Module 1
• Speltheorie = situaties analyseren waarbij de beslissingen van de
individuen niet alleen voor hun zelf gevolgen hebben
maar ook voor de anderen (gevangenen dilemma)
-> simultaan spel = spelers kiezen op hetzelfde moment
-> rationeel gedrag = eigenbelang nastreeft
-> spelregels gekend
• Een spel = bestaat uit spelers die elk een strategie kiezen om zo een goed
mogelijk resultaat te bekomen.
• Dominante strategie = strategie die een speler altijd het beste resultaat
oplevert, ongeacht de keuze van de andere speler.
• Gedomineerde strategie = strategie die voor een van de twee het
beste uitkomt
• Evenwicht in dominante strategieën = de keuzen die voor beide spelers het
beste uitkomt als ze bekennen (beide gevangenen bekennen ->
beide 8 jaar) de keuze die hun het minst kwaad kan doen tov de keuzen
van de andere
• Coöperatieve uitkomst = de keuzen die ze maken als ze beide ontkennen en in
het totaal het minsten jaren is (als ze hetzelfde pakken na afspraken) anders
is dit voor de ene het beste en voor de andere het slechtste
• Nash evenwicht = een combinatie van strategieën waarbij geen enkele speler
de intentie heeft zijn strategie te wijzigen, gegeven de strategie van de
andere speler
• Coördinatiespel: wanneer er geen evenwicht in dominante strategieën is en er
zijn twee Nash- evenwichten
• Productiemogelijkhedencurve = een curve die de relatie weergeeft tussen
de productie van twee producten gegeven dat de
productiemiddelen schaars zijn. Punten op de curve zijn optimale punten
-> Concaaf: bolle curve, opportuniteitskost neemt toe naarmate het
product toeneemt
-> Convex: holle curve, opportuniteitskost neemt af naarmate het
product toeneemt
, • Schaarste = beperking van beschikbare middelen
• Productiemogelijkhedenverzameling = alle punten onder of op de
grafiek, helling gelijk aan de opportuniteitskost
• Opportuniteitskost = kost van de best mogelijke alternatieve mogelijkheid
die verloren gaat door een economische keuze (produceren v/e product) (bv.
Om 1 extra taart te maken, worden er 4 broden minder gebakken. Dan zijn
die 4 broden de opportuniteitskost)
• Comparatief kostenvoordeel = een lagere opportuniteitskost hebben voor een
product
• Consumptiemogelijkhedencurce = curve die de relatie weergeeft tussen de
consumptie van twee producten bij een constante hoeveelheid arbeid
-> Invloed van eigen prijs op de gevraagde hoeveelheid
-> ceteris paribus-principe = alle andere verklarende
factoren constant
• wet van de vraag = hoe hoger de prijs, hoe minder vraag
• Consumentensurplus = reservatieprijs - p (indien reservatieprijs > p)
= totale bereidheid tot betalen – totale uitgaven
-> resevatieprijs = maximale bereidheid tot betalen
• Marginale bereidheid tot betalen = bereidheid tot betalen voor 1 extra
product
• Aanbodcurve = Hoe hoger de prijs, hoe hoger de aangeboden
hoeveelheid
• Producentensurplus = p - reservatieprijs
= totale opbrengsten - totale kosten
• Marginale kost = kost om 1 extra broodje te produceren
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller juliendeschrijver. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.93. You're not tied to anything after your purchase.