Samenvatting Nectar 3e editie VWO 6 Hoofdstuk 21: Planten.
In de samenvatting zijn de volgende paragrafen samengevat:
21.1 Tomaten kweken
21.2 Water
21.3 Fotosynthese
21.4 Glucose als grondstof
21.5 Groei
Alle begrippen zijn groen gekleurd in de samenvatting. Heb je vragen? Stuur mij gerust ...
, BIOLOGIE SAMENVATTING HS 21: PLANTEN
§21.1 TOMATEN KWEKEN
KRUISEN EN SELECTEREN
Klassieke veredelen: langdurig proces, door kruising, ontwikkeling en selectie de gunstige eigenschappen uit gewassen halen.
Genomics: moderne aanpak, veredelaar gebruikt de kennis vh genoom vh plantenras waarmee hij het gewenste allel ‘spot’.
Non-disjunctie: chromosomenaantal verdubbelen door colchicine (vergif)
Doel: Hindert het vormen van trekdraden tijdens mitose; chromatiden gaan uiteen.
Resultaat: een cel met vier ipv twee homologe chromosomen; een tetraploide cel ( heeft soms nieuwe eigenschappen).
Polyploïdie: het hebben van meer dan de normale twee sets chromosomen; geen nadelig effect.
GESLACHTELIJKE- EN ONGESLACHTELIJKE VOORTPLANTING
Zelfbestuiving:
1. Stuifmeel uit meeldraden komt op stamper vd zelfde bloem.
2. Stuifmeelkorrels, de ♂ gameten, versmelten met eicellen, de ♀ gameten vd zelfde bloem.
Hulp van hommel: hommel laat bij bezoek aan plant stuifmeel achter op de stempel vd stamper: eicellen raken bevrucht.
Handmatige bestuiving*:
1. Meeldraden verwijderen van pas geopende bloem (zitten als krans om de stamper)
2. Stuifmeel verwijderen met een trilnaald van een andere bloem
3. Stuifmeel overbrengen via een buisje op de stamper vd bloem.
* Deze geslachtelijke voortplanting levert nieuwe allelen combinaties.
Ongeslachtelijke voortplanting: nakomelingen zijn genetisch identiek aan de ouderplant. Gunstig bij nieuwe plantensoort.
PLANTEN UIT HET LAB
Genetische modificatie: hierdoor ontstaan planten met extra allelen voor nieuwe eigenschappen.
Allelen vd zelfde soort: cisgene planten ontstaan
Allelen van verschillende soorten: transgene planten ontstaan.
Plasmiden: kleinere cirkelvormige stukken DNA; en is een vector (transportmiddel) om allel over te brengen.
Werkwijze voor cisgene/transgene planten is hetzelfde:
1. Gewenste allel uit cellen vh donororganisme wordt geïsoleerd.
2. In een plasmide van een geschikte bacteriecel wordt het te verplaatsen allel ingebouwd.
3. Plasmide gaat terug naar een bacterie, via bacterie dringt de plasmide een plantencel binnen: allel komt in DNA vd plantencel
4. Via markergen: is zo’n cel op te sporen, heeft bv resistentie tegen antibioticum.
5. Via weefselkweek: cel groeit uit tot nieuwe plant
§21.2 WATER
Sporen: haploïde cellen die dienen voor de vermeerdering van schimmels (schimmelsporen groeien overal id lucht).
Mycelium: haploïde cellen als schimmeldraden.
Hoe verwelkt/vergeelt een plant?
Schimmel komt id grond terecht id buurt van wortels
Schimmel kiemt het wortelstelsel binnen
Mycelium groeit omhoog de stengel in
Id transportkanalen vd stengel vormt het mycelium nieuwe sporen die na kieming transportkanalen verstoppen.
WATEROPNAME
Wortelharen: hierdoor nemen planten water met opgeloste mineralen op.
Vergrote epidermiscellen (opperhuidcellen) aan uiteinden van jonge worteltoppen.
Vergroten het opp er kan dus meer water opgenomen worden
2 routes na wateropname richting centrale cilinder met transportvaten:
1. Apoplast-route: water en mineralen gaan via celwanden
2. Symplast-route: water en mineralen gaan via celmembranen en grondplasma.
, Endodermis vd wortel: ligt om de centrale cilinder
Bandjes van Caspari: celwand met laagje suberine (kurk) om endodermiscellen; werkt als waterdicht laagje bij endodermis.
Symplast route: als enige mogelijk om door celmembraan vd endodermiscellen id centrale cilinder te komen.
Actieve processen: benodigde ATP maken de cellen alleen bij voldoende zuurstoftoevoer en juiste temperatuur.
Actieve processen plaats: celmembranen aan binnen-en buitenzijde vd endodermiscellen.
Actief transport: mineralen gaan tegen het concentratieverschil in naar centrale cilinder (conc. mineralen stijgt hierin)
Osmose: hierdoor volgt het water, gevolg: overdruk (0,05 – 0.5 MPa)
Worteldruk: zichtbaar als er geen/weinig water uit de bladeren verdampt en worteldruk hoog is door hoge bodemtemp.
Planten gaan druppelen: via poriën komen waterdruppels uit bladeren.
HOUTVATEN
Houtvaten: speciale transportkanalen/nauwe buisjes die water en mineralen vervoeren.
Ontstaan uit: Langgerekte cellen door een met houtstof versterkte celwand en afgestorven celinhoud.
Bestaan uit: Holle buisjes met daar omheen ringen van houtstof.
Houtstof: voorkómt dat de houtvaten inklappen bij watertransport.
Cohesie: watermoleculen trekken elkaar aan doordat ze polair zijn (één kant -lading, andere kant +lading).
Gevolg: Water vormt lange draad id houtvaten
Adhesie: watermoleculen trekken aan wanden vd houtvaten en andersom.
Gevolg: Water gaat omhoog id houtvaten
TRANSPORT VAN WATER EN VERDAMPING
Verdampingsstroom: bladeren ‘zuigen’ het water via de houtvaten op uit de wortels.
Water: hierin zitten mineralen die cellen nodig hebben.
Verdamping: speelt rol bij koelen vd bladeren
Waterpotentiaal/-druk: wordt geleverd door zwaartekracht, verdampingsstroom, worteldruk en cohesie- en adhesiekracht.
Ψ (waterpotentiaal) van zuiver water is 0.
Ψ wordt lager dan 0 door opgeloste stoffen, verdamping door bladeren en door cohesie- en adhesiekracht.
Ψ verschil tussen twee planten: richting watertransport (stroomt van negatief (-0,6 MPa) naar negatiever (-7,0 MPa))
Ψ water stroomt dus vanuit schors vd wortels via houtvaten naar top vd plant.
Verdamping: vindt vooral plaats via openingen id bladeren/stengels
Huidmondjes open: verdamping neemt toe met temperatuur en windsterkte.
Huidmondjes gesloten: er vindt geen verdamping plaats
*hoge luchtvochtigheid remt verdampingssnelheid af.
Voorjaar: geen verdamping in bomen
Transport in houtvaten vindt plaats oiv hoge worteldruk
Hoge worteldruk ontstaat door opgeslagen suikers die ih water vd houtvaten oplossen
Gevolg: Osmose van water uit schors naar houtvaten
§21.3 FOTOSYNTHESE
Netto vergelijking fotosynthesereactie: 6 CO2 + 6H2O C6H12O6 + 6O2.
Fotosynthese: er vindt omzetting plaats van lichtenergie (fotonen) in chemische energie (glucose).
Planten/bacteriesoorten: fotoautotroof en nemen geen organische stoffen op voor eigen energievoorziening.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller JudithVWO. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.26. You're not tied to anything after your purchase.