Samenvatting van het boek 'Praktisch gezondheidsrecht' van Mr. D.Y.A. van Meersbergen en Mr. M.C.I.H. Biesaart. Bijna van het hele boek. Hoofdstukken zijn ingedeeld naar lesweken.
H1, h2, h3, h4, h5, h6, h7, h8 par. 8.4 en 8.8 en h9
December 29, 2015
57
2015/2016
Summary
Subjects
gezondheidsrecht
praktisch gezondheidsrecht
samenvatting gezondheidsrecht
Connected book
Book Title:
Author(s):
Edition:
ISBN:
Edition:
Written for
Hogeschool Leiden (HSL)
Sociaal Juridische Dienstverlening
Gezondheidsrecht
All documents for this subject (2)
4
reviews
By: yousseflicoumine • 7 year ago
By: BramSpijker • 7 year ago
By: manonvandenbelt • 8 year ago
By: gerardenhelen • 8 year ago
Seller
Follow
LotteOoms
Reviews received
Content preview
Gezondheidsrecht
Week 1 (h1 en h5 t/m par 5.3)
Subjectief recht: is een bevoegdheid of een aanspraak die iemand in een
gegeven situatie in redelijkheid heeft ten opzichte van een ander. Tegenover een
subjectief recht van de een staat steeds een verplichting van een ander. (is een
geïndividualiseerde bevoegdheid van een persoon)
Objectief recht: is het complex van regels en voorschriften- rechtsregels incl. die
over procedures- dat vanuit een gemeenschap met een dwingend karakter aan
de medeburgers is opgelegd. (is opgenomen in rechtsbronnen)
Subjecten kunnen voortvloeien uit een bepaalde situatie die in het
maatschappelijk verkeer als normaal wordt beschouwd. Ze vloeien dan als het
ware voort uit een sociale norm. Maar een subjectief recht kan ook voortvloeien
uit het objectieve recht. In dat geval bepaalt een rechtsregel dat een subject een
bepaalde bevoegdheid krijgt of ergens een bepaalde aanspraak op heeft.
Positieve recht: het geheel van regels en voorschriften dat op dit moment in NL
geldt.
Functie recht: de maatschappij ordenen en regels opstellen voor het geval er
conflicten ontstaan tussen mensen. En zwakkere beschermen tegen de overheid
en tegen anderen.
Publiekrecht: regelt de verhoudingen tussen de overheid en de maatschappij (de
burgers) en tussen de overheidsorganen onderling. Is ingedeeld in het
staatsrecht, bestuursrecht en strafrecht.
Privaatrecht: regelt de verhoudingen tussen personen onderling. (grootste
gedeelte in BW)
De mens is van nature rechtssubject, dus mensen worden als natuurlijke
personen aangeduid. deze persoonlijkheid voor het recht kan ook door het recht
zelf worden geschapen en dan spreken we van rechtspersonen. Belangrijke
rechtspersonen zijn de verenigingen, stichtingen, NV’s en de BV’s. Ook
overheidsorganen nemen, nationaal en internationaal, als rechtspersonen aan
het privaatrecht verkeer deel.
Materieel recht: zijn de bevoegdheden en verplichtingen van deelnemers aan het
rechtsverkeer vastgelegd. Is bedoeld om de verhoudingen in een gemeenschap
te ordenen en zodoende conflicten te vermijden en geeft de inhoud van het recht
weer.
Formeel recht: hierin zijn de regels vastgelegd die bij het gerechtelijk procederen
in acht moeten worden genomen.
Dwingend recht: bevat regels waarvan niet mag worden afgeweken.
Regelend recht: bevat regels waarvan kan worden afgeweken of die door partijen
buiten toepassing kunnen worden gelaten door zelf een andere regeling te
treffen. (ander woord is ook aanvullend recht)
Bronnen van het NL recht:
- wetgeving. Omvat het geheel van algemeen verbindende voorschriften.
- verdragen.
, - jurisprudentie.
Wetgevende macht berust in NL bij de regering en het parlement.
Wet: een regeling die wordt vastgesteld door de hoogste wetgever. De regering
en de Staten-Generaal gezamenlijk.
Tekst wordt opgesteld op een ministerie daarbij hoort een memorie van
toelichting doorsturen naar de ministerraad na akkoord besluit de
ministerraad het wetsvoorstel in te dienen. (daartoe wordt het ontwerp aan de
RvS voorgelegd. Adviezen zijn niet bindend, maar de betrokken minister is wel
verplicht in een nader rapport daarop te reageren.
Wetsvoorstel wordt samen met de MvT, advies RvS en het nader rapport naar de
2de kamer gestuurd.
De 2de kamer stelt een voorlopig verslag op. De minister reageert dan met een
Memorie van antwoord. Met een nota van wijzigingen kan de minister zo nodig
wijzigingen in het wetsvoorstel doorvoeren. 2 de Kamerleden kunnen
amendementen indienen. Kamer stemt daarna over de afzonderlijke
amendementen en vervolgens over het totale wetsvoorstel. Wetsvoorstel is
aangenomen bij een meerderheid van voorstemmers van ministens de helft plus
1 van de uitgebrachte stemmen, tenzij de Gw anders bepaalt. Daarna neemt de
eerste kamer het in behandeling. Kan alleen in zijn geheel aanvaard of verworpen
worden.
Voorstel dat door beide kamers is aangenomen, wordt pas wet als het
ondertekend is door de koningin en de betrokken minister(s). de wet treedt niet
eerder in werking dan op de 20ste dag nadat de volledige tekst daarvan in het
Staatsblad is geplaatst of op de daarin benoemde datum.
Algemene maatregel van bestuur: bevat algemeen verbindende voorschriften
van de regering. AMvB’s komen tot stans als een wet dat voorschrijft. Er zijn
wetten die voor een groot deel door AMvB’s gedragen worden. we spreken dan
van raamwetten. AMvB’s moeten ook eerst worden gepubliceerd anders zijn ze
niet van kracht.
Ministeriële verordening of regeling: bevat algemeen verbindende voorschriften.
Worden gemaakt door een minister die daartoe voor detaillering van bepaalde
onderwerpen door een wet of een AMvB is aangewezen. AMvB is hoger. Geen
advies Raad van State nodig en geen plaatsing in Staatsblad, publicatie heet
plaats in de Staatscourant.
Verdragen: een publiekrechtelijke overeenkomst die NL met een andere
mogendheid/staat of met een verdragsorganisatie aangaat. (verdragsbepalingen
scheppen niet alleen bevoegdheden en verplichtingen tussen verdragspartners
onderling, maar werken – als ze zich daartoe lenen- ook door in de nationale
rechtsorde. Deze worden dan een ieder verbindende bepalingen genoemd)
Jurisprudentie: de min of meer stabiele rechterlijke oordelen over de uitleg of
toepasselijkheid van wettelijke of verdragsregels die naar aanleiding van
concrete beslissingen geformuleerd en doorgaans door de hoogste rechter op
een bepaald rechtsgebied getoetst zijn. Rechtspraak is in het belang bij het
interpreteren van wetten.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller LotteOoms. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.80. You're not tied to anything after your purchase.