Week 1: Algemene introductie
Belasting”?
Hofstra: “Belastingen zijn betalingen die de overheid op grond van een publiekrechtelijke
regeling, uitsluitend of mede ter verwerving van inkomsten door de in die regeling aangewezen
lichamen, en anders op grond van een privaatrechtelijke overeenkomst, dwangmatig en
overeenkomstig algemene regelen vordert”
In juridische zin: Belasting is datgene, wat de nationale wetgever als belasting wenst te
duiden (kijken meer naar rechtvaardigheid)
In economische zin: inkomens- (of vermogens)overdrachten, anders dan bij wijze van
straf, van niet-overheidshuishoudingen naar en ten behoeve van een of meer
overheidshuishoudingen als zodanig, en wel krachtens rechtsregels
(kijken meer naar doelmatigheid)
Belang van kwalificatie als belasting?
Belastingen mogen slechts krachtens wet worden geheven (art. 104 GW)
Uitvoering van belastingheffing hangt samen met bijzondere bevoegdheden van
overheidsfunctionarissen die zij in hun hoedanigheid van belastingheffende autoriteit
hebben
Belastingverdragen (dubbele heffing van bedrijven in twee verschillende landen
voorkomen)
Functies
Budgettaire functie: overheid moet uitgaven financieren d.m.v. belastingheffing.
Instrumentele functie: onder te verdelen in allocatieve functie (overheid probeert invloed
uit te oefenen d.m.v. accijnzen) en in de stabilisatiefunctie (overheid probeert
conjunctuurbeleid te voeren, d.m.v. wiebeltax: bevoegdheid om tax aan te passen als de
conjunctuur daar om vraagt)
Steunfunctie: vennootschapsbelasting belast de BV wel (werkt ondersteunend ten
opzichte van de inkomstenbelasting)
Grondbeginselen van belastingheffing
Vooral door juristen (rechtsvaardigheidsbeginselen)
Draagkrachtbeginsel
Profijtbeginsel: je betaalt naar mate je profeit hebt aan bepaalde overheidsvoorzieningen
(door baatbelasting)
Beginsel van de bevoorrechte verkrijging: voordeel waarmee je geen rekening hebt
gehouden. (kansspelbelasting en erfbelasting)
Vooral door economen (doelmatigheidsbeginsel)
Welvaartsbeginsel: overheid bouwt faciliteiten in de wet in om welvaart van bevolking te
bevorderen (accijnzen)
Beginsel van minste pijn: belasting moet efficiënt zijn georganiseerd (maar naar een loket
moeten)
Beginsel van optimale realisatie: probeert een zo goed mogelijk evenwicht te zoeken
tussen rechtvaardigheids en doelmatigheidsbeginsel (spanningsveld)
,Directe belastingen: degene die de belasting verschuldigd is voelt hem ook
(inkomstenbelasting)
Indirecte belastingen: degene die hem afdraagt, voelt hem niet. (BTW)
BTW: levert product voor 100 met 19% btw
A onderneming ---------------------> B onderneming ------------------------> C consument
afdragen aan de Fiscus afdragen aan de Fiscus
(consument betaalt, maar voelt de BTW niet)
Loonbelasting (werkgever is inhoudingsplichtige en geen belastingplichtige)
Loonbelasting is een soort voorheffing op de inkomstenbelasting.
Subjectieve belasting: subject (belastingplichtige) staat centraal, er wordt rekening
gehouden met persoonlijke omstandigheden
Objectieve belasting: geen rekening gehouden met persoonlijke omstandigheden.
Bronheffingen: Als vennootschap winst maakt, wordt er 15% ingehouden om af te
dragen aan de fiscus (dividendbelasting)
Van 100 gaat 85 naar de aandeelhouder en 15 naar de fiscus.
Voorheffingen: werkgever (inhoudingsplichtige) houdt een deel van het inkomen van de
werknemer (belastingplichtige) in en draagt dit af aan de fiscus. Dit wordt aan het eind
verrekend met de verschuldigde inkomstenbelasting. (loonbelasting/divbel)
= geen belastingdruk verhogend effect.
Verschil met voorlopige aanslag: belastingschuld wordt vooruit betaald. (formele traject)
, Materieel belastingrecht: geheel van bepalingen over ontstaan, grootte en tenietgaan
belastingschuld (toepassen van inkomsten/vennootschapsbelasting ev)
wie, waarover, hoeveel en wanneer heffen?
Bronnen: rijksbelastingwetten, belastingvoorschriften, lagere overheden, verdragen, EU
regelgeving, jurisprudentie, a.b.b.b.
Formeel belastingrecht: geheel van rechtsregels dat er uiteindelijk voor moet zorgen dat de
materiële belastingschuld ook daadwerkelijk wordt betaald
Awr, Awb en Invorderingswet
Verhouding Awr en Awb? (Awb: algemene regels - Awr: bijzondere regels: fiscale)
(belastingrecht is onderdeel van het bijzonder bestuursrecht)
Algemene rechtsbeginselen komen aan de orde bij toetsen van wetgeving aan hoger
staande normen.
Algemene beginselen van behoorlijk bestuur komen aan de orde bij toetsen van het
uitvoeringsbeleid van de fiscus (= uitvoeringsinstantie, de Belastingdienst of de
Staatssecretaris van Financiën)
Algemene rechtsbeginselen: Algemene beginselen van behoorlijk bestuur:
1. Rechtsgelijkheid (art. 1 GW / 14 EVRM / 1. Zorgvuldige voorbereiding (art. 3:2 Awb)
26 IVBPR) 2. Détournement du pouvoir (art. 3:3 Awb)
2. Rechtzekerheid (m.n. jurisprudentie) 3. Belangenafweging (art. 3:4 lid 1 Awb)
3. Vertrouwen (m.n. jurisprudentie) 4. Evenredigheid (art. 3:4 lid 2 Awb)
4. Goede trouw 5. Gelijkheid
5. Legaliteit (art. 104 GW) 6. Vertrouwen
6. Rechtsvaardigheid 7. Motivering
7. Doelmatigheid 8. Bekendmaking
Toetsing beginselen:
- Art. 120 GW verbod toetsing formele wet aan in GW vastgelegde algemene rechtsbeginselen
- Verdragen, m.n. artt. 14 EVRM en 26 IVBPR toetsing aan in verdragen vastgelegde algemene
rechtsbeginselen is wel mogelijk, mits verdrag door NL is geratificeerd
- Lagere wetgeving, bijv. gemeentelijke belastingverordening toetsing van lagere wetgeving aan
GW, verdragen én algemene rechtsbeginselen is wel mogelijk
Heffingssystemen (Aanslagbelastingen en aangiftebelastingen)
heffing bij wege van aanslag navorderen - initiatief bij inspecteur (strengere eis voor
inspecteur: er moet een nieuw feit zijn als er te weinig belasting wordt geheven)
inkomstenbelasting/ vennootschapsbelasting
art 6 e.v. H3 AWR
Heffing bij wege van voldoening/afdracht op aangifte naheffen - initiatief bij
belastingplichtige, minder eisen voor inspecteur loonbelasting, BTW
art 19 e.v. H3 AWR
- voldoening: belastingplicht
- afdracht: inhoudingsplicht
Heffing van belasting bij wege van uitnodiging tot betaling
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Tous90. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.50. You're not tied to anything after your purchase.