Hoofdstuk 6 – Werking en regulatie van het respiratoire systeem
Respiratoire en cardiovasculaire systemen werken samen om te zorgen voor een efficiënt
transportsysteem dat zuurstof naar de weefsels brengt en kooldioxide verwijdert.
4 processen:
Longventilatie (ademhaling)
Longdiffusie (uitwisseling zuurstof en kooldioxide tussen bloed en longen)
Transport zuurstof en kooldioxide via het bloed
Gasuitwisseling in capillairen
Externe respiratie: longventilatie en diffusie.
Interne respiratie: transport en gasuitwisseling.
Longventilatie (ademhaling/pulmonale ventilatie): verplaatsen van lucht in en uit de longen.
Door de neus inademen heeft een aantal voordelen t.o.v. door de mond inademen: lucht wordt
verwarmd en bevochtigd, filtert vieze stofjes.
Neus/mond keelholte strottenhoofd luchtpijp (trachea) bronchiën.
Uitwisseling van zuurstof en kooldioxide vindt plaats in de bronchioli en alveoli (longblaasjes).
De longen zijn niet direct aan de ribben bevestigd, ze zijn opgehangen in pleurale zakken. De
pariëtale pleura bekleedt de thoracale wand en de viscerale/pulmonale pleura bekleedt de
buitenkant van de longen. Tussen de dubbele wand bevindt zich een dunne laag vloeistof, om de
wrijving tijdens de ademhalingsbewegingen te verlagen.
De anatomie van de longen, pleura en borstholte bepalen de luchtstroom bij inspiratie en expiratie.
Inspiratie (inademen): is een actief proces waarbij het diafragma (middenrif) en de externe
intercostale spieren betrokken zijn. Bij inspiratie worden de ribben en het sternum bewogen door
de externe tussenribspieren. Als de longen worden vergroot, neemt hun volume toe en heeft de
lucht meer ruimte om te vullen. (Gaswet van Boyle bij inademing is druk buiten groter, bij
uitademing is druk binnen groter).
Expiratie (uitademen): is een passief proces dat veroorzaakt wordt door ontspanning van
inspiratoire spieren en het terugveren van longweefsel. Als diafragma ontspant, gaat het terug naar
zijn normale stand. Als de externe tussenribspieren ontspannen, gaan de ribben, het sternum en
de lage rug terug in hun rustposities. Als dit gebeurt zorgt de elasticiteit van het longweefsel dat
het terugveert naar de rustpositie. Dit verhoogt de druk in de borst, waardoor het volume van de
borstholte kleiner wordt en dus de lucht de longen wordt uitgeperst. Bij geforceerde ademhaling
wordt het een meer actief proces. De interne tussenribspieren kunnen actief de ribben naar
beneden trekken (ondersteunt door latissimus dorsi en quadratus lumborum).
De veranderingen in intra-abdominale druk en intrathoracale druk die samengaan met geforceerd
ademhalen, helpen ook bij de terugvoer van veneus bloed naar het hart.
Spirometrie: meten van luchtvolume in de longen.
Teugvolume: hoeveelheid lucht die de longen in en uitgaat tijdens de ademhaling.
Vitale capaciteit (VC): maximale hoeveelheid lucht die kan worden uitgeademd na een maximale
inspiratie
Restvolume (RV): hoeveelheid lucht die in de longen achterblijft na een maximale expiratie
Totale longcapaciteit (TLC): vitale capaciteit + restvolume
Longdiffusie: gaswisseling in de longen.
2 belangrijke functies:
Vernieuwt de toevoer van zuurstof naar het bloed
Verwijdert kooldioxide uit het terugkerende veneuze bloed
Tijdens de longventilatie wordt er lucht de longen ingebracht en tussen deze lucht en het bloed
vindt de gaswisseling plaats via diffusie in de longen. Zuurstof diffundeert van de alveoli naar het
bloed in de longcapillairen en kooldioxide diffundeert van het bloed naar de longblaasjes.
De gaswisseling tussen de lucht in de alveoli en het bloed in de longcapillairen vindt plaats over het
respiratoire membraan, bestaat uit:
Alveolaire wand
Capillaire wand
Hun basale membranen
Primaire functie is gaswisseling, gaswisseling vindt alleen plaats in de alveoli.
De lucht die we ademen bestaat uit verschillende gassen, elke gas oefent een andere druk uit in
verhouding tot de concentratie in het gasmengsel partiële druk: individuele druk van elk gas
(totaal is alle partiële drukken bij elkaar opgeteld). Volgens de Wet van Henry lossen gassen op in
vloeistoffen in verhouding tot hun partiële druk.
De belangrijkste factor voor gaswisseling tussen de alveoli en het bloed is de drukgradiënt tussen
de gassen in de twee gebieden. De verschillen in partiële druk van de gassen in de alveoli en de
gassen in het bloed veroorzaken een drukgradiënt over de respiratoire membraan. Dit vormt de
basis van gaswisseling tijdens longdiffusie. Als de druk aan beide kanten van de membraan gelijk
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ellisje1996. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.20. You're not tied to anything after your purchase.