Samenvatting bedrijfseconomie (MB013D) - Event- en projectmanagement
10 views 1 purchase
Course
Bedrijfseconomie (MB013D)
Institution
UC Leuven-Limburg
Dit is een samenvatting van het vak bedrijfseconomie gegeven in de 1e fase van de opleiding event- en projectmanagement aan de UC Leuven. De samenvatting bevat alles van theorie tot oefeningen en voorbeelden.
Samenvatting bedrijfseconomie
mardi 1 juin 2021 15:31
USA grootste economie ter wereld, Europa net achter
China groeit zeer snel (8% groei bbp !!)
Inflatie rond 2% houden -> ECB speelt met rentes
Inleiding
1. Wat is economie?
• Mensen (consumenten) hebben honger, hebben vrije
tijd, zoeken oplossingen voor problemen, ...
○ Consumenten kunnen en willen niet alles zelf maken (produceren).
▪ Kennis van mensen wordt door fabrieken (producenten) omgezet in
goederen en diensten (produceren).
□ Producenten verkopen deze goederen/diensten in het binnenland en
het buitenland (exporteren).
Consumenten kopen de producten die ze willen kunnen betalen.
Behoeften:
Aanvoelen van een tekort dat men wenst te bevredigen
Middelen
Behoeften
Primaire behoefte Secundaire behoefte
Bedrijfseconomie Pagina 1
,Primaire behoefte Secundaire behoefte
Levensnoodzakelijke behoefte (in die Niet- levensnoodzakelijke behoefte
cultuur)
Vb. Eten, kleren,… Vb. GSM
Materiële behoefte Immateriële behoefte
Te bevredigen met een tastbaar goed Niet te bevredigen met een tastbaar goed
Vb. Eten Vb. Vrijheid, vriendschap
Collectieve behoefte Individuele behoefte
Behoefte is dezelfde voor iedereen Behoefte is verschillend voor iedereen
(subjectief)
Vb. Onderwijs Vb. Een taal leren
Middelen
• Beperkt door het inkomen -> schaarse (≠ zeldzame) middelen
○ -> niet alle behoeften kunnen bevredigen
• Schaars betekent dat we enkel maar meer van een goed kunnen hebben door een
hoeveelheid van een ander goed op te geven.
• Schaars betekent dat de verlangde hoeveelheid de beschikbare hoeveelheid zou
overtreffen indien het goed gratis ter beschikking zou staan.
○ Vb. Eten in supermarkt (want beperkt door ons inkomen), regen in de woestijn niet
(vrij goed)
• Schaars -> Niet de hoeveelheid goederen en diensten
○ -> Wel de beperktheid van ons inkomen (niet alle behoeften voldoen -> keuzen
maken)
• Keuzes voor
○ consument, producent (micro-economie)
▪ Meso-economie
○ overheid en buitenland (macro economie)
○ Economie is de studie van het menselijk streven naar bevredigingen van behoeften
met behulp van schaarse middelen
○ Micro
▪ De keuze van de individuele consument / producent
○ Meso
Bedrijfseconomie Pagina 2
, ▪ Vb. Hoeveel bier wordt er geconsumeerd door de Belg? Hoeveel bier wordt
er geproduceerd door alle bierproducenten?
○ Macro
▪ Vb. Alle consumptie van alle Belgen / alle productie in België
2. Soorten goederen
• Soorten goederen
○ Economische goederen
▪ Zuiver individueels goed
□ Vb. Milkshake, auto
▪ Zuiver collectief goed
□ Vb. brandweer, politie
▪ Quasi collectief goed
□ Vb. Onderwijs, tolwegen
○ Vrije goederen
• Soorten goederen
○ Consumenten kopen
▪ Consumptiegoederen
□ Verbruiksgoederen
Vb. sandwich
□ Gebruiksgoederen
Vb. Auto, stofzuiger
○ Producenten kopen
▪ Investeringsgoederen
□ Vlotte investeringsgoederen
Vb. Water, graan,…
□ Kapitaalgoederen
Vb. Fabriek, vrachtwagen,…
Deel 1: (Prijs)vraagcurve
• Gevraagde hoeveelheid ( ) is afhankelijk van:
○ Prijs van de goederen (p)
○ Inkomen
○ Prijs van de andere goederen
○ Gezinsgrootte
○ Seizoen vb. ijs)
○ …
-> Wat is het effect van een verandering in de prijs, ceteris paribus, op de gevraagde
hoeveelheid?
= als het overige gelijk is
=onder overigens gelijke omstandigheden
• Economie is een wetenschap, complexe materie
-> veelheid aan factoreen en variabelen (afhankelijke en onafhankelijke)
○ Vb. Aankoop van de hoeveelheid Côte d'or chocolade door iemand hangt af van…
- €3 per reep <-> €10 per reep (prijs)
- Côte d'or <-> Callebaut (merkvoorkeur)
- prijs andere chocolade, bv Milka (prijs andere goederen)
- Behoefte aan zoet
- Grootte gezin
-> Als we een economisch onderzoek doen naar de gevraagde hoeveelheid chocolade dat
iemand bereid is te kopen, dan gaan we er van uit dat alle factoren onveranderd blijven
(=ceteris paribus) en de gevraagde hoeveelheid enkel afhangt van een factor bv. de prijs.
- Besluit:
○ Als de prijs stijgt, daalt de vraag.
○ Als de prijs daalt, stijgt de vraag.
-> negatief verband tussen P en .
Bedrijfseconomie Pagina 4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller thegoodstudent. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.40. You're not tied to anything after your purchase.