We gaan kijken naar het strafproces, het formele recht. Het strafprocesrecht
bestaat uit het geheel aan regels die betrekking hebben op de toepassing van
het strafrecht in een concreet geval. Het bepaalt op welke manier en door wie
wordt onderzocht of een strafbaar feit is begaan en door wie en naar welke
maatstaven daarover en over de daaraan te verbinden strafrechtelijke sancties
wordt beslist.
Hoe stel je de strafrechtelijke aansprakelijkheid vast? Onderzoek! Het onderzoek
gaat zich tijdens het strafproces toespitsen en concreter worden.
Het strafprocesrecht biedt het model waarin het materiële recht tot leven komt.
Het recht heeft ook een eigen, zelfstandige dimensie: we willen zien dat er wordt
opgetreden tegen criminaliteit. Rechtsbescherming neemt daarbinnen een
belangrijke plek in. Twee aspecten:
- bevoegdheidstoedeling
- begrenzing
Doelstellingen van het strafproces: Hoofddoel = verwezenlijking van het materiële
recht
- Instrumentaliteit / waarheidsvinding = zoeken naar de ‘materiële’
waarheid.
Toepassing van het strafrecht op de werkelijk schuldige
- Rechtsbescherming: bescherming van de burger tegen de almacht van de
staat.
Voor verdachten maar ook voor de burger die zonder het te willen in het
strafproces wordt betrokken
→ intrinsieke spanning tussen welke vorm gekozen moet worden:
waarheidsvinding, rechtsbescherming of een combinatie hiervan.
Accusatoir Inquisitoir
Gelijkwaardige procespartijen Verdachte als voorwerp van onderzoek
Admissibility rules: welk Beslis- en motiveringsregels: de
bewijsmiddel mag wel worden rechter mag alles zien en pas achteraf
voorgelegd en welke niet? stelt hij past wat hij wel en niet zal
gebruiken.
→ Nederland: wortels in inquisitoire procestraditie met contradictoire
elementen
Door Europese invloeden (EVRM) heeft de verdachte steeds meer rechten
gekregen binnen het strafproces en het vooronderzoek, waaronder het recht op
een raadsman.
Kenmerken Nederlandse strafproces
,- beroepsrechter, geen lekeninbreng
- zwaar accent op het vooronderzoek
- het dossier vormt de ruggengraat van de strafrechtspleging
,Gevaren:
- onderzoek ter terechtzitting vooral gericht op verificatie (gevaren:
confirmation bias) Bronnen van het strafprocesrecht:
- het Wetboek van Strafvordering; geeft het kader waarbinnen de
justitiële afdoening van een strafzaak moet worden verricht
- bijzondere wetten (bijv. Opiumwet)
- EVRM, EU-recht en (andere) internationale verdragen
- AMBvB’s en beleidsregels
- beginselen van een goede procesorde: vertrouwensbeginsel,
détournement de pouvoir, ne bis in idem, gelijkheidsbeginsel,
proportionaliteit en subsidiariteit
- jurisprudentie
Gemeentelijke overheden kunnen strafvorderlijke bepalingen niet regelen (APV).
Maar dit betekent niet dat delegatie niet mogelijk is. Een wet in formele zin kan
op een lagere niveau worden uitgewerkt.
Functie van het legaliteitsbeginsel = rechtszekerheid, rechtsbescherming
Het legaliteitsbeginsel en de (ongeschreven) beginselen van een goede
procesorde liggen in elkaars verlengde en bieden extra rechtsbescherming. De
functie van het legaliteitsbeginsel is namelijk rechtsbescherming, dit is ook van
de beginselen van een goede procesorde: ze versterken elkaar. Vanwege de
extra rechtsbescherming is het geen probleem dat de beginselen ongeschreven
zijn.
Algemene ontwikkelingen:
- digitalisering van criminaliteit en de aanpak daarvan
- internationalisering van criminaliteit en de aanpak daarvan
- bezuinigingen en druk op de rechtspraak
- afdoening buiten de rechter om
- modernisering van het Wetboek van Strafvordering
Fasen van het strafproces
1. voorbereidend onderzoek (art. 132 Sv)
a. verkennend onderzoek (art. 126gg Sv)
b. opsporingsonderzoek (art. 132a Sv); door
opsporingsambtenaren onder gezag van de OvJ
c. onderzoek door de rechter-commissaris (art. 181 Sv): staat niet
onder gezag van de OvJ, hij is een onafhankelijke autoriteit
2. hoofdonderzoek / behandeling van de zaak (art. 268 e.v. Sv)
Ander indeling:
1. opsporing
2. vervolging: Ovj heeft een beschuldiging en gaat de verdachte
vervolgen, het voorleggen van de zaak aan de rechter
3. berechting
4. tenuitvoerlegging
Opsporingsonderzoek (art 132a Sv): onderzoek onder gezag van de Officier
, Vervolging
- het vervolgingsbegrip is door de wetgever niet duidelijk omlijnd
- teloorgang van het gerechtelijk vooronderzoek en de invoering van de
strafbeschikking hebben geleid tot verwatering van het klassieke
vervolgingsbegrip
- EVRM kent autonoom vervolgingsbegrip (criminal charge)
Berechting:
- Onder berechting in strikte zin wordt verstaan het op basis van het
onderzoek ter terechtzitting op de grondslag van de tenlastelegging
beraadslagen en beslissen over de vragen van artikel 348 en 350 Sv
- Overgang van het voorbereidend onderzoek naar het onderzoek
terechtzitting niet helder geregeld.
- Modernisering WvSv: meer nadruk op voorbereidend onderzoek en
contradictoire karakter van het strafproces
Tenuitvoerlegging:
- je vindt het startpunt in boek 6 Wetboek van Sv
- de minister is formeel aansprakelijk voor de tenuitvoerlegging
Week 2 - Het opsporingsonderzoek (1)
Opsporingsambtenaren (art 141 Sv)
- officieren van justitie en politieambtenaren
- militairen van de Koninklijke Marechaussee (mits daartoe aangewezen)
- opsporingsambtenaren van de bijzondere opsporingsdiensten; zij
hebben de algemene opsporingsbevoegdheden
- FIOD, ISZW-DO, NVWA-IOD en ILT-IOD
- buitengewone opsporingsambtenaren (boa’s) (art. 142 Sv): beperkte
(maar soms ook algemene; dit is wel individueel) opsporingsbevoegdheid
→ naarmate de mate van opsporingsbevoegdheid toeneemt, neemt de
rang ook toe
Buitengewone opsporingsambtenaren zijn niet hetzelfde als
bijzondere opsporingsambtenaren!
Verdenking: het startpunt van het
strafproces
- wat is een verdachte? (art. 27 Sv)
- voorafgaande feiten en omstandigheden
- een redelijk vermoeden van schuld
- aan enig feit strafbaar feit
→ verschil tussen verdachte en een verdenking: je kunt een verdenking
van een strafbaar feiten hebben zonder dat je iemand verdenkt
Soms moet er sprake zijn van een verdenking, maar soms ook concreet
een verdachte. Dit kan effect hebben op het gebruik van
opsporingsbevoegdheden.
Verdenking moet voldoen aan:
- objectiveerbaarheid: feiten of omstandigheden waarop de verdenking is
gebaseerd
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller guusjebeijer. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.34. You're not tied to anything after your purchase.