Hierbij een samenvatting van het hele boek. In het boek is nog een hoofdstuk 8, alleen dat zijn verhalen van jeugdigen zelf. Deze heb ik achterwege gelaten. Succes ermee!
Samenvatting: Focus op
jeugdcriminaliteit
Hoofdstuk 1: Criminaliteit onder de loep
Criminologie: De wetenschap van misdaad en straf. Misdaad of criminaliteit
is het gedrag dat in strijd is met bepaalde normen en waarop een straf staat. De
straf is de consequentie van het overtreden van rechtsregels.
Criminaliteit komt mede tot stand als gevolg van juridische en politieke
besluitvormingsprocessen in een bepaalde cultuur in een bepaalde tijd.
1.2 Criminologische theorieën: twee stromingen
Statisticus Quetelet en Medicus/psychiater Lombroso zijn de ‘Godfathers’ van de
wetenschappelijke criminologie. Er zijn binnen de criminologie twee vragen die je
je steeds kunt afvragen:
1) Waarom overtreden mensen de wet? Oorzaak theorieën.
2) Waarom gehoorzamen mensen de wet? Controle of beheersing theorieën.
1.2.1 Oorzaak theorieën
Binnen de oorzaak theorieën zijn twee groepen theorieën te onderscheiden:
1) Theorieën op microniveau oorsprong ligt bij Lombroso: ‘Misdaad als product
of expressie van het individu’. Men gaat op zoek naar factoren die de kans
vergroten dat bepaalde persoenen zich tot delinquenten ontwikkelen
criminogene factoren. De criminogene factoren worden gezocht bij het individu
zelf en bij zijn directe omgeving.
2) Theorieën op macroniveau oorsprong ligt bij Quetelet: ‘Misdaad als product
of expressie van de maatschappij’. Men gaat ervan uit dat criminaliteit verankerd
is in de structuur van de samenleving, daarom wordt er gekeken onder welke
maatschappelijke condities het aantal delinquenten toe of afneemt.
1. Sociobiologische en biogenetische criminologie
Dit is één van de eerste stromingen binnen de oorzaak theorieën. Het
uitgangspunt biologische factoren van invloed zijn op crimineel gedrag. De
kans op crimineel gedrag is aanzienlijk groter in gezinnen waar een ‘deficiënte of
onvolledige socialisatie’ plaatsvindt en wanneer en weinige sociale controle
plaatsvindt.
2. Forensische psychiatrie, psychologische criminologie en
psychopathologie
Deze stroming is ontstaan vanuit de medische hoek. We hebben in ons
strafrechtelijke wetgeving en rechterlijke uitspraken hier nog altijd mee te maken.
Een voorbeeld (on)toerekeningsvatbaarheid: als iemand ten gevolge van zijn
gebrekkige ontwikkeling of psychische stoornis niet in staat is geweest om anders
te handelen dan hij deed ten tijde van het ten laste gelegde. Individuele
gedragsproblemen( conduct disorders) op jonge leeftijd samenhangen met een
grotere kans op latere delinquentie.
3. Ontwikkelingscriminologie
Oorzaken voor crimineel gedrag wordt in een brede ontwikkeling van kinderen
gezocht tijdens het opgroeien. In deze theorie spelen de individuele
ontwikkelingen van het kind (in de tijd) een belangrijke rol bij het identificeren
van gedragsproblemen in het algemeen en bij het bestuderen van regel
1
,overtredend en delinquent gedrag in het bijzonder. Delinquent gedrag is er niet
zomaar vaak is er eerst antisociaal kind gedrag en later antisociaal
jongerengedrag. De gedragingen van het antisociale kind kunnen veranderen
onder invloed van individuele factoren (intelligentie, leeftijd, etc) en
omgevingsfactoren ( verhuizing, echtscheiding etc). Loeber e.a laten op basis van
onderzoek zien dat er 3 ontwikkelingstrajecten zijn:
1. Een traject dat begint met openlijk probleemgedrag (zoals agressie).
2. Een traject dat begint met heimelijk probleemgedrag ( zoals diefstal)
3. Een traject dat begint met autoriteitsconflicten voor het twaalfde jaar.
Hieronder de 3 ontwikkelingstrajecten bij het ontstaan van probleemgedrag:
Hoe vroeger de problemen beginnen, hoe groter de kans dat een jongen het
meest ernstige niveau bereikt.
4. Differentiële associatietheorie
De grondlegger van deze theorie is Sutherland. Binnen deze theorie wordt
crimineel gedrag gezien als imitatiegedrag. Mensen worden dus niet slecht
geboren, maar crimineel gedrag wordt aangeleerd in sociale netwerken
waarbinnen deze persoon zich thuis voelt. Differentiële associatie iemand wordt
crimineel, omdat hij vaak wordt geconfronteerd met criminele gedragspatronen
en doordat hij relatief veel wordt afgeschermd van anticriminele
gedragspatronen. Opgroeien in een gewelddadige omgeving is een risicofactor.
5. Rationele-keuze benadering
Daders verschillen niet principieel van de rest van de bevolking, maar maken
andere afwegingen. Mensen binnen deze stroming kiezen niet voor criminaliteit,
2
, maar dat ze vaak toevallig ( door een samenloop van omstandigheden) in de
criminaliteit terechtkomen. In deze stroming staat de kosten-batenanalyse
centraal wat is de verhouding tussen de opbrengst van criminaliteit (baten) in
relatie tot de pakkans(kosten). Hierin is meer aandacht voor het delict dan de
dader niet de achtergronden van de dader zijn van belang, maar de omgeving
waarbinnen criminele gebeurtenissen plaatsvinden. Je hebt 2 preventies: 1)
technopreventie en 2) domeingerichte preventie. Technopreventie
cameratoezicht in de publieke en semipublieke ruimte en elektronische
beveiliging van artikelen. Domeingerichte preventie het aanbrengen van extra
verlichting op donkere plekken, plaatsen van afvalbakken etc. De rationele- keuze
benadering besteedt expliciet aandacht aan de keuzes die plegers van delicten
maken.
6. Straintheorie
Het uitgangspunt Dat er strain (spanning) ontstaat wanneer gestelde doelen
niet bereikt kunnen worden met de in de samenleving bereikbare (en
geaccepteerde) middelen. Binnen de samenleving heeft niet iedereen dezelfde
hoeveelheid en kwaliteit van de middelen ter beschikking. Sommige mensen zijn
slachtoffer vanwege de ongelijke verdeling van middelen. Een deel van deze
mensen stelt zijn doelen (verwachtingen) bij, maar een ander deel zoekt andere,
illegale oplossingen om alsnog zijn doelen te bereiken. Merton zoekt vooral
verklaringen voor een verschillend criminaliteitsniveau tussen
bevolkingsgroepen. Merton geeft niet zoveel aandacht aan de individuele
crimineel gedrag.
7. Radicale of kritische criminologie
Binnen deze stroming wordt iedere vorm van criminaliteit gezien als een vorm
van maatschappijkritiek. Criminaliteit ontstaat aan de ‘onderkant’ van de
samenleving als een vorm van verzet tegen de machtsongelijkheid.
8. Interactionistische theorie
Het motto: ‘Criminaliteit is wat wij zo noemen’. Er wordt vanuit gegaan dat geen
enkel gedrag crimineel is, maar dit wordt op grond van de sociale definitie.
Iemand overtreedt de wet, maar ziet zichzelf niet als een overtreder primaire
deviantie. Dit wet overtredende gedrag kan reacties oproepen bij derden (politie,
sociale omgeving). Als dit gebeurt, vindt er ‘labeling’ plaats. Deze labeling brengt
allerlei negatieve kenmerken met zich mee (bv een strafblad), waardoor de
sociale kansen van de persoon sterk veranderen.
1.2.2 Controle of beheersing theorieën
1. Controletheorie
De kern mensen houden zich aan de wet omdat ze zowel affectieve(met
ouders) als rationele( school/werk) banden met de samenleving hebben. Deze
banden kunnen sterk en minder sterk zijn. Hoe sterk de affectieve band is heeft
te maken met de ervaring tijdens de vroege socialisatie. Door de affectieve band
is het voor de meeste mensen 1) moeilijk om zijn naasten verdriet te doen en 2)
mogelijk zijn om zich in te leven in het potentiele slachtoffer. De rationele band
bijna iedereen heeft wel iets te verliezen (bezit, werk, investering in opleiding.
Door de wet te overtreden, worden deze dingen op het spel gezet. Voor veel
mensen is het (justitiële) risico al snel te veel zijn. Op grond van beide bindingen
zullen de criminaliteits remmende overtuigingen variëren. Ten aanzien van de
binding met de maatschappij zijn er 4 elementen van belang:
- Attachment Door emotionele gehechtheid aan andere personen is er
gevoeligheid voor de mening en wensen van deze personen.
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Sanne19925. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.46. You're not tied to anything after your purchase.