100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Algemene Rechtswetenschap 2 Werkgroepen/Klapper $3.88   Add to cart

Answers

Algemene Rechtswetenschap 2 Werkgroepen/Klapper

 241 views  4 purchases
  • Course
  • Institution

Antwoorden werkgroepen Algemene Rechtswetenschap 2. Week 7 is gratis beschikbaar

Preview 5 out of 56  pages

  • December 18, 2015
  • 56
  • 2015/2016
  • Answers
  • Unknown
avatar-seller
Werkgroepen/Klapper ARW 2 2015/2016



Werkgroepen/Klapper ARW 2




Edwin van der Velde Rijksuniversiteit Groningen

,Werkgroepen/Klapper ARW 2 2015/2016




Inhoudsopgave
Inhoudsopgave.................................................................................................................... 2

Opdracht ARW 2 Week 1- Rechtsvorming............................................................................3

Opdracht ARW 2 Week 1- Rechtsvinding.............................................................................6

Opdracht ARW 2 Week 2- Rechtsvorming..........................................................................10

Opdracht ARW 2 Week 2- Rechtsvinding...........................................................................14

Opdracht ARW 2 Week 3- Rechtsvorming..........................................................................18

Opdracht ARW 2 Week 3- Rechtsvinding...........................................................................23

Opdracht ARW 2 Week 4- Rechtsvorming..........................................................................27

Opdracht ARW 2 Week 4- Rechtsvinding...........................................................................31

Opdracht ARW 2 Week 5- Rechtsvorming..........................................................................32

Opdracht ARW 2 Week 5- Rechtsvinding...........................................................................35

Opdracht ARW 2 Week 6- Rechtsvorming..........................................................................39

Opdracht ARW 2 Week 6- Rechtsvinding...........................................................................42




Edwin van der Velde Rijksuniversiteit Groningen

,Werkgroepen/Klapper ARW 2 2015/2016




Opdracht ARW 2 Week 1- Rechtsvorming
Vragen bij Ondernemingsrecht
1. De eenmanszaak: de bedrijfsvoering is overzichtelijk en er zijn geen juridische
obstakels (op inschrijving in het handelsregister van de Kamer van Koophandel
na). Bovendien blijkt uit de casus dat Erik de rechtspersoon alleen wil starten,
waardoor een eenmanszaak voor de hand liggend is. (pagina 3941)



2. De Naamloze Vennootschap. Hierbij is het namelijk mogelijk om aandelen uit te
geven die niet op naam staan, hetgeen blijkens de casus een vereiste is (art. 2:64
en 82 BW en pagina 401)



3. Onjuist. De ondernemers (beherende vennoten) zijn in beginsel juist wel
(hoofdelijk) aansprakelijk voor de schulden met hun privévermogen, de stille
vennoten tot het ingebrachte bedrag. (pagina 397)



4. a. Onjuist. Bij een vof zou Robbert de volmacht niet hoeven verkrijgen (art. 17 jo.
18 WvK), terwijl dit bij de 'gewone' maatschap wel het geval is: Robbert en Irene
richten dus een 'gewone' (stille) maatschap op. ER is sprake van een beroep geen
bedrijf en er is geen sprake van een oprichting door akte. (pagina 395-397)



b. Onjuist. Art. 7A:1680 BW bepaalt dat de vennoten niet hoofdelijk aansprakelijk
zijn zoals bij een vof, maar ieder naar gelijke delen. Voor zover klopt het dus,
maar een stille maatschap heeft geen afgescheiden vermogen.




1 Indien met dergelijke paginanummers wordt verwezen, wordt in dit document altijd
het volgende boek bedoeld: J. W. P. Verheugt, Inleiding in het Nederlandse Recht,
Amsterdam: Uitgeverij De Zuidas 2015, achttiende druk



Edwin van der Velde Rijksuniversiteit Groningen

,Werkgroepen/Klapper ARW 2 2015/2016


5. Juist. Stille vennoten treden, in tegenstelling tot beherende vennoten niet naar
buiten op en voeren niet het beheer, maar zijn naar evenredigheid ook 'slechts'
aansprakelijk tot het ingebrachte bedrag, waar beherende vennoten hoofdelijk
aansprakelijk zijn. (pagina 397 en art. 20 lid 3 WvK).



6. Onjuist. Deze vraag kan het best beantwoord worden aan de hand van
voorbeelden: de openbare maatschap, vof en cv hebben geen
rechtspersoonlijkheid, maar wel een afgescheiden vermogen. (pagina 398). (ook
ondernemingen met rechtspersoonlijkheid zoals BV's of NV's hebben een
afgescheiden vermogen, pagina 400 en art. 2:64 en 175 lid 1 BW)). Dit
afgescheiden vermogen betekent echter niet per definitie dat persoonlijke
aansprakelijkheid is uitgesloten, dat wordt er slechts door bemoeilijkt.



7. Onjuist. De BV kent uitsluitend aandelen op naam, conform de wettelijke
blokkeringregeling van art. 2:195 lid 1 BV. Lid 3 en 4 staan nadere
blokkeringregelingen toe maar kunnen de voorgenoemde vereiste niet opheffen
(pagina 402).



8. Juist. Hoewel zij bepaalde bevoegdheden aan het bestuur kan overdragen (zoals
emissie), beschikt de a.v.a. in beginsel over deze bevoegdheden (ook de benoeming,
het ontslag en de schorsing van bestuurders), waardoor de juridische macht bij de
a.v.a. ligt en niet bij de bestuurders. (pagina 403 en art. 2:107 en 217 BW).



9. Onjuist. De Europese vennootschap is een structuurvennootschap en valt in de
wet onder de grote naamloze vennootschap, waardoor ook deze onderneming tot
de limitatieve opsomming van art. 2:3 BW behoort en dus rechtspersoonlijkheid
heeft. (pagina 415 en o.a. art. 2:152 BW) (Voornamelijk op basis van een Europese
regeling)



10. a. Juist. De coöperatie onderscheidt zich van een 'gewone' vereniging door al doel
te (moeten) stellen in stoffelijke behoeften te voorzien van haar leden (en dus
winst uit te keren, art. 2:53 BW en pagina 408)). Om dit doel, dat aangemerkt kan
worden als een verplichting volgens de statuten, te behalen maakt de coöperatie
de inkoopkosten.
b. Onjuist. De coöperatie is een rechtspersoon, heeft zodoende een afgescheiden
vermogen waarvoor beperkte aansprakelijkheid geldt.




Edwin van der Velde Rijksuniversiteit Groningen

, Werkgroepen/Klapper ARW 2 2015/2016


11. Juist. Blijkens art. 2:26 lid 3 BW mag de winst niet onder de leden van een
vereniging worden verdeeld (pagina 405) en blijkens art. 2:285 lid 3 mag in een
stichting geen winst worden uitgekeerd aan bestuurders (maar alleen worden
benut ten behoeve van een ideëel doel), waardoor de stelling juist is. (pagina 410)


Vragen bij Arbeidsrecht
12. Om te beoordelen of hier sprake is van een arbeidsovereenkomst (art.
7:610 BW) moeten de vier kenmerken daarvan worden uiteengezet (pagina 430).
Gezien het feit dat Marleen Iris duidelijke instructies meegeeft is er sprake van
ondergeschiktheid (geringe zelfstandigheid) en zodoende een gezagsverhouding
waarbij gesproken kan worden van het feit dat Iris de werkzaamheden 'in dienst'
uitvoert. Overeenkomst van opdracht en aanneming van werk zijn dus,
aannemende dat dit een juiste conclusie is, uitgesloten. Verder verricht Iris al
twee jaar op incidentele basis dit werk en zijn er op 24 april 2013 tevens voor
onbepaalde tijd iedere vrijdag werkzaamheden overeengekomen, zodat aan de
vereiste van 'gedurende een zekere tijd' ook is voldaan. Tot slot is er sprake van
een vergoeding ('loon') en verrichte arbeid (instructies in het huishouden),
waardoor de conclusie moet luiden dat er op 2 augustus 2013 sprake is van een
arbeidsovereenkomst. (pagina 430-436 en art. 7:610 BW)




13. Onjuist. Blijkens art. 7:668a lid 1 jo. 7:691 lid 1 BW wordt een tijdelijke
arbeidsovereenkomst omgezet naar één voor onbepaalde tijd in de twee daar
genoemde gevallen, namelijk indien gedurende een periode langer dan twee jaar
enkele arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd elkaar hebben opgevolgd of
indien meer dan drie tijdelijke contracten elkaar opvolgden met maximale
tussenpozen van 6 maanden. Voor de uitzendovereenkomst is dit 26 weken, maar
de omzetting geschiedt niet van rechtswege: moet zelf worden verricht (pagina
433)




14. Juist. Precies dit is bepaald in art 7:628a BW: mensen die minder dan 15
uur per week als oproepkracht fungeren hebben recht op loon over een periode
van 3 uur, ook als ze minder hebben gewerkt. (pagina 435)




15. Juist. De inhoud van een overeenkomst, ook een arbeidsovereenkomst,
wordt in beginsel bepaald door art. 6:248 BW. Onder andere de partijafspraak en
de wet zijn bronnen voor de inhoud. De partijafspraak zijn hier onder andere de
Cao-voorwaarden en de wet de dwingendrechtelijke wetsbepalingen (uit het BW).
(o.a. pagina 446)


Edwin van der Velde Rijksuniversiteit Groningen

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller edwin7788. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.88. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

83822 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.88  4x  sold
  • (0)
  Add to cart