Historische contexten
Hoofdstuk 2 Duitsland:
§1 Na de Frans-Duitse oorlog werd in Versailles het Duitse keizerrijk uitgeroepen
en werd de koning van Pruisen tot keizer Wilhelm I gekroond. Hij en rijkskanselier
von Bismarck waren tevreden met de grenzen in Europa maar zagen wel dat
Duitsland gevaarlijk lag midden in Europa. Door alliantiepolitiek probeerde
Bismarck alles onder controle te houden. Om de aandacht ergens anders op te
richten en niet op Europa riep Bismarck iedereen bijeen op de Conferentie van
Berlijn om afspraken te maken over de koloniale opdeling van Afrika. In 1888
werd Wilhelm II de nieuwe keizer en ontsloeg Bismarck. Wilhelm II wou
'''Weltpolitik'' -> overzees imperialisme. Om dit te bewerkstellen nam de Duitse
Rijksdag in 1898 een Vlootwet aan waar 400 miljoen marken werden
vrijgemaakt voor vlootbouw. De spanningen tussen de grote mogendheden
zorgde voor de Eerste Wereldoorlog. Bij de Slag bij de Marne werd de Duitse
opmars gestopt. Zo veranderde de oorlog in een loopgravenoorlog. Uiteindelijk
verloor Duitsland de oorlog en werd in 1918 als Republiek uitgeroepen en ook
een wapenstilstand ondertekend.
§2 De Republiek van Weimar maakte van Duitsland een parlementaire
democratie. Door de machtsstrijd tussen de democraten en communisten
(Spartacusopstand) was de Republiek heel kwetsbaar. Niemand had echt
vertrouwen in de Republiek omdat ze een lange tijd er niet in slaagden om grote
problemen op te lossen. Door de herstelbetaling van de Eerste Wereldoorlog was
er ook een grote economische en politieke crisis in Duitsland. Door hulp van de
VS (Dawesplan) werd de economie beter maar de Amerikaanse Beurskrach
zorgde weer voor crisis in Duitsland. Adolf Hitler profiteerde hiervan. Hij beloofde
vele mooie dingen. De brand in de Rijksdag zorgde ervoor dat de NSDAP de
grootste partij werd.
Spartacusopstand: Door dreigende verlies van de Eerste Wereldoorlog kwamen
er in Duitsland twee groepen tegenover elkaar te staan: conservatief rechts en
linkse arbeiders. De opperbevelhebber van de marine wou nog één grote zeeslag
met de Britse vloot uitvechten maar de matrozen staakten. Dit was de
novemberrevolutie. De Duitse communistische beweging (arbeiders) noemde
zich deze jaren ''Spartakisten''. In januari brak de tweede revolutie los:
Spartacusopstand. De Spartakisten wouden in Berlijn de macht grijpen en een
republiek bestuurd door arbeiders, boeren en soldaten ''radenrepubliek''. Dit
hebben ze niet gehaald. Er werd een blinde jacht gehouden op de communisten.
De Rijksdagbrand: Hitler was rijkskanselier maar wou graag dat zijn partij
NSDAP de meerderheid zou krijgen zodat ze alles zelf kunnen beslissen. Het zag
ernaar uit dat zijn partij de volgende verkiezing niet de meerderheid zou krijgen
totdat een week voor de verkiezingen (27 februari 1933) het gebouw van de
Rijksdag in brand stond. De politie arresteerden een man die communistische
blaadjes in zijn broekzak had. Ook 4000 andere communisten werden
, gearresteerd. De NSDAP gebruikte dit om de KPD in negatief daglicht te zetten
zodat die stemmers op NSDAP ging stemmen. Maar tijdens de verkiezingen bleek
dat de KPD maar een kleine verlies had (81 zetels ipv 100). De NSDAP had geen
meerderheid maar toen Hitler zei dat de KPD hun zetels niet mochten innemen
kreeg NSDAP die zetels en dus de meerderheid.
§3 Op alle terreinen was de invloed van de nazi's merkbaar: Zo moest iedereen
die op het terrein van cultuur actief was, lid worden van de Rijkscultuurkamer.
De eerste slachtoffers waren politieke tegenstanders van het regime. Zij kwamen
in concentratiekampen zoals Dachau. Daarna waren het diegene die vanwege
ras, fysieke eigenschappen en seksuele geaardheid niet pasten in de Duitse
''Volksgemeinschaft''. De discriminatie van de joden kreeg een wettige basis:
Neurenberger rassenwetten. Groot-Brittannië probeerde met appeasement
politiek een oorlog te voorkomen. Bij de Conferentie van München kreeg
Hitler toestemming om een deel van Tsjecho-Slowakije in te lijven. Toen Hitler
Polen binnenviel verklaarden Frankrijk en Groot-Brittannië aan Duitsland de
oorlog. Tijdens de Wannseeconferentie werd officieel besloten op welke manier
het Jodenvraagstuk opgelost zou worden
Neurenberger rassenwetten: In Neurenberg werden twee wetten doorgevoerd
om joden geen kans te geven in de maatschappij en om mensen te laten zien dat
joden slechte mensen zijn.
1 wet --> Rijksburgerschapwet : Alleen personen van Duits bloed zijn
staatsburgers en hebben volledige burgerrechten.
2e wet --> ''Gesetz zum Schutze des Deutschen Blutes und der deutschen Ehre'' :
wet op de bescherming van het Duitse bloed en eer.
Conferentie van München: Hitler wou graag dat er genoeg ''Lebensraum'' voor
zijn Arische ras en hij wou dat alle Duits sprekenden in één groot land moesten
komen. Zo werd eerst Oostenrijk ingelijfd, daarna wou hij het Tsjechische deel
van Tsjecho-Slowakije. Na spanningen stelde Mussolini voor om een conferentie
te organiseren om de kwestie op te lossen. Duitsers, Fransen, Italianen en Britten
namen hieraan mee. Hitler noemde conferenties ook wel ''theekransjes''.
Uiteindelijk kreeg Hitler toch een deel van Tsjecho-Slowakije om hem tevreden te
houden.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller nikkinuman. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.25. You're not tied to anything after your purchase.