maandag 31 augustus 2015
15:22
Didactiek onderzoekend leren 5-stappenplan:
1. Introductie
2. Vrije exploratie
3. Onderzoek
4. Verslag
5. Verdieping
Didactiek onderzoekend leren7-stappenplan:
1. Confrontatie
- Verwoorden
- Je iets afvragen
2. Verkennen
- Aanrommelen
- Informatie zoeken
- Onderzoeksvraag
3. Opzetten experiment
- Bedenk experiment
- Plan experiment
4. Uitvoeren experiment
- Doe experiment
- Noteer resultaten
5. Concluderen
- Beantwoord je onderzoeksvraag
6. Communiceren- presenteren
- Presenteren
- Discussiëren
- Vergelijken
7. Verdiepen
- Verbreding (link naar eigen leefwereld)
- Verdieping (theorie en nieuwe vragen)
,Didactiek ontwerpend leren:
1. Probleem
- Probleem, eisen oplossing
2. Verkennen
- Informatie zoeken
- Oplossingen bedenken
3. Ontwerp voorstel
- Bedenk ontwerp
- Plan uitvoering
4. Uitvoeren
- Maak ontwerp
5. Testen en bijstellen (testen en evalueren)
- Ontwerp testen en aanpassen
6. Communiceren (presenteren)
- Presenteren
- Discussiëren
- Vergelijken
7. Verdiepen
- Verbreding (link naar eigen leefwereld)
- Verdieping (theorie)
Uitgangspunten- Activerende didactiek:
Concreet materiaal
Hands on (doen)
Interactie
Verdieping essentieel maar als laatste stap
Andere rol voor School TV filmpjes, methoden en eigen kennis)
Constructivisme
Heen en weer denken tussen idee en werkelijkheid
Soorten vragen:
Onderzoeksvragen
Opzoekvragen
Navraagvragen
Waarderingsvragen
, Operationele vragen zijn van belang
Zone van naasten ontwikkeling
Werkvormen:
Observatiekring
Demonstratiekring
Practicum
Buitenwerk
Ontdekhoeken
Onderzoek cyclus: (inquiry strategy)
1. Oriënteren
2. Experimenteren
3. Verdiepen
Onderzoek basisvaardigheden
Vaardigheden Omschrijving
Observeren Leerling kan de zintuigen gebruiken om informatie te verzamelen over een object
of gebeurtenis. Bijvoorbeeld door te constateren dat een object geel of zwaar is.
Gevolgtrekkingen Leerling kan een ‘doordachte voorspelling’ doen over een object op basis van
maken eerder verzamelde data of informatie. Leerling bedenkt een verklaring bij een
gebeurtenis. Bijvoorbeeld zeggen dat het object waarschijnlijk gezonken is omdat
het zwaar is.
Meten Leerling kan metingen of schattingen maken om de dimensies van een object of
gebeurtenis te beschrijven. Bijvoorbeeld het gebruiken van een liniaal om de
lengte van de tafel te meten of het gebruik van een thermometer om de
temperatuur van een persoon te meten.
Communiceren Leerling kan woorden of grafische symbolen gebruiken om een actie, object of
gebeurtenis te omschrijven. Bijvoorbeeld het beschrijven van het verschil in groei
van een plant na twee weken (of dit in een grafiek zetten).
Classificeren Leerling kan objecten en/of gebeurtenissen groeperen en ordenen op basis van
eigenschappen of criteria. Bijvoorbeeld het ordenen van alle grote objecten bij
elkaar of alle even zware objecten.
Voorspellen Leerling kan voorspellingen doen over de uitkomsten van een toekomstige
gebeurtenis op basis van een patroon of bewijs. Bijvoorbeeld het voorspellen van
de hoogte van een plant na twee weken of het voorspellen welke objecten
blijven drijven en zinken. *