Samenvatting van 22 pagina's lang, van het boek praktisch verbintenissenrecht, eerste druk. Met belangrijke wetsartikelen en voorbeelden. Tentamenstof: Hoofdstuk 1 t/m 6. Succes!
Samenvatting verbintenissenrecht
hoofdstuk 1 rechtsfeiten
Goederenrecht en verbintenissenrecht
Het goederenrecht is dat deel van het objectieve vermogensrecht dat betrekking
heeft op de rechtsverhouding tussen een persoon en een goed. Het
verbintenissenrecht is dat deel van het objectieve vermogensrecht dat betrekking
heeft op de rechtsverhouding tussen twee (of meer) personen. Samen vormen zij
het vermogensrecht, dat de verhoudingen die op geld waardeerbaar zijn regelt
tussen burgers onderling. Rechtsrelaties worden ook wel rechtsverhoudingen
genoemd.
De kenmerken van verbintenis
1. Recht op een prestatie van de een (schuldeiser), waartoe de ander verplicht is
(schuldenaar).
2. Vormt een vermogensrechtelijke verhouding tussen partijen.
De elementen van een verbintenis
1. Vorderingsrecht aan actieve zijde.
2. Schuld aan de passieve zijde.
3. Af te dwingen door rechtsvordering.
Hoe ontstaan verbintenissen? art. 6:1 BW, verbintenissen kunnen slechts
ontstaan, indien dit uit de wet voortvloeit.
Bronnen van verbintenissen -> een verbintenis kan voortvloeien uit:
1. Overeenkomst, bijvoorbeeld een overeenkomst tot schenking van een
schilderij. (waaruit de verbintenis voortvloeit om het schilderij te leveren)
2. Onrechtmatige daad. (waaruit de verplichting voortvloeit om
schadevergoeding te betalen)
3. Andere bron.
Uit de meeste overeenkomsten vloeien zelfs meerdere verbintenissen voort:
bijvoorbeeld een koopovereenkomst van een fiets verplicht de verkoper de
verkochte fiets te leveren (verbintenis 1) en verplicht de koper de afgesproken
prijs te betalen (verbintenis 2).
,Toelichting tabel
Rechtsfeit
Een feit is een rechtsfeit wanneer het rechtsgevolgen heeft.
Bloot rechtsfeit
Een bloot rechtsfeit is een feit dat niet uit de gedraging van een persoon
ontstaat, bijvoorbeeld buren zijn, de geboorte van een baby, de dood. (het is
gewoon zo)
Rechtens relevante handeling/gedraging
Rechtens relevante handeling/gedraging is een handeling die rechtsgevolg heeft,
een rechtshandeling is een overeenkomst.
feitelijke rechtshandeling
Een feitelijke rechtshandeling is een handeling die wel een rechtsgevolg heeft,
maar daar niet op is gericht. De handelende persoon had dus niet de bedoeling
het rechtsgevolg tot stand te brengen.
Rechtshandeling
Een rechtshandeling is ook een handeling alleen is die wel gericht op een
rechtsgevolg. Voor dit soort handelingen is de zogeheten wilsuiting van de
handelende persoon noodzakelijk. Voor deze handeling is de zogeheten wilsuiting
noodzakelijk.
Eenzijdige rechtshandeling
Eenzijdige rechtshandelingen komen tot stand door een persoon, zonder dat de
medewerking van een andere persoon nodig is.
Meerzijdige rechtshandeling
Een meerzijdige rechtshandeling komt tot stand door twee personen die een
,bepaald rechtsgevolg tot stand willen brengen.
Persoonsgerichte rechtshandelingen
Persoonsgerichte rechtshandelingen worden verricht door een van beide partijen
en zijn gericht tot de andere partij.
Niet- persoonsgerichte rechtshandeling
Een niet-persoonsgerichte rechtshandeling wordt ook wel een ongerichte
rechtshandeling genoemd. Dit is een handeling die eveneens door de ene partij
wordt verricht, maar die niet tot een specifieke persoon is gericht.
Overeenkomst
Een overeenkomst is een meerzijdige rechtshandeling, waarbij een of meer
partijen jegens een of meer andere een verbintenis aangaan.
Er zijn verschillende soorten overeenkomsten. Bij een verbintenis scheppende
overeenkomst ontstaan er een of meerdere verbintenissen tussen partijen, ook
wel een obligatoire overeenkomst genoemd. ‘obligatio’ = verbintenis.
Bijvoorbeeld een arbeidsovereenkomst. Er zijn eenzijdige en meerzijdige
overeenkomsten, meerzijdige overeenkomst wordt ook wel wederkerige
overeenkomst genoemd
Wederkerige overeenkomst
Is een overeenkomst waarbij partijen elk een verbintenis op zich nemen ter
verkrijging van een prestatie waartoe de wederpartij zich verbindt. Art. 6:261 lid
1 BW. omdat de ene partij een verplichting na komt ‘in ruil voor’ de verplichting
van een andere partij.
Hoofdstuk 2 rechtshandelingen en overeenkomsten
Handelingsbekwaamheid
In art. 3:32 lid 1 BW is bepaald dat: ‘iedere natuurlijke persoon bekwaam is tot
het verrichten van rechtshandelingen, voor zover de wet niet anders bepaalt’.
Een natuurlijk persoon in beginsel dus handelingsbekwaam en mag zelfstandig
rechtshandelingen verrichten. Het artikel maakt echter een voorbehoud op deze
regeling: in de wet kan zijn opgenomen dat iemand niet handelingsbekwaam is,
ook wel handelingsonbekwaam.
Handelingsonbekwaamheid
Artikel 3:32 lid 2 BW: een rechtshandeling van een handelingsonbekwame
persoon is vernietigbaar. Een eenzijdige ongerichte rechtshandeling is echter
nietig!
Uit dit artikel haal je niet wanneer iemand handelingsonbekwaam is, daarvoor
moet je zijn in Boek 1 van het BW (zie de artikelen 1:234/235 en zie de artikelen
1:378/381)
Bijvoorbeeld zijn minderjarigen handelingsonbekwaam als zij geen toestemming
hebben van hun ouders. Art 1:234 BW.
, In een curateleregister kun je vinden of de persoon waarmee je een
overeenkomst wil sluiten handelingsbekwaam is om zelfstandig
rechtshandelingen te verrichten.
Beschikkingsbevoegdheid
Beschikkingsbevoegdheid kan worden gedefinieerd als het recht om te
vervreemden. Om een rechtsgeldige overdracht tot stand te brengen, dient de
vervreemder beschikkingsbevoegd te zijn. Een eigenaar van een zaak is bevoegd
om over zijn zaak te beschikken.
Wilsverklaring
art. 3:33 BW: ‘een op een rechtsgevolg gerichte wil die zich door een verklaring
heeft geopenbaard’.
1. Zijn wil is gericht op een bepaald rechtsgevolg.
2. Hij openbaart zijn wil door een verklaring.
Dit wordt ook wel de wilsverklaring genoemd, het kan zowel mondeling als
schriftelijk worden gedaan. Maar het kan ook een stilzwijgende wilsverklaring zijn.
Geestelijke stoornis
een persoon die een geestelijke stoornis heeft kan in beginsel wel een verklaring
doen. Hoewel r in beginsel toch een rechtshandeling tot stand komt, is deze niet
onaantastbaar; met andere woorden: de rechtshandeling kan nog ongedaan
gemaakt worden. Art. 3:34 lid 1
Artikel 3:34 lid 1: de voor een rechtshandeling vereiste wil wordt geacht te
ontbreken indien een verklaring is gedaan onder invloed van een (blijvende of
tijdelijke) geestelijke stoornis.
Zie het vermoeden in de laatste zin van lid 1.
Lid 2: een ontbreken van de wil als bedoeld in lid 1 maakt een rechtshandeling
vernietigbaar. Een eenzijdige ongerichte rechtshandeling wordt door het
ontbreken van de wil echter nietig.
Vertrouwensbeginsel
Wanneer iemand een verklaring doet waaraan een ander een bepaalde betekenis
geeft, die hij daar redelijkerwijs aan mag geven, dan kan de handelende persoon
zich er vervolgens niet op beroepen dat hij de verklaring zonder een daarmee
overeenstemmende wil heeft gedaan. Art. 3:35 BW.
Volgende voorwaarden:
1. Er is een verklaring gedaan richting een persoon.
2. Deze persoon heeft een bepaalde betekenis gegeven aan die verklaring.
3. Gelet op de omstandigheden mocht deze persoon die betekenis daar
redelijkerwijs aan toekennen.
De ontvanger moet te goeder trouw zijn. Art 3:11 BW. Degene die de verklaring
op een bepaalde manier opvat weet niet beter dan dat de verklaring op die
manier was bedoeld.
Derdenbescherming
in Art. 3:36 BW zitten de volgende voorwaarden:
1. Er is een verklaring of gedraging gedaan.
2. Op grond daarvan heeft een derde het ontstaan, bestaan of tenietgaan van
een bepaalde rechtsbetrekking aangenomen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller romykooistra. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.80. You're not tied to anything after your purchase.