Inhoudsopgave
Deel 1: het internationaliseringsproces.......................................................................................................... 3
1 de internationale omgeving...............................................................................................................................3
1.1 de economische omgeving...........................................................................................................................3
1.2 de demografische omgeving........................................................................................................................5
1.3 de politiek-juridische omgeving...................................................................................................................6
1.4 de concurrentiele omgeving........................................................................................................................9
1.5 de culturele omgeving..................................................................................................................................9
1.6 de culturele omgeving op basis van religie................................................................................................13
2 al dan niet naar het buitenland........................................................................................................................13
2.2 hindernissen...............................................................................................................................................14
3 welke markt betreden of in welke markten actief blijven................................................................................14
3.1 analysetechnieken in het kader van de marktselectie..............................................................................14
3.2 marktconcetratie of -spreiding..................................................................................................................15
3.3 verschillende planningsmodellen..............................................................................................................16
4 marktinformatie en -onderzoek.......................................................................................................................16
4.1 secundaire informatie................................................................................................................................16
4.2 primaire informatie....................................................................................................................................17
5 op welke manier de markt betreden................................................................................................................18
5.1 export.........................................................................................................................................................18
5.2 strategische allianties.................................................................................................................................19
5.3 directe buitenlandse investeringen...........................................................................................................19
Deel 2: de uitbouw van een internationaal marketingprogramma................................................................20
1 product.............................................................................................................................................................20
1.1 productbepaling.........................................................................................................................................20
1.2 productstrategie.........................................................................................................................................20
1.2.2 de productiedeelcomponenten..............................................................................................................22
2 prijs...................................................................................................................................................................25
2.1 de beinvloedende factoren........................................................................................................................25
2.2 DE VERSCHILLENDE METHODES VAN PRIJSZETTING.....................................................................................26
2.4 prijszetting ten opzichte van de thuismarkt..................................................................................................27
2.5 OVERIGE TOPICS IN HET KADER VAN INTERNATIONALE PRIJSZETTING........................................................27
2.5.1 Prijsnotering i.f.v. bepaalde trade terms (Incoterms 2020)...................................................................27
2.5.2 Betalingsafspraken..................................................................................................................................27
2.5.5 Vreemde valuta & wisselkoersschommelingen......................................................................................27
2.5.4 transferprijszetting..................................................................................................................................27
2.5.5 Parallelimport..........................................................................................................................................28
2.5.6 Commissielonen......................................................................................................................................28
3 promotie...........................................................................................................................................................28
3.1 de beinvloedende omgevingsfactoren......................................................................................................28
1
, 3.2 de interne beinvloeders.............................................................................................................................29
3.3 de ontwikkeling van een internationaal marketingcommunicatieplan.....................................................29
3.4 de internationale strategische keuzemogelijkheden.................................................................................29
3.5 de communicatie instrumenten.................................................................................................................30
Actualiteit: wat heeft impact op bepaalde sectoren?
Pandemie heeft op internationaal vlak een grote impact en is een bedreiging voor vele sectoren
maar er schuilen ook opportuniteiten.
Amerikaanse verkiezingen: Trump ingewisseld door Biden heeft op economisch vlak
internationaal een impact
Brexit: verkeer van goederen en diensten stopt, België was een zeer goede handelspartner
1.1 DE ECONOMISCHE OMGEVING
1.1.1 HET ECONOMISCHE ONTWIKKELINGSNIVEAU
Bestaanseconomie = een economie waarbinnen de meeste goederen door de producenten zelf
worden geconsumeerd. Hierbij werkt het grootste gedeelte van de mensen in de landbouw. De
opbrengst is amper toereikend om in de eigen behoeften te voldoen. Dit is een vorm van economie,
die tegenwoordig nog aangetroffen kan worden in ontwikkelingslanden.
Grondstof exporterende economie = hier is een zeker rijkdom aan één of een aantal
grondstoffen maar het land is arm in de meeste andere domeinen. Het beschikbaar inkomen komt
voornamelijk uit de export van deze grondstoffen, dat dan hoofdstedelijk weer aangewend wordt
voor de aanschaf van uitrustingsgoederen, transport
Industrialiserende economie ‘emerging’= de productie begint 10 tot 20% van de economie uit
te maken. Doordat de industrie groeit, ontstaat er ook een groeiende behoefte naar
uitrustingsmateriaal voor die sectoren. De handelsinkomsten stijgen dus de bevolking is
economisch actief en daardoor stijgt de vraag naar andere types van import, er ontstaat o.a. een
groeiend belang voor de medische sector, infrastructuurbouw, onderwijs
De belangrijkste ‘emerging markets’ zijn momenteel de BRIC-landen, de econoom Jim O’Neill is de
bedenker van het letterwoord BRIC’s (Brazilië, Rusland, India en China). Later werd dit BRICS, door
de toevoeging van Zuid-Afrika
Deze zijn ondertussen verruimd met de N-11 landen (next-eleven), die in de toekomst zelfs de
grootste aandrijvers van de economische groei zullen worden (Bangladesh, Egypte, Indonesië, Iran,
Mexico, Nigeria, Pakistan, Filipijnen, Zuid-Korea, Turkije en Vietnam)
Gevolgd door de MINT-landen: Mexico, Indonesië, Nigeria en Turkije
als laatste de CIVETS-landen: Colombia, Indonesie, Ngeria en Turkiije
3
, Industriële economie = Binnen deze markten is er een zeer hoog niveau van import en export.
Ook een grotere groep actieven met gemiddeld tot hoog welstandsniveau.
Of de indeling op basis van LCD’s ‘Less or Least Developed Countries’: deze betreft zowel de
onderontwikkelde als de ontwikkelingslanden. Met een laag BBP par capita, met geen tot een zeer
beperkte productieactiviteit en gebrekkig infrastractuur
NIC’s ‘Newly Industrialised Countries’ of de landen in ontwikkeliing, waar er al duidelijk
exportmogelijkheden zijn.
De ‘Advanced Industrialised Countries’: met een aanzienelijk BBP per capita, uitgebreide
productie en zeer sterk uitgebouwd dienstenapparaat
De marktopportuniteiten en –problemen waarmee de exporteur zal geconfronteerd worden, zijn in
grote mate beïnvloed door de economische ontwikkelingsfase waarin het land zich bevindt. Elke
ontwikkelingsfase staat voor een verschillende benadering op niveau van productie- en
marketingbehoeften.
1.1.2 DE INKOMSTEN
Belangrijk om in de gaten te houden hoe dit evolueert
Opsplitsing in:
- “Have” = méér ontwikkelde delen van de wereld
- “Have not’s” = minder ontwikkelde delen van de wereld
In de meeste landen is er een oneven verdeling van de inkomstencijfers
Er zijn verschillende soorten landen:
Dit type van classificatiesysteem mag echter niet als enige, bepalende basis genomen worden bij
de beslissing om een markt al dan niet te bewerken
een aantal bemerkingen die we hierbij zeken dienen te maken:
1. Spreiding van het inkomen per capita
Bimodale inkomensverdeling = in de meeste landen is er een oneven verdeling van de
inkomenscijfers, waarbij de grootste groep zich onder het gemiddelde bevindt en de kleinste boven
het gemiddelde.
We krijgen binnen een land te maken met verschillende markten.
2. Productverkoop is niet uitsluitend gerelateerd aan het inkomen per capita
Vb.: frisdranken, industriële producten
3. Gebrek aan vergelijkbaarheid
In veel landen wordt een groot deel van het inkomensbudget gebruikt voor voeding,
kleding en woning, maar in minder ontwikkelde landen is de bevolking echter
zelfvoorzienend op dat vlak.
4. De koopkracht wordt niet gereflecteerd
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Julievandb. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.95. You're not tied to anything after your purchase.