DEEL 1: INLEIDING PEDAGOGIEK
1. WAT IS PEDAGOGIEK?
1.1 Onderscheid tussen pedagogie en pedagogiek
Pedagogiek = de theorie, wetenschap van het opvoeden
Pedagogie = praktijk van het opvoeden
Theorie praktijk
“Theorie zonder praktijk is voor de genieën, praktijk zonder theorie is voor gekken.”
“De verhouding tussen theorie en praktijk kan worden vergeleken met een cirkel, die beginpunt noch einde
kent.”
1.2 Pedagogiek te midden van de sociale wetenschappen
Vroeger:
Eind 18de eeuw: pedagogiek als zelfstandige wetenschap
Nu:
+ neurowetenschappen en (neuro)biologie
De praktische gerichtheid en het waarden- en normenonderzoek onderscheidt de pedagogiek van de
psychologie en sociologie. Daarom is het een integratieve normwetenschap.
1.3 De deeldisciplines van de pedagogiek
Onderwijskunde i.v.m. didactiek, leerplanonderzoek, toetsing van onderwijsmiddelen
en onderwijstechnieken
Comparatieve Pedagogische structuur in verschillende landen
pedagogiek
Historische pedagogiek Hoe mensen in de loop van de geschiedenis hun kinderen opvoeden
+ studie van wat er over opvoeding gedacht wordt
Orthopedagogiek De leer van het opvoeden van het afwijkende kind
(verstandelijke of fysieke beperking, uitzonderlijk talent)
Sociale pedagogiek Agogische activiteiten buiten de gezins- en schoolsituatie
Fundamentele Wat is opvoeden, waartoe voeden wij op, welke voorwaarden zijn
pedagogiek hierbij belangrijk…?
1
,1.4 Wat is gezinspedagogiek?
Het gaat over de normale ontwikkeling van kinderen/jongeren in verschillende, specifieke
opvoedingscontexten.
≠ ontwikkelingspsychologie (focus op microniveau)
Er is aandacht voor de variabiliteit van de opvoeding van kinderen met een normale ontwikkeling.
(klein of groot gezin, enig kind, scheiding, nieuw-samengesteld gezin)
Primaire opvoedingsmilieu = gezin
Maar steeds meer kinderen groeien niet op in traditionele gezinnen
diversiteit aan gezinsvormen
essentieel om te onderzoeken welke invloed dit heeft op de ontwikkeling
1.4.1 Theoretische kaders
HET MODEL VAN BRONFERBRENNER
= sociaal-ecologisch ontwikkelingsmodel
Invloed van sociale omgeving op menselijke ontwikkeling
4 niveaus:
1. Microsysteem: kind, familie, school crèche
- Opgroeien met 1 ouder ipv twee
- Gezin woont in huis met een grote tuin
- Voor het slapen wordt er een verhaaltje voorgelezen
2. Mesosysteem: de wederzijdse beïnvloeding van de verschillende microsystemen op elkaar
- Een hevige ruzie tussen kind en ouders kan een grote invloed hebben op de
schoolresultaten
- Kind dat op school gepest wordt, trekt zich thuis in zijn kamer terug
3. Exosysteem: bestaat uit de formele en informele structuren rond het gezin. Beïnvloedt het kind
en omgekeerd
- Het werk van de ouders
(horeca, in ploegen werken)
- Betrokken hulpverlening
Er is sprake van 2-richtingsverkeer:
Er is een wederzijdse beïnvloeding tussen opvoeder en kind
(bv. intelligentie & temperament v/h kind heeft een invloed op het
opvoedgedrag v/d ouders)
Er zijn nog andere kenmerken die een invloed hebben op het
opvoedgedrag
DEEL 2: HET GEZIN
1. GEZINSVORMING EN GEZINSONTWIKKELING
1.1 Inleiding
Is het zo dat een traditioneel kerngezin het beste is voor de ontwikkeling van een
kind?
Hebben de verschillende gezinsvormen (bv. tienermoeders, kinderen via IVF,
homoseksuele ouders…) een invloed op de ontwikkeling van kinderen?
1.2 Het traditionele kerngezin doorheen de eeuwen
- Rond 1900: traditioneel beeld van kerngezin
- Rond 1950: 90% groeide op in traditioneel kerngezin (< scheidingen - < sterfte)
- Vanaf 1960– 1980: individualisering, modernisering, secularisering: meer scheidingen,
ongehuwd kinderen krijgen, …
- Al 150 jaar meer diversiteit in gezinsvormen dan gedacht.
2. GEZINSSAMENSTELLING
2.1 Invloed van de gezinssamenstelling op de ontwikkeling van
kinderen
Groot gezin Klein gezin
Nadruk op de groep Intensief ouderschap
Gedeelde aandacht Veel persoonlijke aandacht
Nadeel: minder tijd voor liefde en warmte,
meer straffen & autoritaire opvoeding
Opgroeien in groot gezin is niet slechter of beter dan in een klein gezin!
Brussen:
- Unieke relatie van verbondenheid
3
, - Door komst van broers of zussen verandering in relatie met ouders, want frequentie van
aandacht neemt af
2.1.2 Gevolgen van gezinssamenstelling voor het ouderschap
Ouders staan anders in de opvoeding bij eerstgeborene vs. laatstgeborene
meer bij vaders dan bij moeders (want moeders geven borstvoeding en zijn meer afgestemd op kind)
Opvoeden = bidirectioneel proces (het gaat 2 kanten op)
Differentiële opvoeding = verschil in opvoeding tussen broers en zussen (kan objectief, maar ook subjectief
vastgesteld worden)
2.1.3 Conclusie
- Veel opvattingen over opvoeden vooroordelen
- Enig kind – klein gezin – groot gezin- plaats in de kinderrij, meerlingkinderen, … verschillen niet
zo sterk van elkaar.
- Ouderschap = differentiële opvoeding.
belangrijk om aandacht te hebben voor individuele noden kind
Ieder gezin = uniek
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller amber29. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.81. You're not tied to anything after your purchase.