100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Colleges jaar 1 semester 2 thema 7 RUG 21/22 $7.46   Add to cart

Class notes

Colleges jaar 1 semester 2 thema 7 RUG 21/22

 8 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Colleges jaar 1 semester 2 thema 7 RUG 21/22

Preview 4 out of 66  pages

  • August 7, 2022
  • 66
  • 2021/2022
  • Class notes
  • Hiske van duinen
  • All classes
avatar-seller
Thema 1.2.2
Introductie college: Meervoudig letsel
Airway= bedreigde ademweg
Breathing= bedreigde gaswisseling
Circulation= bedreigde circulatie
Disability= bewustzijnsverlies/ neurologische uitval
Exposure/Environment= lichaamstemperatuur en blootstelling

De bij adem te overwinnen krachten zijn de elastische krachten
• Terugveer krachten van de long
• Terugveer krachten van de thoraxwand
= omgekeerde van de compliantie
En de weerstandskrachten
• Luchtwegweerstand
• Weefselweerstand

Statische volume-druk relatie, ruststrekkingscurve

• Gemeten bij stilstaande ademhaling => luchtwegweerstand = 0
• Helling is maat voor compliantie
• Transmurale druk
• We ademen niet zelf in -> de longen wordt lucht ingeperst om
te kijken hoeveel ze oprekken



Dynamische Volume-Druk relatie


Breedte van de ellips is mate voor weerstand. De helling is een
maat voor compliantie. De waardes zijn belangrijk om uit je hoofd
te kennen
Ademarbeid bij een gezonde
Driehoek is de arbeid benodigd om de longen op
te rekken. Halve ellips is nodig om de weerstand
te overwinnen. De hele driehoek met de
buitenste ellips is de arbeid die je verricht bij
inademing. Het driehoekje komt weer vrij bij
expiratie, en die kun je gebruiken om de
weerstand bij uitademing te overwinnen

,Intrapleurale en transmurale drukken aan het begin en einde van de inademing moet je
kennen
Transmurale druk = pleurale druk- atmosferische druk. Hoe verandert dit bij inademing?

Airtrapping = als de transmurale druk over de longwand positief is, blijven de alveoli en
bronchioli open staan. Wanneer je veel druk creëert in je borstkas, gaat de druk in omhoog
in je longen en intrapleurale ruimte omhoog. Wanneer je de lucht uitblaast krijg je een
drukgradiënt. Op bepaalde punten is de druk in de intrapleurale ruimte hoger dan in de
bronchioli, waardoor ze worden dichtgeduwd. Dus zodra de transmurale druk over de
longwand negatief wordt, krijg je airtrapping omdat de bronchiolen tegen elkaar worden
geduwd.
Obstructieve longaandoeningen zorgen voor airtrapping.: astma, COPD (chronische
ontsteking van bronchiën, waardoor de diameter kleiner wordt, weerstand neemt toe)
➔ Je noemt iets een obstructie wanneer er moete is met uitademing, door een
verhoogde weerstand of een toegenomen compliantie

Restrictieve aandoeningen: longfibrose, kyfoscoliose (verminderde longcapaciteit)

Flow-volume diagram
Flow naar binnen is naar beneden en de flow naar buiten is omhoog.
Op de x-as hebben we het volume = geforceerde vitale capaciteit
• 1e piek wordt veroorzaakt door lucht in de grote luchtwegen

Verhoogde ademarbeid
• Verstoorde ventilatie
- Verhoogde weerstand
- veranderde compliantie van long en/of thorax
• V/Q-stoornissen
- Richting alveolaire dode ruimte ventilatie (lucht aan het verversen, maar er stroomt
geen bloed langs)
- Richting R-L shunt (er stroomt wel bloed maar de alveoli worden niet geventileerd)
• Diffusiestoornissen
- Wet van Fick
- Veranderde bloedstroomsnelheid (als het bloed sneller stroomt is er minder tijd
voor diffusie)
• Verstoord gastransport
• Tekort aan Hb

Als je ademarbeid toeneemt voel je je benauwd. Veelvoorkomende oorzaken van dyspneu
zijn
▪ Longaandoeningen
▪ Thoraxletsel (als je een rib breekt, ga je hier minder naartoe ademen, rib kan door de
long heen steken-> klaplong)
▪ Hartaandoeningen (perfusie loopt niet goed, of je krijgt een longoedeem)

, ▪ Neuromusculair
▪ Ademhalingsspieren of deze aansturing hebben een probleem
▪ Psychogeen
▪ Intra-abdominaal (interne bloeding hoopt zich op in buikholte, zorgt voor hogere
druk en duwt tegen longen aan waardoor compliantie laag wordt
▪ Medicatie
▪ Metabool (perifere chemosensoren zijn gevoelig voor je pH)




Analytisch Redeneren week 24
Pneumothorax door een thoraxwand verwonding
Bij een open pneumothorax kan er lucht in en uit. Door
bijvoorbeeld een thoraxwand verwonding kan er lucht van buitenaf tussen de longen en
ribben gaan zitten.
Tijdens inademing verlaag je de druk in de thoraxholte en vergroot je de ruimte. Je zuigt nu
niet alleen lucht aan wat de long in gaat maar ook lucht vanuit buitenaf. De lucht kan tegen
longen en hart aanduwen waardoor de boel verplaatst naar de kant waar geen
pneumothorax is. Op het moment van expiratie gaat de lucht er weer uit en kan de long en
hart naar de kant van de pneumothorax verplaatsen. Kenmerkend bij zo’n pneumothorax is
dat de ademhaling niet symmetrisch is en de thorax aan de kant van de klaplong wat naar
buiten staat, de andere kant zie je meebewegen met de ademhaling.

Effect pneumothorax
Patiënt krijgt 50% O2 toegediend. Wat is de PiO2? (normaal 150)
PiO2= 0,5 x (760-47)= 357mmHg
Hierbij verwacht je een PAO2 van 225 mmHg (normaal 104)
Alveolaire gasvergelijking:
RQ= 0.8
PaCO2= 40

De P(A-a)O2-gradiënt is verhoogd. Normaal is deze 5-10. Dit komt door:
- V/Q-stoornis
- Diffusie stoornis

Bij de patiënt in de casus is er geen ventilatie door de geklapte long. De ventilatie perfusie
stoornis is een shunt. Er is namelijk wel perfusie. De bloedvaten doen hypoxische
vasoconstrictie in de geklapte long. Al het bloed gaat naar de gezonde long. Daar gaat de
perfusie omhoog. De V/Q gaat omlaag -> shunt (veel meer perfusie)
De linkerlong ontplooit moeilijker, er zit meer bloed in en kan moeilijker oprekken. De
compliantie is dus afgenomen door de grote hoeveelheid bloed.

Ventilatie probleem
Bijvoorbeeld door:
- Veranderde compliantie (oedeem, leeftijd, longaadoening)

, - Toename in luchtwegweerstand (mucus, bronchoconstrictie, compressie)
Er is niet altijd een volledige shunt; kan ook
- Onderventilatie
- Overperfusie
Shunt= zuurstofarm bloed mengt met zuurstofrijk bloed

Invloed alveolaire gasspanningen op ventilatie en perfusie
PACO2  ; bronchodilatatie, alveolaire ventilatie 
PAO2 ; vasoconstrictie, perfusie 

Halsvenen beginnen te stuwen
- Hart werkt minder goed: kan bloed minder wegpompen waardoor de centraal
veneuze druk toeneemt, bloed stroomt niet lekker naar hart.
- Harttamponade: bloed in hartzakje, bloed van buitenaf drukt op hart waardoor er
een hogere druk op komt en weinig bloed binnen komt.

Bij een ribfractuur moet je rekening houden met een spanningspneumothorax. Hierbij is er
veel druk waardoor het bloed niet terugstroomt. Er kan lucht in, maar niet uit.
Er kunnen op 2 plekken een gaatje zitten
- Gaatje vanuit buiten naar thoraxholte-> lucht komt bij inademing naar binnen, maar
kan er niet uit met uitademen. Er komt steeds meer lucht bij en hart en longen
verschuiven andere kant op.
- Gaatje in longen zelf-> lucht loopt de ruimte in maar kan niet meer terug.

Shock
Te weinig doorbloeding door weefsels waardoor cellen te weinig zuurstof krijgen en een
verstoring krijgt in de circulatie.
Op het moment dat de cellen geen zuurstof hebben krijg je lactaat vorming waardoor de pH
daalt. Je lichaam gaat meer ventileren en meer bicarbonaat productie door de nieren. Hier is
circulatie voor nodig, dit is er niet-> verstoring in osmolariteit, volume, verzuring etc.

- Hypovolemische schok (laag volume)
- Obstructieve shock (bloed kan hart niet in of niet uit)
- Cardiogene shock
- Distributieve shock (probleem in verdeling van bloed)-> bv neurogene, septische en
anafylactische shock


Responsie week 24
Flow-volume curves
Je zegt alles op de Y-as eerst. Bij het hart hebben we het over druk-volume curve. Bij de
ademarbeid zien we een volume-druk curve.

• longfibrose: verlaagde compliantie (moeilijker oprekken) dus ⇢ minder lucht in de
long; makkelijker om het er in 1 x uit te ademen (FEF1 waarschijnlijk lager dan normaal).
Totale longcapaciteit is kleiner dus je spreekt van restrictief (= probleem met totale
longcapaciteit)

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller amberboxum1. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $7.46. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

73091 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$7.46
  • (0)
  Add to cart