Inleiding
- Er zijn weinig soort van handleiding voor schrijven van fictie
- E.M. Fosters ‘Aspects of the Novel’ (1927) is gezaghebbend, maar
inmiddels een beetje onnauwkeurig
- Milan Kundera; 3 boeken over de kunst van het schrijven, maar eerder
een romancier en een essayist dan een praktische criticus
- 2 favoriete literatuurcritici van James Wood: Russische formalist Viktor
Sjklovski en de Franse formalist annex structuralist Roland Barthes
- Ze dachten als schrijvers; hadden aandacht voor stijl, woorden, vorm,
metaforiek en beeldspraak; maar ze lijken verveemd geraakt van het
creatieve instinct
- In dit boek probeert James Wood essentiële vragen te stellen over de
kunst van het scheppend proza;
o Is realisme realistisch?
o Wat is een succesvolle metafoor?
o Wat is een personage?
o Hoe herkennen we briljant gebruik van details in fictie?
o Wat is point of view en hoe werkt het?
o Wat is fantasierijke genegenheid?
o Waarom ontroeren romans ons?
- Overkoepelende stelling: literaire fictie is zowel kunstmatig als
levensecht, er is niks moeilijks aan het samen laten gaan van
deze twee mogelijkheden.
Het vertellen
- Traditioneel: Betrouwbaar vertellen (in de derde persoon, bijv: Tolstoj)
vs. onbetrouwbaar vertellen (in de eerste persoon, bijv: Humbert
Humbert)
- Voor veel schrijvers is de standaard alwetende verteller die de derde
persoon gebruikt bedrog. (bijv. volgens Sebald)
- Eigenlijk is de vertelling in de 1ste persoon juist eerder betrouwbaar dan
onbetrouwbaar en de alwetende verteller eerder selectief dan
alwetend
o De verteller heeft veel zelf-inzicht
o Of; we weten dat de verteller onbetrouwbaar is, de lezer leert
hoe we de verteller moeten begrijpen
- Alwetendheid is bijna onmogelijk, het verhaal buigt zich om het
personage heen
, - De vrije indirecte rede; intieme derde persoon / in het personage
duiken
o “Ze ziet er zo ongelukkig uit,” dacht hij, “bijna ongezond.” Hij
vroeg zich af wat hij moest zeggen.’ directe / geciteerd taal;
ouderwets
o ‘Hij keek vluchtig naar zijn vrouw. Ze zag er zo ongelukkig uit,
dacht hij, bijna ongezond. Hij vroeg zich af wat hij moest
zeggen.’ omschreven / indirecte taal; herkenbaarste ,
gewoonste manier van vertellen
o ‘Hij keek vluchtig naar zijn vrouw. Ja, ze zag er weer afgemat en
ongelukkig uit, bijna ongezond. Wat moest hij verdomme
zeggen?’ vrije indirecte rede; zit tegen the stream of
consciousness aan
- Vrije indirecte rede is het krachtigst wanneer hij nauwelijks
zichtbaar of hoorbaar is; de aanwezigheid van de auteur moet
gecompliceerd zijn
- ‘Ted keek door zijn dwaze tranen heen naar het orkest.’; het woord
‘dwaze’ hoort op de een of andere manier zowel bij de auteur als bij
het personage. Het is niet duidelijk wie het woord in de mond neemt
- In ‘What Maisie Knew’ wil de auteur Henry James de lezer in de
verwarring van een jong meisje plaatsen, en hij wil het verderfelijke
gedrag van volwassenen beschrijven door de ogen van de kinderlijke
onschuld
o Door de vrije indirecte rede die hij gebruikt wordt je in de richting
van het personage getrokken maar ook weer weg van haar.
Sommige woorden zijn van haar en andere woorden juist van de
auteur.
- Sprake van een laatste verfijning van de vrije indirecte reden wanneer
de kloof tussen de auteursstem en de stem van een personage geheel
weg lijkt te vallen; wanneer de stem van een personage in opstand is
gekomen en de hele vertelling overneemt. Bijv: begin van Rothschilds
viool, van Tsjechov. Het hele verhaal is door de ogen van de
doodskistenmaker
- Ongeïdentificeerde vrije indirecte rede; in de alwetende derde
persoon maar door de ogen van een hele groep
- Enerzijds wil de schrijver zijn eigen woorden gebruiken en de baas zijn
over een persoonlijke stijl; anderzijds vouwt het schrijven zich om de
personages en hun spraakgewoonten heen; dillema het scherpst in de
ik-vorm; de verteller doet net of hij tegen ons spreekt, terwijl in feite de
auteur zich tot ons richt
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Suuz_1994. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.35. You're not tied to anything after your purchase.