Bestuursrecht
Week 1 | Besturen en besturen / bevoegdheid
Tussentoets 20% eerste 3 weken (op ANS)
Bestuursorgaan (artikel 1:1 lid 1 AWB):
- A-orgaan (lid 1 sub a)
o Voor al hun handelingen gebonden aan awb
o Criteria:
▪ Orgaan
• De onderdelen van de rechtspersonen die taken uitvoeren
▪ Rechtspersoon die krachtens publiekrecht is ingesteld (art 2:1 BW)
• Staat, provincie, gemeenten, waterschappen (2:1 BW)
• Als wet rechtspersoonlijkheid toekent
▪ Moet publiekrechtelijk zijn
- B-orgaan (lid 1 sub b)
o Alleen aan awb gebonden voor zover je publiek handelt en dus een
publieke bevoegdheid uitoefent.
o Criteria:
▪ een natuurlijk persoon of college
• Natuurlijke personen
• Privaatrechtelijke rechtspersonen (art 2:3 BW)
▪ Met enig openbaar gezag bekleedt. Kan op twee manieren:
• Wettelijk openbaar gezag
o Wet waarin staat dat zij eenzijdig de rechtspositie
van burgers kunnen bepalen
• Buitenwettelijk openbaar gezag
o Als het een publieke taak is die door een private partij
wordt uitgevoerd.
o Als het niet als orgaan gezien zou worden is er geen
bestuursrechtelijke rechtsbescherming en is het dus
lastiger beroep tegen hen te doen
o Wanneer is hier sprake van?: Stichting Schiphol arrest
▪ Stichting opgericht door provincie Noord-Holland
en NV luchthaven Schiphol. De stichting kan
uitkering geven voor overlast luchthaven. Iemand
deed hier beroep op, maar de stichting wees dit af.
Hij ging naar de bestuursorgaan (want goedkoper).
Hier is besloten dat het geen b-orgaan is omdat aan
de volgende criteria niet is voldaan:
• Inhoudelijk vereiste: geldverstrekking
moet in beslissende mate door 1 of meer a-
organen worden bepaald
• Financiële vereiste: financiering van de
stichting moet in overwegende mate (2/3e
of
meer) afkomstig zijn van 1 of meer
a- organen.
,Wat doen bestuursorganen?
- Presterend bestuurd: overheid helpt volk
- Dwingend/handhavend bestuur: illegale situatie handhaven
- Bestuur ter uitvoering van EU-recht
- Schadeveroorzakend bestuur: schadevergoedingen voor omstandigheden die door de
overheid zijn veroorzaakt (weg openleggen waardoor bedrijf winst mist of
onrechtmatige daad)
- Bestuur door middel van privaatrecht
Bevoegdheidsverkrijging
Bevoegdheden van bestuursorganen dienen bij of krachtens de wet te zijn toegekend volgens het
legaliteitsbeginsel
Buitenwettelijk optreden door de overheid mag wel als het begunstigend
overheidshandelen is dus bijvoorbeeld geld geven aan mensen in nood
Vormen van bevoegdheidsverkrijging:
- Attributie: scheppen van een nog niet bestaande bevoegdheid en het toedelen daarvan
aan een bestuursorgaan.
- Delegatie (art 10:13 Awb): bestuursorgaan draagt bevoegdheid over aan een ander
bestuursorgaan. Bij overgeven is het dus weggegeven en dus ligt het niet meer bij
de weggever.
o Spanning met legaliteitsbeginsel want er is geen wet die die gene de functie
geeft. Maar degene die het delegeert mag dit wel doen van de wet
- Mandaat (art 10.1 Awb): de bevoegdheid om in naam van een bestuursorgaan besluiten
te nemen. De mandaatgever blijft altijd bevoegd en verantwoordelijk en geeft algemene
en specifieke aanwijzingen (art 10:6 Awb)
Belanghebbende (art 1:2)
Alleen belanghebbende mogen naar bestuursrechter en moeten worden betrokken bij
besluitvorming (art 3:4 awb)
Wetgever moest kiezen wie tegen besluit mochten opkomen (hieronder van breedst naar minst
breed):
- Actio popularis: iedereen mag opkomen tegen een besluit
- Iedereen met een ‘feitelijk’ belang bij het besluit (deze staat in wet)
- Alleen de geadresseerde van het besluit
, Derde belanghebbende= iemand die in eerste instantie niet direct met het beleid te maken heeft
maar er wel zo door getroffen wordt dat hij er belang bij heeft en dus kan procederen. Bijv:
- Omwonende
- Concurrent
Ook bestuursorganen kunnen tegen andere bestuursorganen procederen (art 1:2 lid 2)
Ook organisaties die opkomen voor een algemeen belang (bijv. Greenpeace) kan ook procederen.
Artikel 1:2 lid 1: Onder belanghebbende wordt verstaan: degene wiens belang rechtstreeks bij een
besluit is betrokken.
- Degene:
o Natuurlijke personen
o Rechtspersonen (privaat)
o Andere entiteiten zoals rechtspersonen in oprichting of informele vereniging, mits:
▪ Er is een ledenbestand
▪ Er is een organisatorisch verband met een bepaald doel en
regelmatige ledenvergaderingen, een bestuur en een samenwerking
die op enige
continuïteit is gericht
▪ De organisatie is een eenheid die deel neemt aan het rechtsverkeer
- Wiens belang rechtstreeks is betrokken:
o Geadresseerde
o Omwoonde en concurrenten enzo, mits voldaan aan OPERA-criteria:
▪ Objectief bepaalbaar
• Financiële belangen
• Immateriële belangen (bijv. prettige leefomstandigheden), kan
ook objectief vastgesteld worden door metingen, berekeningen,
etc
• Mag niet slechts in de subjectieve belevingswereld iemand bestaan
• Kan ook als het bijvoorbeeld een terras wordt gebouwd die ‘te
modern is’. Hiervoor zijn comités die beslissen of dit dan zo is.
Alleen
als het echt om gevoelens gaat is het niet objectief.
▪ Persoonlijk belang
• Het belang van een persoon of entiteit moet zich in voldoende mate
onderscheiden van andere personen die ook gevolgen van het
besluit
zullen ondervinden
• Bij omgevingsrecht (uitspraak Mestbassin Mechelen):
o Rechtstreeks feitelijke gevolgen ondervinden, maar:
▪ Wel van enige betekenis zijn, dus niet gering zijn
(bijv als je alleen festival af en toe zou kunne horen
als de wind op een bepaalde manier staat)
▪ Door feiten feitelijke gevolgen
• Concurrenten (uitspraak minicamping heksenketel):
o Werkzaak in hetzelfde werksegment (Zelfde soort product
en doelgroep)
o Hetzelfde verzorgingsgebied
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller guusjebeijer. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.40. You're not tied to anything after your purchase.