100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Nieuwste geschiedenis vanaf 1800 $7.38   Add to cart

Summary

Samenvatting Nieuwste geschiedenis vanaf 1800

 9 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Samenvatting van aantekeningen bij het vak nieuwste geschiedenis vanaf 1800

Preview 4 out of 33  pages

  • August 15, 2022
  • 33
  • 2020/2021
  • Summary
avatar-seller
Eerste industriële revolutie

Vond plaats in Engeland. Groot Brittannië, Schotland en Wales.

Eerste industrialisatie golf in Engeland 1780 – 1850. Grote samenhang met de agrarische revolutie,
grote agrarische bedrijven waardoor de productie enorm stijgt, welvaart neemt toe, meer voedsel te
vinden  Bevolking groeit. Door de grote bedrijven is er minder mankracht nodig waardoor de
bevolking niet allemaal meer op het platteland kan werken. Mensen gaan hierdoor op zoek naar
andere manier om geld te verdienen en dat valt samen met de komst van fabrieken. Bij fabrieken
ontstaan steden waardoor mensen naar deze steden trekken.

Waarom ontstaat de revolutie in Engeland?
1. Engeland is een eiland waardoor het veel minder last heeft gehad van de oorlogen van
Napoleon dan het vasteland. Economie had er minder om te lijden.
2. Engeland is een grote zeemacht geworden  Land met de meeste koloniën
3. Engeland is een gebied met veel mijnbouw
4. Door de vele hoeveelheden aan ijzer en mijnbouw was Engeland het eerste land wat
spoorwegen kon aanleggen. Hierdoor konden ze een veel grote infrastructuur opbouwen dan
andere landen.

Koloniën waren belangrijk omdat ze voor grondstoffen zorgde en later kon je het ook gebruiken als
afzetgebied om je producten kwijt te raken. Katoen kwam van de Koloniën waardoor het textiel nog
veel groter werd in Engeland.


Belangrijke sectoren in Engeland:
 Textielindustrie(met name Katoen)
 Mijnbouw
 IJzerindustrie
 Spoorwegen

Belangrijke uitvindingen:
Engeland was een maatschappij met veel klassenverschillen en aan de top stond de adel. Dit waren
grote families, alleen de oudste zoon was erfgenaam(Primogenituur). Hierdoor liepen er heel veel
mannen rond die veel geld hadden en weinig te doen.

 1733 Schietspoel. Hij schiet het weefgetouw van de ene naar de andere kant waardoor het
weven sneller ging.
 1769 Arkwrights door water aangedreven spinmachine. Was het eerste hulpmiddel die kon
worden ingezet in de fabriekshallen. Op deze manier had je minder arbeiders nodig.
 1776 Spinnewiel(Spinning Jenny). Door het aandrijven van een wiel kon je zes tot acht
spinnen aan het werk stellen.
 1780(Circa) machinaal weefgetouw. Gaat veel sneller en levert een grotere productie op.




Toepassingen van de Stoommachine:

,  1780 De stoomspinfabriek
 1829 Stephenson’s stoomfabriek

Via waterkracht kan je het omzetten in stoom, waardoor het (vervoer en productie) sneller kan gaan.


Het standard of living debat
De manier van leven voor arbeiders

Kwantitatieve gegevens:
- Reële loon neemt iets toe in de periode tot 1850, daarna vrij sterk.

- Sterftecijfers dalen(sterfte in steden veel hoger dan op het platteland)

Kwalitatieve gegevens:
- Platteland naar de stad: Wonen in de hel

- Arbeid (Lawaai, ongezonde omgeving, eentonig werk, lange uren, opzichters die je aandrijven om
nog harder te werken. Klein kamertje om in te slapen.

Eigenaren krijgen de nijging om vrouwen en kinderen te gebruiken omdat er zoveel werk is. Kinderen
zijn ook handig omdat ze kleine vingertjes hebben om katoen en textiel beet te pakken.

Boeken zoals Oliver Twist van Charles Dickens omschrijven deze tijd perfect.

Veel protest  Door de vele werkeloosheid  Komen partijen op de luddite  Sabotage acties

( Wat betekent industrialisatie nu voor de levensstandaard van de arbeider?)
- Werkzaam in de fabriek

- Overbodig geworden op het platteland  Op zoek naar werk  Nieuw ontstane steden

- Voor weinig loon werkzaam  Veel aanbod waardoor de lonen laag blijven


Levensstandaard op de langere termijn
 Periode na 1850 sterke verbeteringen
 Sociale wetgeving  Zorgt ervoor dat er een netwerk komt als je ziek bent dat er voor je
gezorgd wordt, salaris staat vast, verzekering
 Vrije zaterdagmiddag
 Hogere lonen
 Betere leefomstandigheden

Regering en bazen zijn bang voor revoluties. Om dit te voorkomen zijn er verbeteringen nodig voor
de arbeiders.

,Transportrevolutie 1830-1880

Engeland
1824 – Eerste stoomtrein

1855 – Groot netwerk  Afzetgebied  Engeland ligt open

Hierna volgt Duitsland. Na een tijdje is ook in heel Duitsland alles te bereiken

Nederland
1860 – Spoorwegen tussen Haarlem en Amsterdam en een klein beetje in Limburg(Verbinding met
Duitsland en België, veel mijnen)en Brabant(Textielindustrie).

1880 – Langzaam wordt dit uitgebreid. De meeste provincies zijn aardig bereikbaar. Reisafstand
tussen Groningen en Den haag in 1848 nog meerdere dagen en in 1870 5 tot 10 uur.

Reistijd Amsterdam – Jakarta

Rond 1800: 200 dagen

Rond 1888: 30 dagen

Dit kan door een stoomschip en via het varen door het Suezkanaal

Tweede industriële revolutie vind plaats in Duitsland. Dit ontstaat uit Pruisen, in 1871 een groot
keizerrijk.


Kern democratisering 19de eeuw
Burger wil staatsburger worden, vorst en adel verdringen maarde burger moet ook niet te veel
ruimte krijgen.


Erfenis Franse Revolutie
V=Volk krijgt meer te zeggen, in plaats van goddelijke macht  Democratie. Natievorming en
nationalisme komt op. Begin  Echt bestuur, indirect(Census) kiesrecht en bepaald inkomen om te
stemmen. Hierna volgt een rustigere periode  Napoleon

Het nationale leger van Frankrijk overheerst Europa en er ontstaan nationale tegenbewegingen.


Congres van Wenen 1814-1815
Oostenrijk, Engeland, Pruisen en Rusland. De leiders willen rust en dat Frankrijk terug gaat naar de
periode voor de Franse revolutie(Napoleon). Alle landen moeten even groot en even machtig zijn
zodat er evenwicht is. Frankrijk vergaderd zelf gewoon mee tijdens het Congres van Wenen.

Wat willen ze NIET  Geen opstanden van het volk -- - Een land, Vorst die heerst in Europa

, Na het Congres van Wenen zijn er vijf Grootmachten:

 Engeland
 Frankrijk
 Rusland
 Oostenrijk
 Pruisen

Buffers tegen Frankrijk zijn Sardinië(+ Noorden van Italië), Nederland en België

Resultaat wenen

 Tegengaan van Nationalisme
 Conservatieve terugslag na de Franse Revolutie
 Creëren van kunstmatige staten, Buffers om Frankrijk in de gaten te houden.


Duits Keizerrijk verdwenen
 1806 opgeheven
 1815 wordt een Duitse bond opgericht, bestaande uit 39 onafhankelijke deelstaten.
 1806 Oostenrijks keizerrijk
 Twee grootmachten: Pruisen en Oostenrijk


Democratie in Frankrijk
1814-1830 Reactie, maar niet volledig:

 Feodalisme blijft afgeschaft
 Boeren houden rechten
 Kiesrecht voor de allerrijksten, vooral landeigenaren(100.000 man)


Burgerrevolutie van 1830
Bourbon dynastie komt te vervallen

Aanleiding: Karel de tiende is te conservatief en toenemend verlangen naar burgerinvloed

Louis Philippe, burgerkoning 1830-1848.

Resultaten:

 Uitbreiding kiesrecht van 100.000 naar 200.000
 Geen algemeen kiesrecht
 Geen republiek, maar een burgerkoning

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller christianvanderpol. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $7.38. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67096 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$7.38
  • (0)
  Add to cart