Samenvatting Insolventierecht En Zekerheid (3013IZX6VY)
32 views 3 purchases
Course
Insolventierecht En Zekerheid (3013IZX6VY)
Institution
Universiteit Van Amsterdam (UvA)
Dit is een samenvatting van alle tentamenstof voor het vak Insolventierecht en Zekerheid. Alles wat je nodig hebt voor het tentamen staat hier beknopt en duidelijk in beschreven en samengevat. Ook alle benodigde arresten staan telkens bij het juiste leerstuk aangegeven. Ik heb zelf een 8 gehaald me...
Insolventieprocedures à gecreëerd ter gezamenlijke optreden van schuldeisers, om de
dreiging te voorkomen dat meerdere schuldeisers zich tegelijkertijd verhalen op goederen
schuldenaar.
Kenmerken van faillissement (art 1 Fw) à
- Schuldenaar is opgehouden te betalen
- Het gaat om liquiditeit i.p.v. solvabiliteit (meer bezittingen dan schulden, maar
bezittingen niet in geld om te zetten = faillissement)
- Algemeen beslag op goederen van schuldenaar t.b.v. schuldeiser
- Curator beheert en vereffent boedel (68 Fw)
- Fixatie, inventarisatie/verificatie en liquidatie
Waarom een collectieve faillissementsprocedure?
Als een schuldenaar insolvent wordt, en dus zijn opeisbare schulden niet kan voldoen omdat
hij niet genoeg liquide middelen heeft (liquiditeitsprobleem) of waarde van zijn bezittingen
lager is dan zijn schulden (solvabiliteitsprobleem) dreigt de situatie dat meerdere
schuldeisers tegelijkertijd willen verhalen op de boedel à common pool probleem.
Daarom is een collectieve procedure handig, om waarde activa niet te vernietigen en
monitoring costs te voorkomen à dus hogere opbrengsten en minder kosten op deze
manier.
Wanneer is iemand failliet? (art 1 FW)
Bij de toestand van te hebben opgehouden met betalen =
1. Meer dan 1 schuldeiser (vb. steunvordering nog, pluraliteitsvereiste)
2. Minimaal 1 opeisbare schuld
Wat is een schuldeiser?
Degene die op de dag dat de insolventieprocedure wordt geopend, krachtens persoonlijke
verbintenis, het subjectieve recht heeft een prestatie van de schuldenaar te vorderen en
deze (geld)vordering te verhalen op de goederen van de schuldenaar (gaat om pre-
faillissementsvorderingen)
Vereisten faillietverklaring
1. Rechter spreekt faillietverklaring uit (art 1 lid 1 en lid 2 Fw)
a. O.b.v. eigen aangifte schuldenaar
b. O.b.v. verzoek 1 of meer schuldeisers
i. Er moet summierlijk van zijn vorderingsrecht blijken (art 6 lid 3 Fw)
ii. Moet via verzoekschrift worden ingediend (art 4 lid 1 jo. 5 Fw)
c. O.b.v. verzoek van OM i.v.m. openbaar belang
Geschreven door Mona Ziya
, i. Aanvraag is per verzoekschrift door adv bij Rb (art 4 lid 1 en art 5 lid 1
Fw)
2. Toestand opgehouden met betalen. Daarvan is sprake als:
a. Meer dan 1 schuldeiser onbetaald is (pluraliteitsvereiste)
b. Deze schuldeisers moeten minimaal 1 opeisbare schuld hebben
Aanvullende vereisten bij 2 (HR ABN Amro/Berzona r.o. 3.4):
Aanvrager van het faillissement heeft ten minste 1 steunvordering (dit zijn dus vorderingen
die de aanvrager van faillissement opgeeft om aan dat pluraliteitsvereiste te voldoen) nodig:
- Die steunvordering moet in faillissement kunnen worden ingediend (niet toekomstig
dus)
- Vordering hoeft niet opeisbaar te zijn en hoeft niet te zien op betaling v geldsom
o Hoewel die dus niet opeisbaar hoeft te zijn, moet er alsnog minimaal 1
opeisbaar zijn. Dus als de steunvordering niet opeisbaar is, moet de andere
vordering dit wel zijn en vice versa logischerwijs.
Gevolgen faillietverklaring
Fixatiebeginsel: alle vorderingen v schuldeisers worden bepaald naar dag waarop
insolventieprocedure geopend is, toepasbaar op hoogte en voorrang van een vordering. (Art
20 Fw), dus geen nieuwe faillissementsschulden.
Schuldenaar verliest beheer en beschikking over vermogen wat binnen faillissement valt.
(Art 23 FW)
Beslagen gelegd op goederen van gefailleerde vervallen (art 33 Fw)
Van derden wordt er geacht dat ze na bekendmaking van de faillietverklaring in de
Staatscourant die onbevoegdheid van gefailleerde kende (art 35 lid 3 Fw)
Beschikkingsonbevoegdheid en handelings(on)bevoegdheid van de gefailleerde
Na de faillietverklaring is de gefailleerde beschikkingsonbevoegd over het tot het
faillissementen behorende vermogen, dit betekent dat hij goederen uit de boedel niet meer
rechtsgeldig kan leveren (art 35 Fw). Het absolute leveringsverbod houdt in:
- Als de gefailleerde goederen verkocht heeft vóór het faillissement, maar nog niet
geleverd, vallen ook deze in de boedel. De schuldeiser krijgt een concurrente
faillisementsvordering t.o.v. betaalde koopprijs.
- Bij voorbaat geleverde goederen (3:97) vallen ook in de boedel, aangezien bij
faillissement geen beschikkingsbevoegdheid meer kan intreden. (Art 35 lid 2 Fw)
Desondanks blijft de gefailleerde handelingsbevoegd, maar zijn handelingen kunnen geen
invloed meer hebben op het vermogen waarop faillissementsbeslag rust. Dit betekent dat
als de gefailleerde een verplichting aangaat (een nieuwe schuldeiser dus) nadat de
insolventieprocedure geopend is, deze voldaan moeten worden uit gelden die hij zelf ter
beschikking heeft. Het gaat hier dan om een post-faillisementsvordering.
HR Aerts/Stichting Waaldijk
B richt Stichting X op. X krijgt op dag van oprichting een monumentaal woonhuis in
eigendom, welke vervolgens in economisch eigendom tegen de aankoopprijs wordt verkocht
aan B zelf. Later verkoopt B het woonhuis in economisch eigendom tegen dubbele prijs aan
door hem opgerichte Stichting Y. De vraag is hier: heeft de stichting zich schuldig gemaakt
aan OD door medewerking te verlenen aan de instandhouding van de eigendomsconstructie,
Geschreven door Mona Ziya
, die (zo ja) ten doel heeft het woonhuis te onttrekken aan het verhaal van de schuldeisers
van Bertleff?
HR: Er is hier sprake van misbruik in de zin van OD die tot schadevergoedingsplicht leidt.
Deze verplichting rust op zowel de persoon die hieraan via een rechtspersoon heeft
meegewerkt (B) als op de rechtspersoon zelf.
Van een dergelijk misbruik kan ook sprake zijn indien iemand een goed waarvan hij alle
voordelen geniet met gebruikmaking van dat identiteitsverschil buiten zijn vermogen brengt
of houdt zonder daarmee een zelfstandig belang van de betrokken rechtspersoon te dienen,
maar enkel met oogmerk dat goed aan verhaal van zijn crediteuren te onttrekken.
Rechtsmiddelen tegen faillietverklaring
De rechtsmiddelen zijn vermeld in art. 8 – 12 Fw.
- Hoger beroep
- Verzet
- Beroep in cassatie
Derdenverzet (art. 10 Fw) à Schuldeisers en belanghebbenden kunnen zich verzetten tegen
het vonnis binnen 8 dagen na uitspraak. HR Hoeksma/Trade: In dit arrest heeft de HR
beoordeeld dat de curator behoort tot een belanghebbende in de zin van art 10 lid 1 Fw. In
casu was er door de rechtspersoon zelf een faillissement aangevraagd, terwijl de boedel leeg
was. Dit kan misbruik van bevoegdheid door het bestuur opleveren. Wanneer sprake is van
een boedel die nagenoeg geen activa (geen baten) omvat en er geen enkele aanleiding
bestaat te verwachten dat in faillissement activa zullen kunnen worden gegenereerd, kan de
curator zich als belanghebbende in de zin van artikel 10 lid 1 Fw tegen het faillissement
verzetten. De vennootschap zal hier moeten turbo liquideren (art 2:19)
Geschreven door Mona Ziya
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller monaz2001. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.51. You're not tied to anything after your purchase.