HOOFDSTUK 2: KOSTENBEGRIPPEN EN KOSTPRIJSCOMPONENTEN
2 KOSTENINDELING
Volgende kosten kunnen onderscheiden worden:
Kosten van grond -en hulpstoffen = de waarde van de verbruiktte grondstoffen en
hulpstoffen woordt bepaald door enerzijds de aankoopprijs en anderrzijds de kosten
verbonden met het in voorraad hoouden van deze stoffen
Kosten van diensten en diverse goederen = de kosten van dienstverlening door
derden. Voor haar productie van goederen of levering van diensten doet een
onderneming in mindere of meerdere mate een beroep op diensten van derden
elektronicakosten onderneming kan zelf elektriciteit opwekken of een aansluiting
nemen op het net
Afschrijvingskosten = de vervaardiging van producten vereist de inizet van machines.
De aankoopprijs van deze machines wordt over verschillende jaren gespreid
Verkoopkosten = de vaste salariskosten en commissielonen van de verkopers,
promotiekosten, infrastructuurkosten verbonden aan het verkoopapparaat
Distributiekosten = kosten verbonden aan de middelen die worden ingezet om de
producten/ diensten te leveren transportkosten
Administratiekosten = btrekking op het algemeen management, boekhouding,
personeelsaangelegenheden
Indirecte kosten kunnen niet rechtsteeks toegewezen worden
afschrijvingkosten, loonkosten, energiekosten, diverse productiekosten, administratiekosten
2.2 VASTE EN VARIABELE KOSTEN
Vaste kosten (structuur/ capacitietskosten) = kosten die in totaliteit niet
veranderen binnen bepaalde activiteitsgrenzen. Stijgt of daalt de productie binnen deze
grenzen, dan veranderen deze kosten niet. Als de onderneming niets produceert dan
blijven de vaste kosten bestaan
de uitbreiding van de capaciteit van een onderneming veroorzaakt een toename van
vaste kosten
op lang termijn zijn vaste kosten variabel (huurprijzen)
de vaste kosten, uitgedrukt per eenheid product, varieren dus bij een gewijzigde
productie
1
, Cost accounting
De afschijvingskosten van het productiegebouw bedragen 2000 EUR. Deze kosten
veranderen niet met het productievolume van badjassen en badhanddoeken
Variabele kosten = varieren in totalitteitt met de activiteiten: een stijging (daling) van
de productie verhoogt (vermindert) de totale variabele kost
2.3 COST DRIVERS
= kostenveroorzaker = a factor, such as the level of activity or volume that causally
affects cost
de cost driver van variabele kosten is het activiteitenniveau of het volume waarvan
een verandering de kosten proportiooneel doet veranderen
2.4 PRODUCTIEKOSTEN EN NIET-PRODUCTIEKOSTEN
1. productiekosten = kosten verbonden aan de middelen die instaan voor de
vervaardiging van producten
we onderscheiden:
Directe materialen of grondstofkosten: enkel de waare van de vebruikte materialen
en grondstoffen beinvloeden de kostprijs van het product
Vb. van directe materiaalkosten en/ of grondstofkosten voor de onderneming BADLIN zijn:
kosten van verbruikte stoffen, etiketten, garen en plastic hoezen
Directe arbeidskosten: ze hebben betrekking op het geheel van de arbeidskosten die
rechtstreeks in het product worden vebruikt
Indirecte productiekosten: (overhead costs)alle andere productiekosten, hier kunnen 3
groepen onderscheiden worden:
- Indirecte materiaalkosten: materialen die in het producttieproces worden
verbruikt, maar niet in het product zelf smeerolie voor het onderhoud van
verschillende machines, kosten van materialen of hulpstoffen
- Indirecte arbeidskosten: kosten verbonden aan onderhoudspersoneel van
machines van het productiegebouw of van het veiligheidspersoneel
- Overige indirecte productiekosten: alle andere productiekosten
afschrijvingskosten productiegebouw, elektriciteitskosten, milieubelasting
2. Niet productiekosten = kosten van verbruikte middelen in niet-
productieschakels van de waardeketen
3 TOTALE KOSTPRIJS
De totale kostprijs van een kostenobject omvat de kosten van alle middelen verstrekt in
een bepaalde periode
totale kosteprijs = directe kosten + indirecte productiekosten + indirecte niet-
productiekosten
HOOFDSTUK 3: BREAK-EVEN ANALYSE
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Julievandb. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.06. You're not tied to anything after your purchase.