Mens en Recht
Mr. A. Bunthof
Mr. Y.M. Visscher
Achtste druk
Sociaal Pedagogisch
Hulpverlener
1
,LW1 Recht en regels
Wat is recht?
Recht omvat een heel stelsel van regels waaraan zowel de overheid als de burger zich aan moet houden. Regels behoren pas tot een
recht als rechtsregels zijn aanvaard en vastgesteld. Met als doel om vrede te stichten en conflicten te voorkomen en op te lossen, om
chaos te voorkomen, brengt een ordening in de samenleving, zorgt voor rechtvaardigheid, beschermd de zwakkere, geeft het
rechtszekerheid en zorgt voor handhaving. De rechten en plichten komen voort uit onze normen en waarden.
Grondwet = daar liggen de basisrechten van heel Nederland in vast. Basisrechten waarvan we vinden dat ze niet zo snel veranderd
moeten worden. Minimaal 75% van de Kamerleden voor je hebben om deze te veranderen, daarna moet er nog een verkiezing overheen
en dan nog een keer de gewone meerderheid. In de grondwet zit iets wat heel vast zit (grond). In de grondwet staan de grondrechten, de
rechten waarvan wij in Nederland zeggen dat ze zo belangrijk zijn dat iedereen ervan af moet blijven. Bv. De politie mag niet zomaar een
huiszoeking doen.
Vindplaatsen van het recht
Wet = de wetten en lagere regelgeving in Nederland, en de hogere regelgeving van de EU.
Recht = door mensen gemaakte regels die zijn aanvaard en vastgesteld.
Recht is niet hetzelfde als de wet = je hebt bepaalde rechten die niet altijd omschreven staan in de wet. Jurisprudentie geeft
uitleg, dus het is niet hetzelfde. Niet ieder verschil is opgelost door naar de regel te kijken.
De samenleving verandert en daarmee ook de inhoud van het recht, echter blijven de vindplaatsen, zogenoemde rechtsbronnen, nog
steeds hetzelfde (4 bronnen, de vindplaatsen van het recht):
Bron 1: De wet- en regelgeving
Wetten kunnen worden gemaakt door de overheid (1e + 2e kamer), door lagere overheidsorganen (minister, provinciale staten en
gemeenteraad) kunnen er ook rechtsregels worden vastgesteld. Een wetsvoorstel komt pas tot stand als zowel de regering als de Staten-
Generaal (1e + 2e kamer) met het wetsvoorstel instemmen. Alleen wetten die afkomstig zijn van de hoogste wetgever worden met wet
aangeduid, de bepalingen in deze wetten zijn allemaal genummerd en worden wetsartikelen genoemd. Een wettenbundel is een
verzameling officiële wetboeken die door een uitgever zijn geselecteerd en samen in een boek zijn opgenomen. In lagere regelgeving komt
het woord wet niet voor, een regeling afkomstig van regering zonder Staten-Generaal wordt een KB Koninklijk Besluit genoemd. Er zijn
regels aan verbonden als de regering zich ermee bezighoudt.
Met regels (regering) = AMvB Algemene Maatregel van Bestuur.
Zonder regels (zonder regering).
Een regeling afkomstig van een minister heet een ministeriele regeling. Een regeling van Provinciale Staten of gemeenteraad wordt
verordening genoemd. Ook buiten Europa worden rechtsregels gemaakt. Nederland is lid van de Europese Unie (EU), de vanuit de EU
worden verordeningen en richtlijnen (gemeenschapsverordeningen en –richtlijnen) vastgesteld die gelden in de gehele EU.
Bron 2: De jurisprudentie/ rechtersrecht geheel van uitspraken van rechters
= onomschreven recht, ontstaan doordat algemene regels in de diverse wetten en in de overige regelgeving moeten worden toegepast in
individuele situaties, die vaak verschillend zijn. De rechter bepaald hoe deze zijn bedoeld en formuleert deze in een uitspraak, afhankelijk
van de soort zaak. Zo’n uitspraak heet vonnis (wat er is gevonden), uitspraak of arrest. Arrest is een uitspraak van de Hoge Raad der
Nederlanden, de hoogste rechter van Nederland. Als wij te laat zijn voor tentamen gaan we naar examencommissie... deze doet uitspraak
dat je nog naar binnen mag, de volgende keer dat je te laat bent kun je aantonen dat je wel binnen mag omdat de voorgaande dit ook
mochten.
Bron 3: De gewoonte
= (komt weinig voor in de politiek) onomschreven recht, regels die niet in de wet staan maar wel worden nageleefd. Regels van
gewoonterecht komen maar weinig voor, het is in deze moderne tijd een beetje uitgesloten. Het zou te gek voor woorden zijn als je in
sommige kringen geaccepteerde gewoonte hebt om in het openbaar tegen een boom te urineren, tot het algemene recht zou behoren.
Bron 4: Verdragen
Verdrag = wet in Europa, op hoger niveau afgesproken. Verdragen zijn afspraken tussen twee of meer staten die op schrift zijn gesteld en
die gelden in de staten die partij zijn bij het verdrag. De staten moeten dit verdrag wel akkoord hebben verklaard. Veel bepalingen in
verdragen hebben directe werking, iedereen kan daar direct beroep op doen ook als deze niet zijn opgenomen in wetten of lagere
regelgeving.
Aard van de regels
Rechtsregels hebben niet allemaal dezelfde werking:
Dwingend recht = sommige rechtsregels leggen aan individuen of partijen die en juridische relatie ofwel rechtsbetrekking met elkaar
hebben, dwingend bepaalde rechten of plichten op, hiervan mag niet worden afgeweken. Als de wet een werknemer beschermt tegen een
werkgever die in arbeidsovereenkomst een te lange proeftijd bedingt.
Semi dwingend recht = rechtsregels geven partijen de mogelijkheid om zelf dingen nader te regelen. Afspraken die huurder en
verhuurder maken in het voordeel van de huurder.
Aanvullend recht = rechtsregels die alleen gelden als specifieke afspraken ontbreken. Als partners bij huwelijk zelf niets afspreken, geldt
de wet en zijn zij na de huwelijksvoltrekking in gemeenschap van goederen getrouwd.
2
,Rangorde “wetgeving”
Niet alle regels hebben dezelfde rechtskracht, het is afhankelijk van het orgaan waarvan de regelgeving afkomstig is. In alle regelingen
bestaat de volgende rangorde, waarbij de eerste regeling het hoogst in rang is:
1. Verdragen; verdrag geldt boven alles, wet in formele zin.
2. Gemeenschapsverordeningen en richtlijnen; wet in formele zin.
3. Grondwet; wet in formele zin. Uitgangspunten die je in je democratisch systeem wil hebben. In de grondwet staan de
grondrechten bijvoorbeeld een rechter kijkt mee bij huiszoekingen.
4. Overige wetten
5. Algemene maatregelen van bestuur; gemaakt door regering in z’n eentje.
6. Ministeriele regelingen en richtlijnen; gemaakt door minister.
7. Provinciale verordeningen; gemaakt door provincie.
8. Gemeentelijke verordeningen; gemaakt door gemeente.
Wet in formele zin = wet die in eerste en tweede kamer is gemaakt waar Willem Alexander een handtekening onder zet.
Verdragen gebeurt hetzelfde mee maar dan op grotere schaal, In de hogere regelgeving wordt niet alles tot in detail
geregeld, dit wordt dan overgelaten aan de lagere regelgevers. Als de lagere regeling in Nederland in strijd is met deze
hogere regeling en hierop een beroep wordt gedaan, dan kan de rechter de lagere regeling buiten toepassing laten, deze
geldt dan niet meer wet in formele zin is alles waar het woordje WET in staat.
Het objectieve recht = alle geldende regels, alle rechten en plichten die in de rechtsbronnen zijn vastgesteld. Het recht op bijstand
wanneer iemand niet over de nodige middelen beschikt om in de noodzakelijke kosten van het bestaan te voorzien.
Het subjectieve recht = als je als burger ergens een beroep op doet, dat het jouw recht is. Als je geflitst wordt bij te hard rijden wordt je
een boete opgelegd, je krijgt door dit besluit de persoonlijke, subjectieve plicht om de boete te betalen.
Alleen subjectieve rechten en plichten kunnen worden afgedwongen in een procedure voor de rechter, zonder subjectief recht kan ervan
gelijk krijgen geen sprake zijn. Subjectief als je zegt dat jij stemrecht hebt vanaf 18 jaar, objectief als je zegt dat het beschreven is in het
wetboek.
Grondrechten
= de hoogste wet in Nederland. Grondrechten zijn de meest elementaire en onvervreemdbare rechten van een individu, die zowel door
de overheid als anderen gerespecteerd moeten worden. Te denken aan het verbod op discriminatie, recht op vrijheid van meningsuiting,
recht op privacy, recht op medische informatie over jezelf, recht op onaantastbaarheid van het menselijk lichaam, niemand mag zijn
vrijheid worden ontnomen en recht op toegang tot de rechter.
Alle bovenstaande grondrechten worden klassieke grondrechten benoemd, de overheid mag op deze rechten in beginsel geen inbreuk
maken, tenzij de wet haar die bevoegdheid verleent. Zo kan iemand die een zeer besmettelijke ziekte heeft worden gedwongen om zich te
laten onderzoeken en behandelen. Dit gebeurt in overeenstemming met het recht.
Er zijn ook sociale grondrechten, deze vormen een opdracht voor de overheid om ervoor te zorgen dat er in Nederland onder andere
goede gezondheidszorg, voldoende woon en werkgelegenheid en welvaartsspreiding is waarvan iedereen in beginsel gebruik van maken
maken. Te denken aan het recht op gezondheidszorg, het recht op sociale zekerheid, het recht op werk en het recht op welvaart.
Recht en de praktijk van het zorg- en welzijnswerk
Het recht vormt enerzijds het kader waarbinnen de hulp- en dienstverlening in het zorg- en welzijnswerk plaatsvindt, het bepaalt de
juridische verhoudingen, geeft inhoudt aan de verantwoordelijkheden en verplichtingen van beide partijen. Anderzijds bepaalt het recht de
juridische (on)mogelijkheden van de cliënt om zijn eigen welzijn vorm te geven.
Bovendien is er ook nog sprake van een toenemende juridisering van de maatschappij, de neiging om alles zwart op wit te zetten en
overal regeltjes voor te bedenken.
3
, LW1 Indeling van het recht
Publiekrecht en privaatrecht
Veel wetten bevatten regels over een bepaald onderwerp zoals werk, huur, jeugd, gezondheid, sociale zekerheid en vreemdelingen. Deze
onderwerpen zijn de zogenoemde functionele rechtsgebieden. De regels in een functioneel rechtsgebied kunnen zowel privaatrechtelijk
als publiekrechtelijk van aard zijn. Hoe groter de invloed van de overheid, des te meer regels van publiekrecht het rechtsgebied zal
bevatten.
Publiekrecht zaken die de overheid regelt uit algemeen belang (X – x) overheid, burger relatie.
= de overheid oefent gezag uit op burgers door middel van wetgeving, bestuur en het toepassen van sancties. Het publiekrecht kan
symbolisch worden voorgesteld als een verticale verhouding tussen de ‘Machtige overheid’ en de ‘Ondergeschikte burger’. Het
publiekrecht wordt onderverdeeld in het staatsrecht, het bestuursrecht, strafrecht en internationaal recht.
1. Het staatsrecht = (passief) hoe de wetgeving tot stand komt en de diverse organen van de overheid met hun bevoegdheden.
Grondwet, kieswet, provinciewet, gemeentewet, wet bescherming persoonsgegevens, vreemdelingenwet.
2. Het bestuursrecht = (actief, vergunningen geven etc.) de regels voor organen van de overheid en andere organen die met
openbaar gezag bekleed zijn, voor het gebruik van hun bevoegdheden. Voor bestuursorganen gelden algemene beginselen
van behoorlijk bestuur (abbb), een aantal beginselen die ontstaan zijn uit jurisprudentie om de gedragsregels van de overheid
ten opzichte van de burger te regelen:
- Het zorgvuldigheidsbeginsel; besluit zorgvuldig voorbereiden en belangen zorgvuldig afwegen.
- Het rechtszekerheidsbeginsel; rechten en plichten burger veranderen niet zomaar.
- Het rechtsgelijkheidsbeginsel; gelijke gevallen gelijk proberen te behandelen.
- Verbod van misbruik van bevoegdheid; bevoegdheid niet misbruiken voor ander doel.
- Het motiveringsbeginsel; besluiten goed motiveren, reden aangeven en hoe hiertoe gekomen.
Marginale toetsing = de rechter gaat na of de overheid een besluit had mogen nemen.
3. Het strafrecht = de gedragingen die de wetgever strafbaar heeft gesteld, evenals de straffen die de rechter kan opleggen en
de regels voor de manier waarop daders berecht moeten worden. Het (medisch) tuchtrecht neemt naast het strafrecht een
bijzondere plaats in, controleren de beroepsuitoefening van een beroepsgroep om te zorgen dat deze goed wordt uitgevoerd,
zo niet wordt iemand geschorst of ontheven van zijn/haar taak advocaten, notarissen, medici.
4. Internationaal recht = mensenrechten die in internationale verdragen zijn vastgelegd.
Privaatrecht ziet toe op relaties tussen personen onderling (x - x) burger, burger relatie.
= burgerlijk recht/ civiel recht, heeft betrekking op de rechtsverhoudingen tussen personen of rechtspersonen. De verhoudingen tussen
partijen in het privaatrecht kan symbolisch worden voorgesteld door een horizontale lijn tussen ‘(rechts)persoon’ en ‘(rechts)persoon’.
Personen zijn mensen van vlees en bloed, rechtspersonen zijn organisaties die volgens de wet net als personen rechten en plichten
hebben en daarmee zelfstandig kunnen deelnemen aan het rechtsverkeer. Te denken aan een woningstichting (rechtspersoon) en iemand
die en woning van die stichting huurt (persoon) bestaat dus een rechtsverhouding die onder het privaatrecht valt. Een overheidsorgaan,
zoals de burgemeester, kan dus namens de rechtspersoon ‘gemeente’, koop- en huurovereenkomsten kan sluiten. Bij de aanschaf van
nieuw meubilair gebruikt de overheid immers geen overheidsgezag.
Materieel recht en formeel recht
Naast het privaat- en publiekrecht kan het recht ook zo worden genoemd:
Materieelrecht
= de inhoud van de rechten en plichten, regels. Te denken aan iemand die zijn alimentatie moet betalen en zijn plicht niet wil nakomen,
dan zijn er regels van formeel privaatrecht nodig om dit af te dwingen. Je mag niet stelen, je mag niet doden.
Formeelrecht
= wanneer het wel mag en wanneer het niet mag, de wijze waarop iemand zijn recht kan halen en heeft betrekking op de manier waarop
het recht kan worden gehandhaafd, bevat veel procedureregels en wordt daarom ook procesrecht genoemd. Door huiszoeking probeer je
de waarheid aan het licht te brengen of telefoontap aanleggen, mag maar onder hele bepaalde voorwaarden.
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller margotx3x. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.29. You're not tied to anything after your purchase.