Naamgeving Latijn:
- Soort structuur (ader = vene)
- waar hoort de structuur bij (bij de lever = hepar)
- Als er meerdere van zijn de kant aangeven(rechts = dexter)
De anatomische stand is de stand waarbij de individu rechtop staat met het
hoofd recht naar voren, de voeten recht naar voren en de handpalmen naar
voren.
Het lichaam heeft verschillende assen
o Longitudinale as, deze loopt van craniaal naar caudaal en andersom
o Sagittale as, deze loopt van ventraal naar dorsaal en andersom
o Transversale as, deze loop van lateraal naar mediaal naar lateraal
Het lichaam heeft ook verschillende vlakken
o Frontale vlak, dit vlak staat haaks op de sagittale as en verdeelt het
lichaam in een voorste en achterste deel.
o Sagittale vlak, dit vlak staat haaks op de transversale as en verdeelt het
lichaam in een rechter en linker gedeelte. Daarbij is het mediane vlak,
een sagittaal vlak precies in het midden van het lichaam.
o Transversale vlak, dit vlak staat haaks op de longitudinale as en
verdeelt het lichaam in een boven- en onderkant
Proximaal en distaal zijn 2 nieuwe begrippen. Deze begrippen worden
gebruikt om aan te geven wat het begin en het einde is. Zo ligt de voet distaal
van het bovenbeen. De slokdarm ligt proximaal van de dikke darm.
Het bouwplan van buiten naar binnen
o Huid
o Onderhuids vet- en bindweefsel
o Fascie(bindweefsel zonder vet)
o Spieren, botten en organen
o Fascie, bind- en vetweefsel met organen
o Lichaamsholten
Orgaansystemen
11 orgaansystemen
alle organen in 1 orgaansysteem werken in principe samen t.b.v. één of
meerdere functies
sommige organen werken in meer dan 1 orgaansysteem
,Huid (intergumentum)
Organen/structuren
o Huid
o Haar
o (zweet)klieren
o nagels
Functie
o Bescherming
o Regulatie temperatuur
Tractus locomotorium (bewegingsapparaat)
Skelet
o Botstukken
Bot, beenmerg, kraakbeen
o Functie
Bescherming en steun
Aanhechting van pezen, spieren en ligamenten
Bloedcel vorming
Calcium en fosfaathuishouding
Spierstelsel
o Spieren en pezen
Functie
o (voort)beweging en handhaving van lichaamshouding
Skelet
Axiaal skelet
o Schedel, wervelkolom, ribben en borstbeen
Extremiteiten
o Armen en benen
o Bouw is homoloog
o Eén skeletelement in bovenarm of bovenbeen
o Twee skeletelementen in onderarm of onderbeen
o Hand en voet met 5 stralen
Schouder- en bekkengordel
o Verbindt extremiteit met axiaal skelet
Gewrichten
o Continue (slecht-/onbeweeglijke) beenverbindingen
Junctura fibrosa (bindweefselverbinding)
Junctura cartilaginea (kraakbeenverbinding)
o Discontinue (beweeglijke) beenverbindingen
Junctura synovialis (synoviaal gewricht(Heup/schouder))
Synoviale gewrichten
o Verschillende typen
, o Vorm en omringend weefsel zijn bepalend voor
bewegingsmogelijkheden
Bewegingen
Adductie en abductie is beweging om een sagittale as in het frontale vlak.
Als de arm omhoog beweegt is dit abductie, als de arm weer naar het lichaam
toe beweegt is dit adductie
Flexie en extensie is beweging om een transversale as in het sagittale vlak.
Als de arm naar voren beweegt is dit flexie, beweegt de arm naar achter dan
is dit extension
Endorotatie en exorotatie is beweging om een longitudinale as in het
transversale vlak. Als ik mijn armen langs mijn lichaam houd en ik draai mijn
hele arm naar buiten dan is dit exorotatie, draai ik mijn armen weer naar mij
toe dan is dit endorotatie.
Pronatie en supinatie ook dit is een beweging om een longitudinale as in het
transversale vlak, maar deze beweging draaien mijn boven armen niet mee en
draai ik alleen mijn onderarmen. Als ik mijn handpalmen van achter naar voren
draai heet dit supinatie en van voor naar achter heet dit pronatie.
Spieren
Origo (oosrsprong) is het stilstaand punt
Spierbuik is het grootste/breedste gedeeltde van spier en zit in het midden
Tendinus(pees) zit vlak onder de spierbuik
Insertie (aanhechting) zit vlak onder de pees en hecht vast aan het bot, dit
gedeelte van de spier beweegt.
Agonist initieert een beweging vanuit de anatomische stand (prime mover)
Synergist ondersteunt een beweging
Antagonist gaat een beweging van een agonist tegen (bicep-tricep)
Zenuwstelsel
Organen
o Hersenen
o Ruggenmerg
o Perifere zenuwen
o Zintuigen
Functie
o Informatie overdracht
o Aansturing orgaansystemen
Systema cardivasculare
Organen
o Hart
o Bloedvaten
Arterie (slagader) vervoert bloed vanaf het hart
Capillairen (haarvaten)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ronnekeller. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.74. You're not tied to anything after your purchase.