maandag 31 augustus 2015
15:22
10: Aardrijkskunde op de basisschool
woensdag 2 september 2015
12:04
Psychomotorische Vaardigheidsdoelen gericht op handelingen die zich in de werkelijkheid
vaardigheden afspelen
Cognitieve vaardigheden Vaardigheidsdoelen gericht op handelingen die zich in het hoofd afspelen
Attitude Bepaald gedrag of bepaalde houding. Meningen onderbouwen met
argumenten. Subjectieve doelen
Canon Geheel van teksten, beelden, kunstwerken, gebeurtenissen en
boegbeelden. Referentiekader van een gedeelde cultuur
Criteria van Mager:
1. Waarneembaar gedrag
Onderdelen benoemen van vulkaan aan het einde van de les
Kennisdoel bereiken
Aanwijzen, aanduiden, opnoemen, invullen of schrijven
2. Leerinhoud
Kenmerken hooggebergte benoemen aan het einde van de les
Hoort bij waarneembaar gedrag
Verbanden en verklaringen
3. Omstandigheden
Topografieoefening invullen met atlas
Beschrijft nauwkeurig de situatie waarin de leerlingen moet laten zien wat hij geleerd
heeft (omstandigheden)
Hulpmiddelen en beperkingen
4. Criterium
10 plaatsen opzoeken binnen een kwartier
Minimumprestatie
Tijdslimiet
Canon
50 onderwerpen
Richtsnoer voor elementen uit onze cultuur en geschiedenis die van belang zijn om door te
geven aan volgende generaties
16 vensters (watercanon, canon van Nederlandse landschap)
, Taalontwikkeling stimuleren:
1. Taalaanbod (3 B's)
Betrokkenheid: Het moet kinderen interesseren
Begrijpelijkheid: Taal van de leerkracht begrijpen
Boven-niveau: Zone van de naaste ontwikkeling, net iets boven het niveau
2. Taalruimte
Onderwerpsruimte
Beurtruimte
Stimuleren om taal te gebruiken
Interactie
3. Feedback
Verbeteren
Helpen verhelderen
Positief bevestigen
Impliciet: Zonder de leerling nadrukkelijk op zijn fout te wijzen
Win-winmodel:
1. Kinderen worden voorbereid op het lezen van de tekst
2. Tekst wordt behandeld (begrijpend lezen)
- Eerst voorkennis activeren en diepgang bieden.
- Dan oriënteren op de tekst (kopjes, plaatjes)
- Samen de tekst te lezen
- Kritisch bekijken wat in de tekst staat
- Bespreken tekst: nieuwe informatie opnoemen en verhelderen
3. Taal en kennis gaan gebruiken in een nieuwe situatie
12: Kaartlezen
woensdag 9 september 2015
13:00
Ruimtelijke Leren ontdekken en benoemen van ruimtelijke inrichtingselementen. Ordenen en
oriëntatie lokaliseren van elementen. Leren dat er samenhang is tussen verschillende
inrichtingselementen
Generaliseren Weglaten van inrichtingselementen op een kaart
Onderdelen voorbereidend kaartlezen:
Benoemen: Kinderen leren ruimtelijke elementen te benoemen
Abstraheren: Kinderen kunnen losse elementen samenvatten onder 1 abstract begrip
Objectiveren: Kinderen moeten een zakelijke inventarisatie van een ruimte kunnen geven
Ordenen: Kinderen moeten een ruimte in verschillende delen kunnen ontleden
Lokaliseren: Kinderen moeten begrippen die iets weergeven over de afmeting, de plaats, de
richting en afstand van iets of iemand op een juiste manier kunnen gebruiken
Relateren: Kinderen moeten de samenhang tussen inrichtselementen kunnen benomen