Hoofdstuk 2: Meten en meetniveaus ...................................................................................................... 2
1. Meten .............................................................................................................................................. 2
1.1. Wat is meten? .......................................................................................................................... 2
1.2. Stappen in meten ..................................................................................................................... 2
1.2.1. Verdeling van de populatie P in equivalentieklassen Ek .................................................... 2
1.2.2. Kenmerken of schalen van de equivalentieklassen adhv een variabele ........................... 2
A) Het toekennen van kwalitatieve waarden .......................................................................... 2
B) Het toekennen van kwantitatieve waarden........................................................................ 2
2. Meetschalen .................................................................................................................................... 3
2.1. Eigenschappen van variabelen ................................................................................................. 3
2.1.1. Ordenbaarheid .................................................................................................................. 3
2.1.2. Het bestaan van een meeteenheid ................................................................................... 3
2.1.3. Het bestaan van een absoluut nulpunt ............................................................................. 3
2.2. De verschillende meetniveaus ................................................................................................. 3
2.2.1. Overzicht............................................................................................................................ 3
2.2.2. Hiërarchie .......................................................................................................................... 4
2.2.3. Lineariteitsassumptie ........................................................................................................ 4
3. Dummyvariabelen ........................................................................................................................... 4
3.1. Wat? ......................................................................................................................................... 4
3.2. Eigenschappen: Rekenkundig gemiddelde en variantie........................................................... 4
3.2.1. Rekenkundig gemiddelde van een dummyvariabele ........................................................ 4
3.2.2. Variantie van een dummyvariabele .................................................................................. 4
3.2.3. Voorbeeld .......................................................................................................................... 4
3.3. Dummycodering van categorische variabelen met meer dan twee categorieën .................... 5
3.3.1. Wat? .................................................................................................................................. 5
3.3.2. Voorbeeld: Opleidingsniveau ............................................................................................ 5
3.4. Effectcodering .......................................................................................................................... 5
3.4.1. Wat? .................................................................................................................................. 5
3.4.2. Voorbeeld: Geslacht .......................................................................................................... 5
3.4.3. Voorbeeld: Opleiding......................................................................................................... 5
3.5. Keuze tussen dummy -en effectcodering ................................................................................. 5
4. Zoemgroep 2.1.: Dummyvariabelen ................................................................................................ 6
, 2
Hoofdstuk 2: Meten en meetniveaus
1. Meten
1.1. Wat is meten?
= Het toekennen van waarden aan elementen
1.2. Stappen in meten
1.2.1. Verdeling van de populatie P in equivalentieklassen Ek
= Deelverzameling van de populatie P, die alle elementen (statistische eenheden) groepeert die voor
het bestudeerde kenmerk als equivalent kunnen worden beschouwd
1.2.2. Kenmerken of schalen van de equivalentieklassen adhv een variabele
= Het toekennen van een eigen waarde – kwantitatief of kwalitatief aan elke Ek van het
ongeschaalde kenmerk
➢ De verzameling X der waarden noemen we dan de meetschaal van de variabele
➢ Een variabele is een afbeelding van de bevolking P in een verzameling X der waarden
A) Het toekennen van kwalitatieve waarden
Bijvoorbeeld:
• Links: Verzameling
eenheden: De
verschillende mensen
• Midden: Ongeschaalde
variabele; Ek
• Rechts: Geschaalde
variabele: Krijgt hier
kwalitatieve waarden. In
de praktijk wordt er
echter vaak gewerkt met
kwantitatieve waarden
B) Het toekennen van kwantitatieve waarden
Hoe?
• Aan elke Ek wordt een eigen, specifiek getal toegekend
• De waarden van de Ek weerspiegelen de relaties die in de
realiteit bestaan tussen deze klassen, en enkel deze
relaties:
- Bv. Bij de variabele ‘woonplaats’ zit er geen
intrinsieke waarde in de ordening; Je mag hier geen
bewerkingen mee uitvoeren.
- Bv. Bij de variabele ‘hoogst behaalde diploma’ is er
wel sprake van een intrinsieke ordening
Voordelen:
• Verwerking van kwantitatieve waarden gaat vlotter via computer
• Eenduidiger dan kwalitatieve waarden
• Meer mogelijkheden tot analyse
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller marsepein. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.22. You're not tied to anything after your purchase.