Grondslagen van het recht
Week 1: legaliteit en legitimiteit in het rechtspositivisme en het natuurrecht.
- Ius positivum en ius constitutum. (geschreven recht).
- Ius constituendum. (het ideale recht).
Legaliteit en legitimiteit, maar via welk recht? Het recht van de IS is anders dan het recht van ons.
- Het positief recht is recht dat door een bepaalde instantie tot stand komt en met een
dreiging van dwanguitoefening wordt gehandhaafd.
- Maar kunnen wetten dan zonder meer rechtvaardig zijn? Bevel is bevel, en wet is wet? IS
de wet dan wel geldig als een sociaal en politiek vraagstuk?
- Het natuurrecht: de natuur als een teleologische (doelmatig) orde, een orde waarin
bepaalde waarden of ideeën immanent zouden zijn. Maar hoe kan de natuur zo een grote
doelmatigheid hebben?
Het christelijke natuurrecht: God.
- Thomas van Aquino: God is de architect van het universum en de werkelijkheid, hieruit
vloeit de goddelijke doelmatigheid voort. Volgens hem is het recht ondenkbaar zonder god.
De kenmerken van het natuurrecht:
- Dat er een absoluut recht bestaat.
- Dat dit recht kan worden afgeleid uit de menselijke natuur of aard van de werkelijkheid.
- Dat voor het kennen van dit recht de redelijke vermogens van de mens toereikend zijn.
- Dat er een inhoudelijke toets in de vorm van natuurrechtelijke beginselen wordt
gehanteerd voor de gelding van het positief recht.
- Dat positief recht dat die toets niet kan doorstaan niet als geldig erkend kan worden.
- Dat deze inhoudelijke toets bestaat uit een verzameling van speculatieve en
metafysische ideeën.
Hans Kelsen: Reine Rechtslehre.
- Recht is tijdelijk.
- De ruimtelijke beperking van het recht.
- De hiërarchische legitimatie van de wet.
- Procedure.
- De zuiverheid van de rechtsleer: gevrijwaard van het natuurrechtelijke denken en
politieke ideologieën.
Zuivere rechtsleer:
- De grondnorm (hiërarchisch systeem van lage wetgeving naar steeds hogere wetgeving).
- De hoogste norm is niet geponeerd door een autoriteit.
- Want dan is het geen grondnorm.
- De hoogste norm wordt wel verondersteld.
,Wat is dan gerechtigheid:
- Gerechtigheid is een mogelijkheid maar niet een noodzakelijke kwaliteit van een sociale orde.
- Geluk is individueel.
- Elk systeem van waarden is een sociaal fenomeen, gebonden aan tijd en plaats.
- Absolute rechtvaardigheid en absolute waarden bestaan er niet;
- Het resultaat: een relativistische visie op recht en moraal.
De bezwaren van Hans Kelsen tegen het natuurrecht:
1. Het onderscheid tussen sein en sollen; tussen feit en norm, de waarden en de
werkelijkheid. Uit de feiten kunnen geen normen worden afgeleid.
2. Het natuurrecht bestaat uit lege formules. De lege formule van rechtvaardigheid: Aan
ieder het zijne toebedeeld.
3. Er ontstaat een behoefte aan gerechtigheid waar belangentegenstellingen zich
doen gevoelen. Gerechtigheid is relatief en niet absoluut.
Kritiek op Kelsen:
1. Kelsens strengheid past bij exacte wetenschappen maar niet bij de rechtswetenschap.
2. Kelsens opvattingen leiden tot een vorm van relativisme met alle gevolgen van dien voor
een rechtsorde.
3. Niet alle wetten kunnen uit eigen kracht worden
gelegitimeerd. Gustav Radburch:
- De grenzen van gehoorzaamheid aan de wet.
- Legaliteit en legitimiteit.
- Wet is wet’ als een uitdrukking van het positivistische denken.
- Wettelijk onrecht.
Het conflict tussen gerechtigheid en rechtszekerheid -> de tegenspraak tussen gerechtigheid en het
positief recht: Wanneer deze tegenspraak ‘zo onverdraaglijk groot wordt’ dat de wet als ‘onjuist
recht’ voor de gerechtigheid moet wijken.
De rechtspleging moet voldoen aan:
- Wetmatigheid.
- Streven naar gerechtigheid.
- Rechtszekerheid.
Het positivisme is niet in staat om op eigen kracht de geldigheid van wetten te onderbouwen.
Week 2: constitutionele democratie.
, Staatsvormen of regimes: De res publica in handen van wij?
- Aristocratie (van de besten).
- Oligarchie (van de rijken).
- Democratie (van het volk).
- Despotisme of tirannie (alleenheerschappij, met geweld gehandhaafd (aanschouwd als
verval van de andere vormen)).
- Combinaties van regimes zijn ook mogelijk en hoeven niet in louter zuivere vorm
te verschijnen.
Hoezo hebben we een democratie
nodig? De normatieve voorwaarden:
- Gelijkheid: maar voor wie?
- Vrijheid: maar waar liggen de grenzen?
De democratische piramide:
- De wet.
- De vertegenwoordiging.
- Het volk.
- Hogere lagen kunnen niet bestaan zonder onderste lagen.
Wat is het volk dan precies, is ze homogeen of heterogeen.
Wat maakt dat we een ‘wij’ zijn?
- Geschiedenis.
- De Nederlandse taal.
- De grondwet.
De directe
democratie:
- Het volk besluit wat de wet gaat worden door middel van referenda.
De representatieve democratie:
- Het volk stemt een parlement aan de macht en, dat parlement handelt in de wil van het
volk en maakt zo besluiten en wetten.
De drie metabeginselen:
- Vrijheid.
- Gelijkheid.
- En broederschap.
De moderne democratie volgens Claude Lefort:
- De plaats van de macht is symbolisch leeg!
- De onbepaaldheid/onvoorspelbaarheid.
- De institutionalisering van conflicten.
- De scheiding tussen macht, kennis en recht!
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller guusjebeijer. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.36. You're not tied to anything after your purchase.