100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Oefentoets $7.48   Add to cart

Other

Oefentoets

 14 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Oefenvragen gebaseerd op hoofdstuk twee van het boek Het palet van psychologie. Voorzien van vraag én antwoord.

Preview 2 out of 5  pages

  • August 4, 2022
  • 5
  • 2020/2021
  • Other
  • Unknown
avatar-seller
Essayvragen H2 Het Palet van de Psychologie. De psychoanalyse

1. Wat zijn de zes uitgangspunten van de psychoanalyse?
Psychoanalyse verwijst naar een bepaalde behandelvorm van psychisch lijden en verloopt
volgens een methode die de betekenis van onbewust gebleven conflicten aan het licht wil
brengen.
1. Psychoanalyse gaat uit van subjectieve ervaringen van den mens.
2. Psychoanalyse gaat er ook vanuit dat wij ons gedrag niet altijd bewust aansturen. Maar
onbewust of door emoties, of gebeurtenissen.
3. Psychoanalyse gaat ervanuit dat de mens een onbewuste heeft. Zoals onbewuste
wensen, maar die kunnen actief ons gedrag beïnvloeden.
4. De psychoanalyse gaat uit van het conflict model; het waarneembare gedrag komt voort
uit bewuste gedachten en dromen, die bepaald worden door onbewuste wensen. Aldoor
het feit dat ze niet geaccepteerd worden.
5. Al ons gedrag heeft betekenis; psychoanalyse gaat ervanuit dat ongelukjes zoals
verspreken en vergissingen niet bestaan, maar dat die een verborgen betekenis heeft,
die 2 invloeden heeft; een wens en een verbod. De psychoanalyse probeert de verborgen
betekenis te verhelderen
6. De psychoanalyse gaat ervanuit dat ervaringen uit het eerste levensjaar belangrijke
persoonlijkheid (karaktertrekken) bepalen. Zoals veel stress kan negatieve invloeden
hebben voor later.

2. Wie is de ‘uitvinder’ van de psychoanalyse?

Sigmund Freud.

3. psychoanalyse is door twee belangrijke wetenschapstheorieën beïnvloed: de
natuurwetenschappelijke en de romantische benadering. Welke twee mensbeelden passen
bij de psychoanalyse?

Het mechanistisch mensbeeld (oorzaak – gevolg relatie) en het personalistisch mensbeeld (het
word bekeken vanui t het individu).

4. In de psychoanalyse wordt later vooral ‘uitlegkunde’. Wat betekent dit?

Bij uitlegkunde word een betekenis toegekend aan gedrag en dromen, waardoor het begrijpelijk
kan worden gemaakt.

5. Freud zei dat de onbewuste innerlijke wensen van mensen naar boven kwamen in hun
dromen. Door deze dromen te analyseren, probeerde Freud te ontdekken wat hun wensen w
aren. Hij maakte onderscheid tussen manifeste en latente inhoud van dromen. Wat
betekent dit?

Zijn droomtheorie komt erop neer dat de droominhoud die iemand zich nog kan herinneren na
het ontwaken de manifeste inhoud is en dat dit voorkomt uit onbewuste innerlijke wensen, de
latente inhoud.

6. Uit welke vijf hoofdonderdelen bestaat de psychoanalyse?
- Een theorie over onbewuste mentale processen.
- Een theorie over de ontwikkeling van een psychiatrische structuur bij een individu.
- Een theorie over psychoseksuele ontwikkelingen van kinderen.
- Een theorie over verdedigingsmechanismen.

, - Een praktijktheorie.
7. Volgens Freud bestaat het geheugen van mensen uit drie mentale processen: het
onbewust, het voorbewuste en het bewuste. Wat is het verschil tussen deze drie mentale
processen? Koppel deze drie mentale processen aan het primaire en secundaire proces.


Het primaire proces kenmerkt het onbewuste, dit kent alleen maar wensen en geen waarden of
normen. Ook wel het lustprincipe genoemd oftewel het ID.

Het secundaire proces word gekenmerkt door het (voor) bewuste, het individu moet rekening
houden met de realiteit en de waarden en normen van de buitenwereld. Ook wel het
realiteitsprincipe genoemd.

8. Freud veronderstelt dat mensen twee aangeboren driften hebben. Welke zijn dat en wat
houden deze in?

Sexuele levensdrift; dit hoort bij je lust. Optimistisch mens beeld.

Doodsdrift; agressie. Pessimistisch mensbeeld.

9. De psychische structuur (= persoonlijkheid) van mensen bestaat uit drie onderdelen. Welke
zijn dit en wat betekenen deze?

- ID; dit staat gelijk aan alleen maar het onbewuste en driften, zoals bij een baby. Het ID is gericht
op behoeften en is gericht op bevrediging van die lust; zoals warmte en honger. Het primaire
proces is van toepassing op het ID.

- EGO; aangezien de verlagen van het ID niet altijd gelijk kunnen waargenomen worden,
verandert er een deel in het ID in een rationeel structuur; het EGO. Dit staat voor gezond
verstand. Dit is het secundaire proces en is actief als je bewuste dingen doet. Je word ook bewust
van de realiteit, je lust kan niet altijd in een keer bevredigd worden. het realiteitsprincipe is het
dominante principe geworden.

- Superego; dit element komt er als laatst bij. Dit is het ik-geweten. De superego ontwikkeld zich
vanuit de ego, het functioneert als geweten. Er word hier een ideaalbeeld opgedaan, dit beeld
word vaak als eerst door de ouder van hetzelfde geslacht vervuld. En maakt de waarden en
normen van die ouder eigen.

10. /11. Welke zes ontwikkelingsfasen heeft Freud onderscheiden?
Welke erogene zone en welk conflict staan centraal binnen de zes ontwikkelingsfasen?

- Orale fase; tot 9/12e maand. De mond is erogene zone, vanwege de voeding van het kind. En
sabbelen op dingen
- Anale fase; het kind word zindelijk, jongetjes worden nieuwsgierig naar hun anus en de EGO
ontwikkelt hier. Het kind ontdekt hier dat hij zijn omgeving kan beïnvloeden.
- Fallische fase; dit is de geslachtsdeel fase. Het kind vind het prettig om met zijn of haar
geslachtsdeel te spelen. Het is daarin over geïnteresseerd. Jaar 3/4.
- Oedipale fase; dit heeft te maken met de ontwikkeling van identiteit. En leert conflicten op te
lossen. Jaar 4/5.
- Latentie fase; emotionele rust en seksuele interesse. Jaar 6 tot puberteit.
- Genitale fase; puberteit, voorbereiding op volwassenheid, met ontwikkeling en intieme
relaties. Vanaf puberteit/volwassen tot dood.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jerushavandenbos. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $7.48. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

77254 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$7.48
  • (0)
  Add to cart