij werd geheven bij vererving in de zijlijn (en niet-familieleden). De heffing had een
budgettaire functie en was gericht op duidelijk waarneembare uiterlijke kenmerken (de dood).
S&E.1.1.0.B.b De ordonnantie van Gogel van 1805
In 1805 voerde Gogel de Ordonnantie eener Belasting op het Regt van Successie in. Ging uit van de
nalatenschappen en leek op een boedelbelasting. Een boedelbelasting neemt de erflater als uitgangspunt en
object van heffing is het nagelaten vermogen. Subjectieve factoren, zoals de relatie tussen de erflater en de
verkrijger, worden buiten beschouwing gelaten. Er was toen nog geen IB. Zolang een dergelijke
draagkrachtheffing ontbreekt geldt de theorie van de nabelasting = heffing van erfbelasting beschouwd als
een belasting van de inkomsten waarover de Staat tijdens het leven van de erflater niet heeft kunnen
heffen. Deze ordonnantie gold tot 1817. 1818 werd Successiewet geïntroduceerd. Leek op de ordonnantie
maar legde een duidelijker accent op het element van de verkrijging. Geheven werd van verwanten vanaf
de zijlijn en derden. De hoogte van het tarief was afhankelijk van de persoon van de verkrijger. Het tarief
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller marlonvandernat. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.89. You're not tied to anything after your purchase.