in dit document staan 85 oefenvragen voor het OWE 7 tentamen. hierin worden de onderwerpen behandeld die voorkwamen in het tentamen en tijdens de colleges. er is ook een versie met open vragen beschikbaar
Vraag: Antwoord: Goede antwoord:
1. Wat zijn A. Aanbrengen van volgorde Alle aspecten van de ontluikende
rekenvoorwaarden? B. Alle aspecten van de ontluikende gecijferdheid
gecijferdheid
C. Het maken van groepen op basis van
gemeenschappelijke eigenschappen
D. Correspondentie
2. Tot het hoeveelste A. 8 7
levensjaar verwerft het B. 7
kind rekenvoorwaarden C. 6
en getalbegrip? D. 5
3. Welke vier A. Conservatie, Correspondentie, Conservatie, Correspondentie,
rekenvoorwaarden classificatie, seriatie classificatie, seriatie
onderscheidt Piaget? B. Ijsbergmodel, handelingsmodel,
drieslagmodel
C. Context, plannen, bewerking, uitvoeren,
oplossing, reflecteren.
D. Mathematiseren in betekenisvolle
realiteit, interactie en reflectie,
modelleren en formaliseren, ruimte voor
eigen inbreng van de leerling,
verstrengeling van de leerlijn.
4. Wat is seriatie? A. Het kunnen leggen van éen-op-één Aanbrengen van volgorde
relaties. Bijvoorbeeld synchroon tellen en
aanwijzen
B. Het maken van groepen op basis van een
of meer gemeenschappelijke
aspecten/kenmerken
C. Inzien dat een hoeveelheid hetzelfde blijft
ookal veranderd de vorm.
D. Aanbrengen van volgorde
5. Wat is correspondentie? A. Het kunnen leggen van éen-op-één Het kunnen leggen van éen-op-
relaties. Bijvoorbeeld synchroon tellen en één relaties. Bijvoorbeeld
aanwijzen synchroon tellen en aanwijzen
B. Het maken van groepen op basis van een
of meer gemeenschappelijke
aspecten/kenmerken
C. Inzien dat een hoeveelheid hetzelfde blijft
ookal veranderd de vorm.
D. Aanbrengen van volgorde
6. Wat is classificatie? A. Het kunnen leggen van éen-op-één Het maken van groepen op basis
relaties. Bijvoorbeeld synchroon tellen en van een of meer
aanwijzen gemeenschappelijke
B. Het maken van groepen op basis van een aspecten/kenmerken
of meer gemeenschappelijke
aspecten/kenmerken
C. Inzien dat een hoeveelheid hetzelfde blijft
ookal veranderd de vorm.
D. Aanbrengen van volgorde
7. Wat is conservatie? A. Het kunnen leggen van éen-op-één Inzien dat een hoeveelheid
relaties. Bijvoorbeeld synchroon tellen en hetzelfde blijft ookal veranderd
, aanwijzen de vorm.
B. Het maken van groepen op basis van een
of meer gemeenschappelijke
aspecten/kenmerken
C. Inzien dat een hoeveelheid hetzelfde blijft
ookal veranderd de vorm.
D. Aanbrengen van volgorde
8. Welke 3 soorten A. Ijsbergmodel, handelingsmodel, Ijsbergmodel, handelingsmodel,
modellen zijn er? drieslagmodel drieslagmodel
B. Formeel handelen, voorstellen-abstract,
voorstellen-concreet, informeel handelen
C. Informele fase, regelgeleide fase,
flexibele fase
9. Waar staat het A. Het vaststellen van het rekenniveau van Het draagvlak van de
drijfvermogen van het het kind. voorliggende en de voor
ijsbergmodel voor? B. Het oplossingsproces bij contextvragen. opgedane kennis, vaardigheden
C. Het draagvlak van de voorliggende en de en inzichten.
voor opgedane kennis, vaardigheden en
inzichten.
10. Wat is het doel van het A. Het vaststellen van het rekenniveau van Het vaststellen van het
handelingsmodel? het kind. rekenniveau van het kind.
B. Het oplossingsproces bij contextvragen.
C. Het draagvlak van de voorliggende en de
voor opgedane kennis, vaardigheden en inzichten.
11. Welke 4 dingen komen Formeel handelen, voorstellen-
voor in het abstract, voorstellen-concreet,
handelingsmodel? informeel handelen
12. Wat hoort bij een Voorstellen abstract
denkmodel gebruiken,
zoals een getallenlijn?
13. Wat hoort bij een kale Formeel handelen
som, zoals 12:4?
14. Wat hoort bij het Informeel handelen
uitvoeren van een
situatie, zoals het
verdelen van 12 appels
over 3 kinderen?
15. Wat hoort bij het laten Voorstellen concreet
zien van een plaatje om
een som uit te rekenen,
zoals van 12 kinderen en
3 appels?
16. Waarvoor wordt het A. Het vaststellen van het rekenniveau van Het oplossingsproces bij
drieslagmodel gebruikt? het kind. contextvragen.
B. Het oplossingsproces bij contextvragen.
C. Het draagvlak van de voorliggende en de
voor opgedane kennis, vaardigheden en inzichten.
17. Welke 6 aspecten komen Context, plannen, reflecteren,
naar voren in het oplossing, bewerking, uitvoeren.
drieslagmodel?
18. Wat is de juiste volgorde A. Context, plannen, bewerking, uitvoeren, Context, plannen, bewerking,
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller mnoij. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.97. You're not tied to anything after your purchase.