Inhoud
Samenvatting hoorcollege EU-recht.......................................................................................................1
Hoorcollege 1 de interne markt.........................................................................................................2
Hoorcollege 2 vrij verkeer van goederen............................................................................................5
Hoorcollege 3 Vrij verkeer van personen (niet-economische actieve burgers van de Unie &
werknemers)......................................................................................................................................7
Hoorcollege 4 de dienstenrichtlijn (vrijheid van vestiging & vrij verkeer van diensten)...................10
Hoorcollege 5 Het kartelverbod (101 VWEU)...................................................................................13
Hoorcollege 6 Misbruik van machtspositie.......................................................................................15
Hoorcollege 7 politieke handhaving van artikelen 101 & 102 VWEU...............................................18
Hoorcollege 8 Privaatrechtelijke handhaving van artikelen 101 en 102 VWEU................................21
Hoorcollege 9 Concentratietoezicht en verordening 139/2004.......................................................22
1
,Hoorcollege 1 de interne markt
Vier fundamentele vrijheden en mededingingsrecht
De interne markt bestaat uit de vier fundamentele vrijheden en het mededingingsrecht. De vier
vrijheden zijn het vrij verkeer van goederen, diensten, personen en kapitaal. In het
mededingingsrecht zijn vier terreinen, het kartelverbod (101 VWEU), misbruik dominante positie
(102 VWEU), concentratietoezicht (Verordening 139/2004) en de staatssteun (107 VWEU). De
interne markt is een ruimte zonder binnengrenzen, dit staat in artikel 26 VWEU. Vrede en welvaart
zijn de doelen van de Europese Unie. Productiefactoren moeten makkelijk naar allemaal
verschillende plekken kunnen. Marktmacht moet beteugeld worden en daarom is er
mededingingsrecht.
Vier fundamentele vrijheden
Er zijn twee belangrijke kernbegrippen namelijk het grensoverschrijdend element en harmonisatie.
Van alles kan de grens over gaan, als het de grens overgaat dat is het nationale recht niet meer van
toepassing. Er moet altijd een grensoverschrijdend element zijn, behalve bij de dienstenrichtlijn want
hierbij is het niet altijd nodig. Als er harmonisatie is dan pas je deze toe, bijvoorbeeld de
dienstenrichtlijn. Harmonisatie is er omdat het makkelijker is voor burgers en bedrijven om dezelfde
regels te hebben. Je moet de Richtlijn 2004/38 (burgerschapsrichtlijn), verordening 492/2011 en de
richtlijn 2006/123 (dienstenrichtlijn) kennen. Deze verordeningen en richtlijnen zijn allemaal
harmonisatie.
Vrij verkeer van goederen
Er gaat hierbij een goed de grens over. In arrest Waalse stort is te vinden wat een goed betekent.
Goederen zijn alle op geld waardeerbare zaken die voorwerp kunnen zijn van een handelstransactie.
Goederen moeten ook stoffelijk van aard zijn. Er zijn tarifaire belemmeringen en non-tarifaire
belemmeringen. Tarifaire belemmeringen zijn belemmeringen van financiële aard, artikel 30 en 110
zijn hierbij van belang. Tarifaire belemmeringen kunnen niet gerechtvaardigd worden. Non-tarifaire
belemmeringen zijn de belemeringen die niet van financiele aard zijn, artikel 34 en 35 VWEU zijn hier
van belang. Het onderscheid van de artikelen zit hem erin dat het gaat om invoer of uitvoer
belemmeringen.
Vier fundamentele vrijheden: artikel 34 VWEU
Bij kwantitatieve invoerbeperkingen (Zaak Geddo) gaat het over quota, hoeveel mag je invoeren?
Deze beperking moet je onderscheiden van een verkoopverbod, bij een quotum mag je niks
invoeren. De maatregel van gelijke werking (Dassonville) maakt een onderscheid tussen maatregel
met onderscheid (direct discriminerend bijvoorbeeld alleen Nederland mag iets niet en andere
landen wel) en maatregelen zonder onderscheid. Producteisen zijn altijd verboden en kan één van
2beide onderscheiden zijn. verkoopmodaliteiten zijn niet altijd verboden, alleen als ze direct
discriminerend zijn. artikel 34 kan gerechtvaardigd worden door artikel 36 en de rule of reason.
Vrij verkeer van personen en diensten
De begunstigden kunnen dit inroepen. Er moet een grensoverschrijdend element zijn. Natuurlijke
personen die burger van de unie zijn, wat een burger van de unie is staat in artikel 20 VWEU. Een
2
, rechtspersoon moet voldoen aan artikel 54 VWEU. Een ieder de nationaliteit van een van de
lidstaten bezit is burger van de unie, de lidstaten bepalen dit. De rechtspersoon kan zich beroepen op
vrijheid en diensten.
Afbakening vrijheden: goederen versus diensten
Het gaat erom of iets stoffelijk is of niet, als het onstoffelijk is dan kan het om een dienst gaan.
Elektriciteit kan wel als een goed worden gezien. Een architect kan een ontwerp verkopen en als die
dat niet kan wordt er een dienst belemmerd. Het verkopen van kleding kan ook gaan om het
leveren van een dienst, dit hoeft niet altijd een goed te zijn (visser vastgoed uitspraak).
Afbakening werknemers versus diensten/vestiging (zelfstandige)
Loori bloem geeft aan wat een werknemer is, namelijk werkzaamheden voor een ander, onder gezag
van een ander, tegen beloning en je verricht reëel en daadwerkelijke arbeid. In rechtsoverweging 28
van de halam bilus zaak staat ook wat een werknemer is (bladzijde 54 Silabus). In deze zaak vind je de
rechtvaardigingsgrond voor de overheid. Het verschil tussen werknemer en zelfstandige beoordeel je
aan de hand van een gezag relatie, zie rechtsoverweging 33. Als zelfstandige heb je veel meer vrijheid
en kun je zelf meer bepalen.
Afbakening diensten versus vestiging
Het gaat erom of je het tijdelijk verricht of duurzaam. Dit is te vinden in de Gebhard zaak (P. 66
Sylabus, rechtsoverweging 25 e.v.). Vestiging is het duurzaam verrichten van een economische
activiteit. Diensten zijn het tijdelijk uitoefenen van een economische activiteit. Het tijdelijke karakter
moet niet aan de hand van de duur worden beoordeeld maar ook aan andere factoren. Treiber en
harmsen gaat over exporteurs voor de ramen van de prostituees, dit is vestiging.
De burger van de unie kan economisch actief zijn en dan kan je werknemer en zelfstandige zijn. de
zelfstandige kan zich ergens vestigen of diensten verlenen. De rechtspersoon kent alleen vrijheid van
vestiging en het vrij verkeer van diensten.
Migratierechten
Recht om het land uit te gaan, ander land in te gaan en ergens te verblijven. Migratierechten staan in
de richtlijn 2004/38 (burgerschapsrichtlijn). Het kan beperkt worden op grond van de openbare orde,
openbare veiligheid en de volksgezondheid, dit is te vinden in artikel 27 tot 29. Reisrechten staan in
artikel 4 en 5. Verblijfsrecht staat in artikel 6 (minder dan drie maanden), drie maanden tot vijf jaar
staat in artikel 7-15 en meer dan vijf jaar staat in artikel 16-21.
Markttoegangsrechten
Je moet eerst kijken of er harmonisatie is of niet. Er is de burgerschapsrichtlijn en dat is harmonisatie
dus die gaat voor. De dienstenrichtlijn is van toepassing bij het vrijheid van diensten en ook van
vestiging. Het kan volledige harmonisatie zijn maar ook een gedeelte harmonisatie. Er zijn bepalingen
als er geen harmonisatie is: niet economisch actieve personen (18 VWEU en 24 richtlijn 2004/38). Als
het gaat om directe, indirecte discriminatie op grond van nationaliteit en overige belemmeringen zijn
verboden. De overige belemmeringen zijn de rest categorie.
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller PleunReijnen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.39. You're not tied to anything after your purchase.