Samenvatting fiscaal en arbeidsovereenkomstenrecht
Hoorcolleges gegeven door professor Axel Haelterman
Deel 1: Algemene inleiding - basisprincipes
Oorsprong van de belastingen: er was een noodzaak voor de financiering van
overheidsuitgaven
Thans > 90% uit “heffing” (hoofdzakelijke belastingen en sociale zekerheidsbepalingen)
1215 Magna Carta “No taxation without representation” = leenovereenkomst over vrijheden
en rechtspraak die de Engelse Koning Jan zonder Land bezegelde
Belastingen door de overheid onderhandeld met de Staten Generaal
Sedert de Franse Revolutie: belasting slechts bij wet, jaarlijkse toestemming via
rijksmiddelenbegroting
Stemrecht was in functie van de betaalde belasting: men kreeg meer stemmen als men meer
belasting betaalde
De belastingen zijn zowel een politiek instrument alsook een instrument van een sociale
politiek en een economisch beleidsinstrument
In de loop van de 20e Eeuw: enorme toename van de algemene belastingdruk o.w.v. de
wereldoorlogen en de inflatie in de jaren 70
De belastingopbrengsten waren zwaar gestegen door de inflatie -> mensen verdienen
nominaal meer door inflatie en hierdoor kwamen ze in hogere belastingschalen terecht
! Thans de limiet is bereikt sedert enige tijd (met perverse economische en psychologische
effecten)
Impact van de “loonwig” (verschil tussen de loonkosten voor de WG en het nettoloon dat de
WN ontvangt)
=> De belastingen kwamen onder druk te staan mede door vergelijking met andere EU-
lidstaten => tendens tot vermindering van de proportionele belastingdruk (voornamelijk in
de vennootschapsbelasting, hervormt in het zomerakkoord 2017)
Actuele tendens: de Tax Shift
Tax shift = verandering in de wijze waarop een overheid belastingen heft
Redenen voor de tax shift:
‒ vermindering van de loonlasten
‒ vergrijzingsfiscaliteit
‒ weg van taxatie van arbeid naar fiscale draagkracht van de niet (langer) werkende
We krijgen een verschuiving naar vermogensinkomsten (vooral een verhoging van de RV,
kaaimantaks en speculatietaks) en naar bestedingen en transacties (accijnzen en BTW -> let
op voor doorwerking in loonstijgingen wegens indexering)
Verschuiving naar vermogensbezit? Nee, tenzij een verhoging van de ORV, taks op de
effectenrekening
,Momenteel hebben we nog steeds te maken met een blijvende druk voor een vermindering
van de belastingen op arbeid en een verschuiving naar heffing op het vermogensinkomen
Er zijn diverse studies uitgevoerd hieromtrent (Hoge Raad voor Financiën, diverse instanties
en politieke partijen, Minister van Financiën Vincent van Peteghem)
Basisideeën:
o Duaal systeem (taakverdeling tussen bestuur en volksvertegenwoordigers):
arbeidsinkomen progressief belast tot 50%
o Alle vermogensinkomsten aan een vlak tarief 25% of 30%
o Meerwaarde op alles
Het begrip “Belasting”:
Belasting = een verplichte bijdrage opgelegd door de overheid volgens bepaalde regels van
recht aan haar onderdanen ten einde in het algemeen en zonder aanwijsbare tegenprestatie
haar uitgaven te kunnen doen
De grondwet, bijzondere financiële, gemeente en provinciewetten bepalen welke overheid
er kan heffen (Federaal - Gewesten en Gemeenschappen - Provincies en Gemeentes)
De belasting wordt geheven volgens wettelijke bepaling en moet goedgekeurd worden door
het bevoegde “Parlement” => Art. 170 en 171 Codex D1
In de nationale fiscale wetgeving hebben we diverse rechtsbronnen maar we zien ook meer
en meer het effect van internationale normen
De belasting wordt opgelegd aan onderdanen op grond van de band met het grondgebied =>
territorialiteit
Onderscheid met andere bijdragen en heffingen:
* Sociale zekerheidsbijdrage SZ ≠ belasting, algemene beginselen van belastingrecht zijn niet
van toepassing
Het is verplicht maar specifiek, de inning gebeurt door parastatalen (= instellingen en
diensten door de overheid opgericht maar die verder toch een zekere onafhankelijkheid in
bestuur genieten)
* Retributies = vergoeding voor de tegenprestatie van de overheid in rechtstreeks en
onmiddellijk belang van de begunstigde (vb: haven- en kaaigelden)
=> Niet verplicht en specifiek
* Verhaalbelasting = verplichte overheidsheffing n.a.v. specifieke prestatie, ook wanneer de
belastingplichtige BP er geen specifiek voordeel uithaalt (vb: aanleg riolering)
Functies van belastingen:
Financieel: zeer grote bedragen
Economisch: stimulerend en ontradend
Sociaal: herverdeling van inkomen en vermogen
Een overzicht van de belastingen in België:
Inkomsten ten behoeve van het Rijk (+/- 118 miljard):
• Inkomstenbelasting (personenbelasting, vennootschapsbelasting,
rechtspersonenbelasting, belasting der niet inwoners)
, • BTW (ontvangst gedeeltelijk overgemaakt aan de EU)
• Accijnzen
• Zegelrechten (beurstaksen en taks op afgifte toondertitels)
• Registratierechten
• Successierechten
• Douanerechten
• Met inkomstenbelasting gelijkgestelde belastingen (vb: verkeersbelasting en BIV, taks
op verzekeringskapitalen op 60-jarige leeftijd)
Inkomsten van regionale en lokale overheden:
Het samenvallen van de heffingsbevoegdheid en bestedingsbevoegdheid bevordert het
democratisch gehalte, vereist een zeker solidariteitsmechanisme in een eenheidsstaat
-> In België nog niet echt gerealiseerd
Er bestaan verschillende vormen van verdeling van fiscale bevoegdheden in een
gedecentraliseerde staat
Heffingsbevoegdheid = de bevoegdheid om de omvang en de aard van de fiscale inkomsten
te bepalen
Bestedingsbevoegdheid = de bevoegdheid om de belastinggelden uit te geven
=> Het samenvallen van de heffingsbevoegdheid en de bestedingsbevoegdheid is de beste
waarborg voor een efficiënt en democratisch federalisme, op voorwaarde dat deze regeling
wordt aangevuld met bepaalde solidariteitsmechanismen
In België een lange tijd niet het geval, door 6de staatshervorming een belangrijke
verandering: nog steeds een deel van de federale opbrengst van de PB en BTW door de
federale overheid onder de deelgebieden verdeeld, maar nu hebben de gewesten een
ruimere autonome heffingsbevoegdheid gekregen op vlak van de PB
Binnen de heffingsbevoegdheid is er nog een verdere opdeling mogelijk:
- Bevoegdheid om het toepassingsgebied, de heffingsgrondslag en de vrijstellingen van de
belasting te bepalen
- Bevoegdheid om het tarief en de belastingvermeerderingen en -verminderingen te bepalen
- Bevoegdheid om de procedure, inningsmodaliteiten en sancties te bepalen
=> Al deze bevoegdheden aan één bepaald bestuursniveau = volledige fiscale autonomie
=> Slechts een gedeelte van deze bevoegdheden aan een bepaald bestuursniveau = beperkte
fiscale autonomie, meestal zo in een federaal staatsverband
Gemeenschappen en gewesten:
5 financieringsmechanismen:
1. niet fiscale eigen ontvangsten
2. fiscale eigen ontvangsten
3. door Federale Overheid toegewezen BO
4. nationale solidariteitstussenkomst
5. leningen
Het Vlinderakkoord 2011 = politieke akkoord rond 6de staatshervorming in België 2014
Drie fiscale luiken:
, Overheveling fiscale uitgaven naar de Gewesten/ Verdere uitbouw fiscale autonomie van de
gewesten/ Sanering van de overheidsfinanciën
Fiscale autonomie: PB
Vanaf inkomstenjaar 2014 wordt de PB opgesplitst in een federale en een gewestelijke PB
De gewesten krijgen de bevoegdheid om op de PB gewestelijke opcentiemen te heffen, ze
kunnen deze moduleren met verminderingen, vermeerderingen en kortingen
De gewestelijke opcentiemen worden geheven op ‘de Gereduceerde Belasting Staat’ (= PB
verminderen met de autonomiefactor = 24,957 -> gevolg: 75,043% van de PB toegewezen
aan de federale staat)
2018: Gewestelijke opcentiemen van 33,257%
Er wordt dus 75,043 van de PB aan de federale staat toebedeeld en 24,975 aan het
bevoegde gewest
De federale wetgever blijft exclusief bevoegd om de belastbare basis vast te stellen alsook
de bedrijfsvoorheffing blijf exclusief federale bevoegdheid
De non bis in idem-wet 1989:
Gemeenschappen en gewesten zijn niet bevoegd om belastingen te heffen op materies die
al door een federale belasting zijn getroffen en op federale belastingen opcentiemen te
heffen
Artikel 11 BFW: gemeenschappen en gewesten niet bevoegd om belasting te heffen op
‘materies’ die al getroffen zijn door belastingen die in de BFW bedoeld zijn
Laat wel een uitzondering toe als de heffingsbevoegdheid op een materie die al federaal
belast is hen uitdrukkelijk in de BFW toegekend is (Vb: de bevoegdheid van de gewesten om
gewestelijke aanvullende opcentiemen te heffen op de federale PB)
Dit artikel werd geschonden door de zogenaamde turteltaks -> Door het Grondwettelijk Hof
vernietigd aangezien het Vlaamse gewest een ongeoorloofde heffing deed van dezelfde
belastbare materie als de federale overheid
Provinciale en gemeentelijke belastingen:
In beginsel kunnen de gemeenten en provincies vrij belastingen heffen binnen hun
territorium met uitzondering van de belastingen voorbehouden aan het Rijk en bepaalde
belastingen die verboden zijn (gevolg van het principe van de primauteit van de federale wet
en het non bis in idem-principe)
Zie artikels 464-469 WIB
Grondregelregels belastingheffing zijn vervat in de Grondwet
Er zijn ook algemene interpretatieregels, specifieke fiscale regels die voortvloeien uit
publiekrechtelijk karakter belastingwet, rechtsspreuken
Grondregels belastingheffing:
Het legaliteitsbeginsel -> Artikel 170 GW
Niets is belastbaar tenzij wet
Het Grondwettelijk Hof toetst fiscale wet aan artikel 170 GW, fiscale rechtbanken en hoven
hebben die bevoegdheid niet maar kunnen wel uitvoeringsbesluiten toetsen aan de GW
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller bultebeau. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.17. You're not tied to anything after your purchase.