1. Geleiding/ Conductie = Doorgeven van bewegingsenergie aan aangrenzende deeltjes (in
vaste stoffen)
2. Convectie = Meevoeren van warmte door een stromend fluïdum (in gassen/ vloeistoffen)
3. Straling = Uitstaling van warmte in de vorm van elktromagnetische golven. De hoeveelheid
‘warmte’ die uitgestraald wordt, is afhankelijk van de temperatuur van het voorwerp. (Geen
medium nodig)
• Warmte Q = een hoeveelheid energie in Joule [J]
• Warmtestroom of warmteflux Q’ of Φ (Phi) = een hoeveelheid energie per tijdseenheid =
[J/s] = [W]
• Warmtestroomdichtheid q = warmteestroom door een oppervlak = [(J/s)/m²] of [W/m²]
1ste Soort: Geleiding/ Conductie:
= Geleiding in materie -> overdracht van energie deeltje met meer thermische aggitatie (=trillen van
deeltjes) naar deeltjes met minder thermische aggitatie.
Hoe?
Bootsing tussen deeltjes
Migratie van vrije elektronen
Deeltjes trillen op hun plaats! -> geen beweging van massa in de richting van de energiestroom.
𝑞𝑞 = −𝐾𝐾. ∇𝑇𝑇 𝑚𝑚𝑚𝑚𝑚𝑚 ∇ = Temperatuur gradient (De temperatuurgradient is een gradient die beschrijft
in welke richting en hoe sterk de temperatuur op een bepaalde plek het snelst verandert. Deze
gradient is een dimensionale grootheid die bij gebruik van SI - eenheden wordt uitgedrukt in kelvin
per meter.)
Een verwarmingselement dat sneller werkt dan een radiator.
In een convector zijn 2 soorten waterkanalen: 1 toevoer en 1 afvoer.
Conductie: water geeft warmte af
Natuurlijke convective: Convectie: lucht wordt opgewarmt
De drijvende kracht Verschil tussen gedwogen en natuurlijke convectie.
Warme lucht
Temperatuur omhoog Gedwogen convective:
Lagen h waarde De drijvende kracht
Extreme kracht
Bv. Ventilator
Hogere h waarde
3de soort: Straling:
= energie uitwisseling gebuerd onder de vorm van elektromagnetische golven. (zonder medium)
Eelk oppervlakte dat op een bepaalde temperatuur staat dat verschilt van het absolute
nulpunt straalt warmte uit. Alle oppervlakte stralen warmte uit en die worden ook bestraalt
door alle oppervlakte die zich erond bevinden.
Warmte overdracht door strling = netto straling
Verschil tussen ontvangen straling en uitgezonden straling van een oppervlak.
Hoeveelheid stralingswarmte per oppervlak:
𝑞𝑞 = 𝜀𝜀. Ơ. 𝑇𝑇 4
Ƹ = Emissiecoëfficient van een materiaal
Ơ = Constante van Boltzmann = 5,67.104 W/m².K (niet kennen)
T = Temperatuur
, Zwarte straler:
= object dat alle elektromagnetische straling dat erin valt absorbeerd.
Niet wordt gereflecteerd!
Het “ideale” -> Ideale ontvanger en uitzender
Reële strale -> Grijze straler -> Gaat slechts een klein gedeelte reflecteren.
Radiator:
Warmt ons sneller op maar de warmt de lucht minder snel op dan een convector.
Zorgt voor een aangenamere warmte.
Bij een radiator gaan de buizen door het systeem.
Er is meer stralingswarmte
Aangenamer gevoel dan bij convector maar warmt eigenlijk toch trager op.
Er is ook convectie maar minder + heel het oppervlakte wordt warm (is niet zo bij een
convector).
Warmtetransport:
Thermische geleidbaarheid of warmtegeleidingscoefficient lambda = materiaaleigenschap.
BV: een blikje laat meer warmte door dan een kartonnen beker.
Het is de hoeveelheid energie die per seconde door een vlak van 1m2 gaat bij een
eenheidsdikte van 1m, per graag temperatuursverschil = W/(m.K)
Hoe groter de lambda waarde (λ) hoe makkelijker doorlaatbaar.
Warmteweerstand R:
De warmteweerstand van een materiaallaag/lagen. -> constructie-eigenschap -> m2.K/W
Hoe groter R, hoe groter de weerstand die de warmtestoom ondervindt -> betere isolatie.
R = d/ λ -> R= dikte/lambda
Indien meerdere materiaallagen -> som van de lagen + overgangsweerstanden
Rsi = overgangsweerstand binnen = 1/hi met hi = overgangscoëfficient binnen
Rse = overgangsweerstand buiten = 1/he met he = overgangscoëfficient buiten
Richting van de warmtestroom
Opwaarts Horizontaal Neerwaarts
Rsi (m².K/W) 0,10 0 0,17
Rse (m².K/W) 0,04 0,04 0,04
Opwaarts = minste weerstand -> verloop = makkelijkst.
Neerwaarts = meer weerstand.
Rse -> gelijk en lager -> warmte transport door convectie = traag en natuurlijk.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller beatrizsarriafernandes. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.13. You're not tied to anything after your purchase.