100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Theatergeschiedenis 1: van Medea tot Faust $5.95   Add to cart

Summary

Samenvatting Theatergeschiedenis 1: van Medea tot Faust

 9 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Samenvatting van alle colleges en secundaire literatuur, waaronder dele van het boek 'Theatre Histories'.

Preview 4 out of 116  pages

  • August 12, 2022
  • 116
  • 2020/2021
  • Summary
avatar-seller
Theatergeschiedenis 1: van Medea tot Faust: Colleges
College 09-02-2021: Inleiding: 142 minuten:
We gaan een overzicht bieden van 2300 jaar Europese theatergeschiedenis. Specifieke aandacht
theater in de Nederlanden. 5e eeuw v. Chr. tot 1800.

Theater histories. 3e editie! Website aan gekoppeld. VB: youtubefilmpjes. Neem daar een kijkje op.
Alles wat in de studiehandleiding staat is leerstof! Vaak sluiten de hoorcolleges daarop aan.
Daarnaast nog een paar andere teksten, die worden ter beschikking gesteld op Canvas. Herenstein,
een theatergeschiedenis van de Nederlanden. De Vos, Shakespeare, auteur voor alle seizoenen.

Sommige passages worden overgeslagen in het boek. Dit boek gaat namelijk ook een deel in op de
theatergeschiedenissen van de andere continenten. Maar wij focussen ons alleen op Europa.

Over de toneelteksten: ze moeten allemaal gelezen worden.
Ook vragen op het tentamen. Grote kans op tentamen: tekstfragment; uit welke toneeltekst komt
dit? Wat is de theoretische achtergrond?
Lees de toneelteksten dus. In de hoorcolleges komen ze soms ook aan bod. Maar alle toneelteksten
zijn nuttig en moet je eigen maken!

Waarom (theater)geschiedenis studeren? Wat is het nut ervan?
- Kennis van en inzicht in de geschiedenis draagt bij aan onze (collectieve) identiteit.
- Heden kan niet begrepen worden zonder kennis van het verleden.
- Voorstellingsanalyses, onderzoek over theater en performance is alleen mogelijk mits gedegen
inzicht in theatrale tradities, acteerstijlen,… uit het verleden.

Op het internet vind je de meest betrouwbare informatie. Maar ook de grootste onzin. Als je
geen/niet voldoende parate kennis hebt, is het moeilijk om tussen alle onzin de juiste, betrouwbare
informatie te vinden. Als je die parate kennis niet hebt, heeft alles evenveel waarde en is alles gelijk;
je ziet door de bomen het bos niet meer.
Fake news = het gevolg van de basis dat mensen geen basiskennis hebben, waardoor ze het
onderscheid niet kunnen maken.

Specifiek dit vak:
- Weinig jaartallen; niet heel interessant. → diegene die je wel moet weten, geeft hij aan.
- Aantal mijlpalen die je het beste wel kunt weten. VB: Luther zijn stellingen ophangen = start
Protestantisme. Opening van de eerste schouwburg in Amsterdam, 1638. Maar deze jaartallen zijn
op één hand te tellen.
- Wel weten in welke eeuw iemand geleefd heeft. VB: drie grote tragedieschrijvers van Griekenland,
5e eeuw v. Chr. Maar geen geboortejaar/sterftejaar.
- Gebeurtenissen: wanneer in die eeuw is het gebeurd? In 1e helft, midden of 2e helft? Daar blijft het
bij.

Belang: chronologie in je hoofd hebben, na het volgen van dit vak. Dat je de grote lijnen kent. Geen
specifieke jaartallen.
Het is wel belangrijk dat je voldoende leert en dus de chronologie leert, zodanig dat als je later
geconfronteerd wordt met bepaalde informatie dat je ook de kennis hebt die informatie naar waarde
te schatten. = het onderscheiden van fake news.

HET TENTAMEN KOMT ER SNELLER AAN DAN JE DENKT! DUS BEGIN VANDAAG!


1

,Bij geschiedenis krijg je inzage in jezelf, in wie je bent, in de gemeenschap, in een discipline. We zijn
altijd al geïnteresseerd geweest in onze individuele geschiedenis, maar ook in onze collectieve
geschiedenis, want het geeft aan wie we zijn als Nederlander.
Wat maakt mij tot Nederlander? Dan kun je die vraag niet beantwoorden, zonder naar het verleden
terug te gaan.

Ook theater, de dag van vandaag, is het product van een lange geschiedenis. Uiteraard kan je van
een voorstelling genieten, zonder dat je van die geschiedenis/traditie op de hoogte bent. Als je als
theaterwetenschapper die voorstelling op een zo grondig mogelijke manier wil analyseren, dan heb
je wel nood aan bepaalde referenties. Het is noodzakelijk dat je bij een voorstelling kan zeggen welke
delen van een voorstelling uit het verleden zijn herhaald. Dat kan alleen als je het verleden (een
beetje) kent.

VB: Scènes uit een huwelijk.
Toneelvoorstelling van Toneelgroep Amsterdam. Om de paar jaar wordt deze voorstelling gespeeld.
Bijzonder succesvolle voorstelling. Gebaseerd op de film van Ingmar Bergman.
Deze toneelvoorstelling zou je poly-scenisch kunnen noemen. De verschillende scènes uit het
huwelijk, die zich afspelen in verschillende stadia, spelen op hetzelfde moment af in de schouwburg.
Als toeschouwer moest je van scène naar scène gaan. Sommigen deden dit chronologisch, anderen
weer niet. Zo kreeg elk gedeelte van het publiek een andere voorstelling; in een andere volgorde. Als
toeschouwer hoorde je bijvoorbeeld ook de ruzies van een andere scène, die bij een andere scène
bezig was. → het verleden sijpelt door in de toekomst. Of andersom.
Ivo van Hove maakt gebruik van een middeleeuwse manier van theatermaken. (zie hieronder)

Vanaf de 9e/10e eeuw zien we in West-Europa het theater opnieuw opleven dankzij de kerken. De
liturgische (Bijbelse) verhalen worden geënsceneerd om ze op een wat levendigere manier tot bij de
gelovige bevolking te brengen. Dat gebeurt in de kerk.
De kerk wordt onderverdeeld in verschillende scènes. Elke scène heeft een eigen fictionele plek. Als
toeschouwer ging je van plaats naar plaats en zo kreeg je het hele Bijbelse verhaal voorgeschoteld.
= het poly-scenisch toneel, met huzekens/mansions. (elke scène was een klein gebouwtje. Aan de
hand daarvan, incl. rekwisieten, werd een bepaalde plaats uitgebeeld.)
Wederopstanding van het theater in de kerk.

Historiografie: kritiek op positivisme: De moeilijkheden waarmee de historici geconfronteerd
worden.
Voorbeelden:
- Hoe gaat het met ons?
Als land. De vraag kan op veel verschillende manieren beantwoord worden. VB: a.d.h.v.
welvaart; levensverwachting; staalkaart van het land; groeiende kloof tussen arm en rijk; aantal
depressies; welbevinden van mensen in hun baan; BNP; Neomarxistisch: Heel veel mensen weten
niet precies meer wat ze dagelijks, qua baan doen, omwille door de alsmaar groeiende bureaucratie.
Grotere bedrijven = meer administratie, meer vergaderingen, zonder dat ze weten waarvoor dat
eigenlijk moet dienen. Door de toenemende dienstensector is er een nieuw soort van vervreemding
ingetreden.
Verschillende uitkomsten. Kwestie van interpretatie. Zo geldt dat voor alle historische
onderzoeken.
- Kolonisering
Is die kolonisering goed of slecht geweest? Zo ja, voor wie goed of voor wie slecht? Etc.
Causaliteit/oorzaak-gevolg. Heel moeilijk in de geschiedschrijving. Is het de schuld van de
kolonisering dat die landen, die vroeger gekoloniseerd waren, nu zo dictatoriaal geleid worden?

2

,Is het Verdrag van Versailles de oorzaak van WO2 geweest? Met een beetje alcohol op autorijden,
auto-ongeluk: het alcohol zorgt ervoor dat je een auto-ongeluk had. Is dat zo? Wellicht andere
oorzaken.
→ Het is moeilijk/onmogelijk hard te maken dat dit klopt. Het is een interpretatie die een historicus
geeft aan de geschiedenis. Dat maakt historiografie zo boeiend, maar ook zo broos. Je hebt hier geen
wetten/wetmatigheden die in steen zijn gebeiteld. Het zijn interpretaties over hoe iets genomen is.
Als je het ongeluk zelf overleefd, kan je zelf concluderen wat de oorzaak was. Overleef je het niet,
dan moeten anderen dat doen. → dat moet een historicus ook doen. Als er een expert aan te pas
komt, kan die misschien zeggen hoe het ongeluk heeft plaatsgevonden. Soms is het makkelijker,
soms is het moeilijker. Maar het is altijd een interpretatie! Zoveel mogelijk bronnen verzamelen en
dan interpreteren wat het gevolg is van de oorzaak. Maar het blijven mensen: ook hij/zij heeft een
bepaald waardepatroon dat makkelijk binnensluipt in het onderzoek dat hij/zij doet; al is het maar in
de keuze van het onderwerp. Soms bevraag je die eigen waarde niet, zonder oog te hebben voor de
marges van die dominante geschiedenis.

Opletten dat je niet aan geschiedvervalsing doet: vanuit een hedendaagse ideologie de geschiedenis
herschrijven.
VB: vanuit een inclusieve, feministische gedachte, spendeer je meer aandacht aan vrouwen uit de
geschiedenis. Maar je mag je niet laten verleiden tot het herschrijven van de geschiedenis waarbij
vrouwen evenveel hun stempel gedrukt hebben op de geschiedenis als mannen. = dat is niet waar!
Je mag niet met het waardepatroon van vandaag gisteren herschrijven.

Tegenover het traditionele, positivistische verklaringsmodel wort het ‘hermeneutische of verhalende
verklaringsmodel’ geplaatst. Bewust van het fundamenteel begripsmatige karakter van zowel de
bron, het instrumentarium, als van de interpretatie, pretendeert het hermeneutische
verklaringsmodel niet meer ‘de’ geschiedenis maar veeleer ‘een’ geschiedenis te schrijven (geen
zekere kennis meer).
Dit model stelt de historicus de taak om een samenhangend verhaal naar voren te brengen van een
verzameling van gebeurtenissen om zo een algemeen beeld, een ‘idee’, te geven van wat er in het
verleden gebeurd is.

Het geloof dat je ‘de’ geschiedenis kan schrijven die allesomvattend is, is een illusie. = positivistische
idee, die uitgaat van een objectieve, waardevrije geschiedschrijven. = bestaat niet.

Post-positivisme:
- Met de post-positivistische kritiek op de positivistische geschiedschrijving wordt duidelijk dat
geschiedenis een geconstrueerd verhaal is op basis van een specifiek perspectief.
- Geschiedwetenschap als argumentatieve, rationele activiteit wordt dus ter discussie gesteld.
- Hierdoor spreekt met niet meer van DE geschiedenis, maar van een VEELHEID aan geschiedenis.
- Dit geldt uiteraard ook voor theatergeschiedenis.

Niet alleen EEN geschiedenis, maar ook de veelzijdigheid aan geschiedenissen. Dat doet Theatre
histories. De sterkte daarvan is meteen de zwakte. Als handboek is het een sterkte, het maakt het
publiek duidelijk a.d.h.v. verschillende voorbeelden hoe divers dat aantal perspectieven is dat je als
historicus kan aannemen t.o.v. je onderzoeksobject.
Die veelheid kan ook verwarrend overkomen. Geen eenduidige lijn in de keuze die gemaakt wordt.

Argumenten van Theatre Histories:
- Historische studie van performance, theater en drama vanuit een globaal perspectief.
- Wereldtheater niet bestuderen vanuit de marges van het westerse theater, maar vanuit hun eigen
autonomie en vanuit hun mogelijke dialoog.

3

, Niet alleen West-Europa, heel Europa. = globale insteek.
Men probeert het wereldtheater te bestuderen vanuit de eigen autonomie. Het wordt niet
bestudeerd waar het belangrijk is voor het Westers theater. Bijv. het Noh-theater uit Japan is voor
nogal wat Westerse theatermakers een belangrijke invloedbron geweest. (Artaud). Als er eens een
zijpaadje wordt ingeslagen, dat als snel het Noh-theater, net omdat dat van belang is geweest in het
Westers theater, van Artaud. Dan ga je een bepaalde culturele traditie bestuderen in het licht van
een westerse theatertraditie. Niet fout om invloeden te bestuderen, maar als het daartoe beperkt
blijft, komt het steeds bij hetzelfde verhaal terug.
Dat is niet de bedoeling met dit boek. Ze willen parallelle banen, zonder dat ze per definitie gelinkt
worden aan andere theatervormen. Gevaar van linken van ene vorm aan de andere, is een vertekent
beeld.

- 1. Globaal perspectief op de geschiedenis van theater en cultural performance. Uitbreiding van
theaterhistorische criteria zoals die in het westen gegroeid zijn.
- 2. Theater als communicatiemodel: aantonen hoe sleutelmomenten in geschiedenis van theater en
performance gelezen kunnen worden als specifieke communicatiemodi.
4 verschillende periodes: 1. Mondelinge periode (voor het schrift). 2. Periode van het schrift
(tot aan de boekdrukkunst). 3. Opkomst van de transitorradio/telegraaf. Technologieën om op lange
afstand bijna live te kunnen communiceren. 4. Opkomst van het internet.
- 3. Geschiedenis van performance en theater steeds confronteren met de methodes die gebruikt
worden om die geschiedenis te schrijven:
“Reading and writing history responsibly requires being aware of the historical methods
being used and being able to critique them. There are no value-free histories.”

- Wil men een kritische blik hebben op geschiedenis dan moet men weten HOE geschiedenis
geschreven wordt (schrijven van geschiedenis = historiografie).
- Het schrijven van geschiedenis verloopt volgens verschillende methoden, elk met hun eigen
waarheidsaanspraken.

Hoe wordt geschiedenis geschreven?:
Belangrijke blinde vlek in historiseren van (theater)gebeuren: 2 factoren:
1. Causaliteit. Wat iemand gedaan heeft, wordt heel snel in de context geplaatst van wat iemand nu
doet. (VB: man vermoord vrouw; buren zeggen: “Ja, het was altijd al een rare.”) Zo kan er
zin/betekenis aan gegeven worden. De historicus is niet aanwezig op de plaats delict. Daarom is hij
ook een historicus, geen socioloog. Hij is bepaald door het leven dat hij leidt in zijn eigen tijdvak en
zijn kennis van de culturele opvattingen van zijn tijd.
2. Historicus als displaced observer. → dubbele gelimiteerdheid: partiële documentatie (je hebt maar
de bronnen die je hebt); partieel begrip (het is moeilijk te weten hoe die mensen toen dachten. Een
individu die zich kan ontplooien, dat was er niet. Mensen stonden onder god. Ondanks dat we over
deze informatie beschikken, kunnen we niet in iemands huid kruipen. Wij kunnen niet kijken met het
oog van de contemporain naar het verleden. We kijken er met onze eigen blik naar.)
+ gevaar: teleologisch denken. Wij als historicus weten wat er nadien zal komen. We weten hoe het
spel eindigt. Dan dreig je vanuit dat punt de geschiedenis te gaan verklaren. Waardoor je bijna
onbewust op zoek gaat naar die stukjes informatie die je bevestigen in wat je zoekt en die de
bevestiging zijn van je eindpunt, die de historicus al weet. De hele geschiedenis wordt in het
perspectief van het eindpunt geplaatst.

Geschiedschrijving = interpretatie.
* positivisme = utopie.
* relativisme = gemakzucht.

4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller LoisCavis. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.95. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

64438 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.95
  • (0)
  Add to cart