By: geoffreyrestrebadagonzalez • 7 year ago
By: elias_nieuwejaers • 7 year ago
By: st95 • 7 year ago
By: egzonitalokaj • 7 year ago
Show more reviews
Seller
Follow
Lindekerckhofs
Reviews received
Content preview
Bedrijfseconomie van non- profit organisaties
Doel: alle theoretisch-economische onderzoeken van een onderneming samenbrengen in één boek.
Theorie wordt gekoppeld aan empirisch onderzoek
Hoofdstuk 2: Definiëren van non-profit organisaties
2.1 Introductie
In dit hoofdstuk gaan we dieper in op de definitie van een non-profitorganisatie. Speciaal aan dit
soort organisatie is dat winsten, als er al zouden zijn, niet mogen verdeeld worden over de eigenaars,
directeurs en/of het personeel.
2.2 Het voorzien van goederen en diensten
2.2.1 Algemene organisatievormen
Publieke organisaties zijn organisaties die door de overheid
worden geleid. Ze worden bestuurd door hun eigen reeks van
beslissingsregels en mechanismen. Ze houden zich vaak bezig
met macro-economisch beleid, inkomensherverdeling en fiscaal
beleid.
Private organisaties zijn organisaties die door gewone mensen
worden opgestart.
Twee extremen:
- Profit organisaties: volgens de onzichtbare hand.
Individuen kunnen hier wel hun financieel welzijn verbeteren door de winsten van het
bedrijf.
- Non-profit organisaties
2.2.2 Reële organisatievormen
Er bestaan echter heel wat uitzonderingen op deze drie organisaties en deze zijn niet statisch.
Vb.:
A = een particulier opgerichte non-organisatie die subsidies
krijgt van de overheid
B = wettelijk particuliere non-profit organisatie opgericht en
gesubsidieerd door de overheid
C = profit organisatie in eigendom van de overheid die
eventueel subsidies krijgen
D = een stichting in eigendom en eventueel gefinancierd
door een profit organisation of een organisatie die
ondernemingen uit dezelfde sector groepeert (Vb.: Oreal
stichting)
E = hetzelfde als D maar dan ook gesubsidieerd.
Het feit dat de meeste echte organisaties mengsels zijn van algemene institutionele vormen houdt in
dat als men de praktische implicaties voor het gedrag in organisaties van theoretische voorspellingen
wil beoordelen, men twee of drie lichamen van het onderzoek in overweging moet nemen. Men
moet ze niet altijd met elkaar in overeenstemming brengen. Het gewicht van de profit, non-profit en
publieke kenmerken van de organisatie wordt bestudeerd.
1
, Uitzondering: Sociale ondernemingen
Hier bestaan heel wat definities van.
Vb.: = een zeer autonoom en participatieve organisatie opgericht door een groep van burgers of
maatschappelijke organisaties om de gemeenschap te helpen. Ze produceren continu goederen en
diensten met een minimale hoeveelheid aan betaalde werknemers en met een aanzienlijke mate van
economisch risico.
Beslissingen worden niet gemaakt op basis van de grootte van de aandelen die men bezit en
winstverdeling is mogelijk maar winstmaximalisatie is niet hun hoofddoel.
Vb.: beschutte werkplaats, bibliotheek, job training…
2.3 Definitie
Non-profit organisaties zijn organisaties die financiële overschotten niet verdelen. Men spreekt dus
van NDC (= non-distribution constraint).
Andere definitie: een non-profit organisatie zou formeel, privaat, zelf regerend en vrijwillig moeten
zijn en voldoen aan de niet-winstbeperking.
! Maar niet alle non-profit organisaties steunen op vrijwilligers.
Sommige mensen zeggen dat we moeten spreken of sociale organisaties i.p.v. non-profit
organisaties. Maar niet elke non-profit draagt bij aan maatschappelijk welzijn.
Link met vzw in België
2.4 Organisatiedoelstellingen
In economische termen zullen de doelen van de organisatie gereflecteerd worden in de
organisationele nutsfunctie: Unpo = f(…)
De ideale functie bestaat helaas niet. Er zijn mensen die streven naar een optimale output
hoeveelheid of outputkwaliteit. Anderen gaan voor break-even (want hier is de Unpo
gemaximaliseerd), cash flows (men kan de middelen later gebruiken om te investeren) of zelfs
winsten en het welzijn van hun leden en klanten.
Merk op dat het doel van de organisatie kan veranderen door verschillende omstandigheden (bv
leeftijd van de organisatie, relatie met de overheid, concurrentie van profit organisaties…)
Er kunnen non-profit organisaties bestaan die totaal tegenstellende doelstellingen hebben.
Tweedekansonderwijs (volwassenenonderwijs)
Hier kwamen vooral 40-jarige vrouwen op af aangezien zijn maar tot 14j naar school moesten en
wachten tot hun kinderen volwassen zijn.
Nu is er een totaal andere doelgroep. Hierdoor moesten de deeldoelstellingen worden aangepast (bv
didactische aanpak)
Men heeft onderzoek gedaan naar deze doelstellingen
Vb. In Brussel zijn er profit (MC = MR) en non-profit (MC > MR) rusthuizen
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Lindekerckhofs. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.15. You're not tied to anything after your purchase.