Historische ontwikkeling van het bestuursprocesrecht
In de eerste staten was er geen bestuursrechtelijke rechtsbescherming. Dit begon pas toen er
conflicten ontstonden tussen de vorst en de adel. Er was van deze vorst dan ook veel weerstand
tegen de bestuursrechtsspraak.
Toen werd er administratief beroep in gesteld. Hierbij ga je dus in beroep bij een hoger
bestuursorgaan en niet gelijk bij de rechter. Dit was ook met doel dat het laagdrempelig en snel is.
Er ontstond hier een wetenschappelijke discussie over tussen minister Loeff en professor Struijken.
Loeff Een alomvattend wetsvoorstel geschreven over rechtsbescherming, hierin stond
dat je een onafhankelijke rechter moet hebben met veel bevoegdheden.
Struijken De tweede kamer moet de macht hebben, dit past beter bij de moderne democratie.
Struijken zei dat deze beslissingen niet enkel bij de rechter moeten gebeuren omdat
het vooral beleid is. Rechters weten veel van juridische dingen maar weinig van
beleid en hoe het binnen het bestuursorgaan gaat.
Struijken heeft hiermee gewonnen. Beroep moet je instellen bij de bestuursorganen en niet gelijk bij
de rechter.
Er moest wel een orgaan komen wat deze bestuursorganen moest gaan controleren. Er is hiervoor
de Centrale Raad van Beroep opgericht. Er is hier een stelsel ontstaan van enumeratie. Dit betekent
dat je steeds meer dingen bij een bepaald college onderbrengt.
In 1995 oordeelt het EVRM, in het arrest Benthem, over de Nederlandse bestuursrechtsspraak. Dit
was omdat jij naar de Raad van State mocht stappen om advies te krijgen. Maar uiteindelijk was het
de bevoegdheid van de kroon om het toe te wijzen of niet. Dit kon volgens het EVRM niet want dit
is geen fair trail ex. art. 6 EVRM.
Objectis litis leer Je mag bij de burgerlijke rechter procederen bij burgerlijk recht
etc. Er zijn nu 3 hoogste bestuursrechters
- De Raad van State (algemene bestuursrechter)
- Centrale Raad van Beroep (bijzondere bestuursrechter) -> oudste
- College van het beroep en bedrijfsleven (bijzondere bestuursrechter)
De aard van het bestuursprocesrecht
Je mag binnen het bestuursprocesrecht alleen procederen tegen besluiten ex. Art. 8:1 Awb. Er
moet eerst een voorprocedure zijn ex. art. 6:13 Awb. en je kan vervolgens in beroep bij de
rechtbank ex. 8:6 Awb tenzij de uitzonderingen en vervolgens in hoger beroep ex. art. 8:105 Awb
tenzij de uitzonderingen in de bijlage.
Sommige geschillen moeten dan dus ook direct naar de CrVB of de ABRvS (Raad van State). Uit art.
8:105 Awb blijkt dat bij hoger beroep de hoofdregel is dat je naar de ABRvS gaat, maar ook hier
kan de bijlage je weer naar een andere rechter sturen
Het liefst wordt alles opgelost binnen de bezwaarprocedure, de rechter is een aanvullende
voorziening. De bestuursrechter controleert het bestuur ex tunc. Hij mag zeggen wat het bestuur had
moeten doen en of het goed is gegaan. Er is ook sprake van een ongelijke verhouding tussen partijen
vaak. Hierop is het procesrecht ook ingericht.
,Hierdoor zijn er een aantal kenmerken:
- Korte beroepstermijnen
o 6 weken
- Laagdrempelige procedure
o Geen advocaat nodig
- Materiele waarheidsvinding
o Rechter met veel onderzoek mag doen
o Omdat er ongelijke partijen zijn is dit nodig. Dit om het gelijkheidsbeginsel zo
te houden.
- Niet- lijdelijke rechter
o De rechter mag zelf zoeken
- Aanvullende voorziening
- Ongelijke verhouding tussen partijen
Het verschil met de straf en burgerlijke rechter is dat bij het bestuursrecht eerst het
bestuursorgaan ernaar kijkt. De rechter controleert alleen en maakt geen regels. Er komen ook
minder geschillen bij de bestuursrechter.
Begunstigend bestuursrecht heeft echter wel overeenkomsten met het burgerlijke recht. Er worden
hier namelijk wel rechten toegekend (vergunningen etc.). Dit is ook een partijenproces. Er wordt hier
aangegeven waar iemand het niet mee eens is en diegene moet zelf bewijs aanleveren.
Het belastende bestuursrecht heeft overeenkomsten met het strafrecht. De overheid ontneemt hier
namelijk rechten. De reden dat de rechter zich dan meer opstelt als een strafrechter, volgt uit het
feit dat uit art. 6 EVRM blijkt dat ook het opleggen van bestuursrechtelijke boetes een vorm van
vervolging is. De rechter moet hier dus dezelfde regels als ik het strafrecht toepassen. Er wordt hier
dan ook vol getoetst.
De verschillende soorten procesrecht lijken allemaal een beetje op elkaar omdat ze allemaal moeten
voldoen aan art. 6 EVRM.
Huidige ontwikkelingen binnen het bestuursprocesrecht:
- Internationalisering
- Digitalisering AI in besluitvorming
- Versnelling Vertrouwen in de overheid
- Rechtsontwikkeling maatschappij Definitieve geschilbeslechting
, Bevoegdheid van de bestuursrechter
De rechter gaat niet in op bijzaken, de rechter kijkt in alleen naar of het besluit in primo niet klopt.
Vervolgens in 1e aanleg gaat de rechter kijken of de beslissing op bezwaar klopt. Volgens in hoger
beroep wordt er gekeken waarom de rechtbank het niet goed heeft gedaan. Je gaat dus steeds kijken
naar hetgeen ervoor en niet steeds naar het eerste besluit.
De ambtenaar mag ook een vervangend besluit na de beslissing op bezwaar indienen. Dit als hij
erachter is gekomen dat er toch iets fout in zat ex. art. 6:19 Awb.
Je kan niet in beroep gaan tegen een avv of een beleidsregel, wel tegen een cbas. Dit volgt uit art. 8:3
Awb. Een uitzondering hierop is het bestemmingsplan, dit is wel een avv maar je mag hier wel tegen
in beroep.
Verder kun je niet procederen tegen tussenstapjes die zijn genomen om tot het besluit te komen.
Dit komt door de concentratie van beroepsmogelijkheden ex. art. 6:3 Awb. Hierdoor ontstaat er een
gat in de rechtsbescherming bijv. als je wil procederen tegen een a.v.v. In theorie staat er dan wel
een
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller guusjebeijer. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.42. You're not tied to anything after your purchase.