SAMENVATTING PROJECT ECONOMIE 1
H1. MARKETING – INLEIDING
Marketing
= De totale functie, die zich bezighoudt met het analyseren, het scheppen + het ontwikkelen van nieuwe
producten én hun verpakking, de prijzen, de distributie, de verkoop, de reclame en de promotie.
à Voor al deze activiteiten gaat men uit van de behoeften van de consument.
Doel van een onderneming = winst maken.
Hoe? Verkoop stimuleren: zorgen dat je producten op de markt brengt die de consument wilt kopen +
marktonderzoek.
Tools die de onderneming inzet in de strijd om de consument? De marketingmix
1.1 MARKTONDERZOEK EN ANDERE VORMEN VAN INFORMATIEVERZAMELING
= Informatie verzamelen, registreren + analyseren op systematische en objectieve wijze.
Door het ondervragen van een beperkt aantal mensen kan men een beeld vormen over de mening/kennis
over een bepaald onderwerp bij de consument.
DOEL? Met de bekomen informatie de dienstverlening + de producten beter afstemmen op de wensen van de
consument.
1.2 GEVALLENSTUDIE
Niet kennen voor het examen.
1.3 SOORTEN ONDERZOEK
Er bestaan ≠ manieren om een marktonderzoek in te delen.
à Afhankelijk van de duur van het onderzoek, het doel, de manier waarop…
A. KWALITATIEF ONDERZOEK
= Meestal een kleinschalig onderzoek dat peilt naar de redenen + de motivatie van de consument bij een
bepaald gedrag.
Wordt vaak gebruikt als een eerste onderzoek, met de bedoeling een probleem in kaart te brengen of een
voorlopige verklaring te vinden.
à Open vragenlijsten, interviews, groepsgesprekken…
Bv. Waarom geven jongeren de voorkeur aan een Iphone in plaats van aan een Samsung?
B. KWANTITATIEF ONDERZOEK
= Erop gericht cijfermatige gegevens te verzamelen, die representatief zijn voor de volledige doelgroep.
Om de statistische betrouwbaarheid te bevorderen = uitvoeren van een grootschalige steekproef.
Bv. Wanneer gaan jongeren meestal naar de cinema?
ð Kwantitatief - kwalitatief onderzoek vullen elkaar aan.
= In een kwantitatief onderzoek kan men met cijfers staven wat in het kwalitatief onderzoek reeds
aan het licht kwam.
-1-
,2021 – 2022 FEBE DE WINNE 2OSO
1.4 VORMEN VAN ONDERZOEK
Er kan op ≠ manieren een onderzoek gevoerd worden.
à De vorm waaronder het onderzoek gevoerd wordt, zal afgestemd worden op doelstellingen van het
onderzoek.
1.4.1 DE ENQUÊTE
= Meest gebruikte methode om aan een marktonderzoek te doen.
Onderscheidt zich doordat men werkt met een aantal gestructureerde vragen die in een bepaalde volgorde
gesteld worden.
Kan op ≠ manieren opgebouwd + afgenomen worden, afhankelijk van de doelstellingen van het onderzoek.
Bv. Een onderzoek naar de vraag waarom een consument een bepaald product koopt, zal anders verlopen dan
het onderzoek naar wie, wanneer en hoeveel van een bepaald product koopt.
A. GRONDPRINCIPES BIJ DE OPMAAK VAN EEN ENQUÊTE
Vooraf het doel van het onderzoek vastleggen = belangrijk.
De onderzoeksvraag moet vastliggen alvorens men kan gaan nadenken over de aanpak van de enquête.
Bij het opmaken van een vragenlijst moeten er een aantal richtlijnen gevolgd worden:
- Men moet een aantal inleidende vragen voorzien.
Moet de kans geven het doelpubliek te selecteren + de ondervraagde in staat stellen om zich op zijn
gemak te voelen en zijn gedachten te ordenen.
- Het aantal vragen moet beperkt worden als men wil dat de ondervraagde op elke vraag een
doordacht antwoord geeft.
De personen die bereid zijn te antwoorden hebben namelijk weinig tijd.
- Gebruik niet te veel vaktechnische termen.
Zijn voor de gewone mens niet begrijpbaar.
- Stel geen vragen met een ingebouwd antwoord.
Bv. ‘Behoort u ook tot de groep mensen die ontbijt terwijl hij de krant leest?’
- Stel geen persoonlijke vragen.
Bv. In enquêtes vraagt men niet naar leeftijd/inkomen, maar wel naar een
leeftijdscategorie/inkomensklasse.
- De enquête moet eerst getest worden op een aantal proefpersonen alvorens men ze op grote schaal
gaat afnemen.
-2-
,2021 – 2022 FEBE DE WINNE 2OSO
B. SOORTEN VRAGEN
SOORTEN VRAGEN VOORBEELD
Woont u in Gent?
FILTERVRAGEN
Kijkt u naar het TV1-journaal?
Wat vindt u van het voorstel om de mensen die hun auto verkopen
OPEN VRAGEN
gedurende een bepaalde tijd gratis met openbaar vervoer te laten reizen?
GESLOTEN VRAGEN Bent u voor of tegen reclame op TV?
Hoe tevreden bent u over het programma-aanbod op Canvas?
MEERKEUZEVRAGEN Zeer tevreden – tevreden – enigszins tevreden – zeer ontevreden – geen
mening
Welk water drinkt u het liefst? Spa – Vitel – Contrex
RANGSCHIKKINGSVRAGEN Rangschik ze in volgorde door aan het water dat u het liefst drinkt het
cijfer 1 te geven en aan het water dat u het minst lekker vindt het cijfer 3.
IDENTIFICATIEVRAGEN Vragen naar het geslacht, de leeftijd, het beroep… van de ondervraagde.
VRAGEN DIE BEROEP DOEN OP
HET SPONTAAN GEHEUGEN Welke merken auto’s kent u?
VAN DE ONDERVRAAGDE
VRAGEN WAARBIJ DE
Een aantal logo’s van autofabrikanten laten zien en vragen of de
ONDERVRAAGDE GEHOLPEN
ondervraagde de merken kent die bij de logo’s horen.
WORDT
C. VERWERKEN VAN DE GEGEVENS
Nadat de enquête afgenomen werd bij een representatief staal van de doelgroep, moet de informatie
verwerkt worden zodat de resultaten bruikbaar zijn.
1.4.2 CONSUMENTENPANELS – TASTEPANELS
= Een groep mensen, die een representatief beeld geven van de doelgroep, worden samengebracht + met het
hen in discussie gaat over de perceptie van een bepaald product, al dan niet gecombineerd met het proeven
van dat product.
DOEL? De deelnemers elkaar laten aanvullen + motiveren om na te denken over het product.
1.4.3 HET INTERVIEW
= De consument wordt individueel gevraagd om zijn mening te geven over een bepaald product – een bepaald
product te proeven/te testen.
à Geen vragenlijst dat ingevuld moet worden.
1.5 HET BEGRIP MARKTONDERZOEK
= Het systematisch + objectief verzamelen, registreren en analyseren van alle mogelijke informatie die de
ondernemer kan helpen bij de commercialisering van zijn producten.
Aan de hand van de verzamelde gegevens moet men beter in staat zijn de ‘kansen’ van een bepaald product
in te schatten.
DOEL? Commercialisering van een product bevorderen.
o De producten moeten voldoen aan de behoeften van de consument.
o Consumenten moeten het product kennen.
o Welke prijs is de consument bereid te betalen?
o Product moet beschikbaar zijn (= plaats).
-3-
, 2021 – 2022 FEBE DE WINNE 2OSO
1.6 WANNEER ZAL MEN EEN MARKTONDERZOEK UITVOEREN?
De Ansoff-matrix = De groei bepalen aan de hand van bestaande en/of nieuwe producten of markten.
à Leidt tot vier mogelijke combinaties waarvoor marktonderzoek nodig zal zijn.
A. MARKTPENETRATIE
= Onderzoek van de prestatie van een bestaand product in een
bestaande markt.
Een ondernemer moet blijvend aandacht besteden aan de manier
waarop zijn product presteert in de markt.
à Op bepaalde tijdstippen nagaan of het product nog voldoende
verkoopt, voldoet aan de verwachtingen van de consumenten…
Bv. Hoe verlopen de verkopen? Hoe doen we het t.o.v. de concurrentie?
B. MARKTONTWIKKELING
= Onderzoek naar het potentieel van een bestaand product in een nieuwe markt.
= Opzoek gaan naar nieuwe afzetgebieden voor een bestaand product.
à Afzetgebieden = geografische gebieden of/en nieuwe doelgroepen.
à Nieuwe markten ontwikkelen.
Belangrijke vorm van marktonderzoek:
Producten die in een bepaald land goed verkopen, verkopen niet noodzakelijk elders even goed +
eventueel aanpassingen doorvoeren vooraleer het product kan gelanceerd worden.
Bv. Automerk dat het model ‘Nova’ wou uitbrengen in Spanje, maar daar werkte de verkoop niet omdat
‘No va’ in het Spaans ‘het werkt niet’ betekent.
C. PRODUCTONTWIKKELING
= Het ontwikkelen van een nieuw product.
= Onderzoek naar het potentieel van een nieuw product in een bestaande markt.
Vaak gaan bedrijven producten ontwikkelen om hun assortiment uit te breiden/diversifiëren.
à Onderzoek naar succesvolle producten die de onderneming nog niet in haar productengamma heeft.
Bv. Coca Cola die een onderzoek uitvoert naar de markt van de sportdranken en dan Aquarius lanceert.
D. DIVERSIFICATIE
= Onderzoek naar het potentieel van een nieuw product in een nieuwe markt.
= Een bedrijf zal zich met nieuwe producten manifesteren op een markt waar het toen nog niet actief
was.
Vertrekken vanuit een beperkt kwalitatief onderzoek om te bepalen of er een markt is voor het product.
Bevindingen verder onderzoeken met een uitgebreid kwantitatief onderzoek.
Bv. Een doosje voor mondmaskers.
ð Marktonderzoek moet de ondernemer helpen het risico op mislukken te verkleinen door zoveel
mogelijk relevante informatie te verzamelen/verwerken.
1.7 ANDERE BESCHIKBARE INFORMATIEBRONNEN
Een ondernemer is niet altijd verplicht om zelf een marktonderzoek uit te voeren om informatie te
verzamelen over bepaalde producten/doelgroepen.
à Vaak nodige informatie afleiden uit reeds bestaande gegevens!
Bv. Trendwatchers – Retail audits – jaarverslagen…
-4-
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Febedw. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.57. You're not tied to anything after your purchase.