Hoofdstuk 1 – abnormaliteit
Mentale hygiene: 18e en 19e eeuw
- Er werd zorg geleverd voor mensen met mentale problemen, maar deze
ziekenhuizen raakte overvol en grote groepen mensen kregen alsnog geen
behandeling
e
19 eeuw:
Basiskennis van anatomie en fysiologie zorgde voor zoektocht van biologische factoren die
zorgde voor abnormaliteit
- Mesmer: abnormaliteit komt voort uit verstoorde magnetische vloeistof in
het lichaam zelf > behandelde hysterie met hypnose
- Freud: grondlegger van de psychoanalyse (= studie onderbewustzijn)
- Watson en pavlov: grondleggers behaviorisme met focus op stimuli en response
in klassieke conditionering
1
, - Skinnen er thorndike: grondleggers operante conditionering (gedrag dat
beloond wordt versterkt, afgestraft vermindert)
Jaren ’70: switch naar cognitie: gedachten processen die invloed hebben op gedrag en
emotie
- Bandura: self-efficacybeliefs -> gelevenin jezelf heeft invloed op je gedrag
Opkomst van mediactei zorgde voor minder opnamen in gekkenhuiezn > De-
institutionalization: mensen niet afzonderen maar terugbrengen in de
maatschappij.
Managed care:een verzameling van methoden voor gecoordineerde zorg dat gaat van simpel
naar specialistisch, gericht op de toekomst, preventief.
Hoofdstuk 2 – theorieën en behandeling
van abnormaliteit
Theorie: set van ideeën dat een frame vormt om vragen te stellen over een fenomeen en
waarmee je info kan verzamelen over dat fenomeen
Therapie: behandeling, gebaseerd op de theorie over het fenomeen dat de factoren die een
fenomeen veroorzaken aanpakt.
Diathese-stressmodel: de diathese/ de risicofactoren + de stress/trigger veroorzaakt de
stoornis
1 Brein dysfunctie:
Forebrain: cerebale cortex: complexe gedachteprocessen
Midbrain: bewegin, reageren op zintuigelijke info, reguleren responsen en beloningen
Hindbrain: cruciaal voor levensfuncties > medulla (reflexen en ademen), pons (aandacht en
slaapregulatie), reticular formation (controleren arousal en aandacht voor stimuli),
cerebellum (coordinatie en beweging)
Subcorticale structuren:
Thalamus: rustcentrum
Hypothalamus: basisbehoeften
Hippocampus: geheugen
Hypothalamus: endocrien systeem
2 Biochemical imbalances:
Reuptake neurotransmitter: afname activiteit neurostransmitter omdat neuron ez niet meer
stimleerd
Degradation: ontvangende neuron laat een enzyme vrij dat de neurostransmitter afbreekt
Aantal receptoren voor neurotransmitters in dendrieten (serotonine)
- Serotonine: mood
- Dopamine: beweging en beloning
- Norepinephrine; adrenaline
- GABA: inhibitie
3 genetische abnormaliteiten
Hoe erfelijk is gedrag?
2
, - Genen beinvloeden omgeving en omgeving beinvloedt genen
4 medicijnen en behandelingen
- Antipsychotische drug: vermindering van psychotische symptomen
- Antidepressieve drugs: verminderne depressie symptomnen (SSRI’s/ prozac)
- Lithium: verminderen mania, stabiliseren mood
- Anti-angst drugs: benzodiazepines en barbiturates
- Elektroconvulsieve therapie: effectief voor depressie
- TMS: deep brain stimulation tegen depressie en hallicunaties > magnetische pulsen
over bepaalde breinstructuren met hige intensiteit
- Psychochirurgie snijden van bepaalde breingebieden (frontal lobotomy)
- Gedragsbenadering: focus op invloed van straf en beloning in gedragsproductie
o Klassieke conditionering:
o Operante conditionering
o Modeling: nadoen van gedrag van mensen waar je tegen op kijkt
o Observational learning het observeren van ander gedrag met beloning en straf
- Gedragstherapien: effectief bij fobie, angst en paniek
o Systematische desensitatie: in stapjes blootstellen aan de angst
- Cognitieve theorien: gedachten en geloven zorgen coor ons gedrag en
ervaarde emoties
o Causale atributie; waarom gebeurt iets?
o Helpen clienten om met negatieve gedachtes en dysfuntioneren om te
gaan door dit te identificeren. Probleemoplossend denken. Effectief bij
angst- en seksuele stoornissen
- Cognitieve gedragstherapie: combi van gedrags- en cognitieve therapie
- Psychodynamische therapie: clienten helpen verkeerd gedrag en
spelende onderliggende conflicten te herkennen
o Vrije associatie: vrijuit kunnen zeggen wat opkomt in de geest
o Resistance: weigeren te praten
o Transference: reactie op de therapeut of hij een belangrijke persoon in
de ontwikkeling was
o Interpersonal therapoe: focus op relaties met belangrijke mensen in leven
- Humanistische therapie: clienten helpen ontdekken van eigen potentie > client
centered therapie: therapeut luistert en is empatisch, stuurt enkel het gesprek
- Familie therapie: hele fam. Behandelen, want gedrag van de individu komt voort
uit het familiesysteem
Theorieen:
- Psychodynamische theorie: alle gedrag, emoties en gedachten worden
beinvloed door onderbewuste processen
o Psychose: catharsis: het verminderen van emoties bij herinneringen.
Repressie: het gemotiveerd vergeten
o 2 drives: seksueel en agressief
o Verdedigingsmechanismen: denial, displacement, rationalization, projection,
reaction, formation, sublimation, identification, regression, intellectualization
o Psychosekuele stages: oral, anaal, phallic, latency.
3
, ▪ Bij phallic komt het Oedipus complex (kind wl seks met ouder van
overgesteld geslacht) en elextra complex (dochter is aangetrokken
tot vader want hij heeft een penis)
- Humanistische theorie: mensen hebben een ingeborencapaciteit voor het goede
in het leven.
o Zelfactualisatie: nagaan wat je zelf wilt ipv wat de maatschappij verlangt doen
- Familie systeem theorie: fam is een complex systeem met regels en hierarchie
die gedag van familieleden regeert en stuurt
- Third-wave bedadering: slechte emotieregulatie is een groot risico voor
psychopathologie > gedrags- en cognitieve theratie. Soms spirituele theorieen
- Socioculturele benadering: kijkt naar omgeving, maatschappij, familie rondok
individu. Er zijn meerdere risicofactoren (socio-economisch, disintegratie,
sociale morgen, politiek, expliciete attitudes van de matschappij).
o Therapieen zijn afhankelijk an de cultuur
o Mensen zoeken bij andere mensen hulp (volkdokter/ dokter/ niet)
o Andere emotiebeleving per cultuur
Preventie
- 1e preventie: stop van ontwikkelingen vanaf de start
- 2e preventie: stoornis herkennin in eerste stages
- 3e preventies: focus op mensne die al een stoornis hebben
Hoofdstuk 3 – beoordelen en diagnosticeren van
abnormaliteit
Beoordeling; proces van informatie verzamelen over de symptomen en de oorzaken die
symptomen kunnen veroorzaken
Beoordelingstools:
- Validiteit; meet de test wat hij hoort te meten?
- Betrouwbaarheid: consitentie in wat het behoort te meten: anderen meten het na
en meerdere keren komen dezelfde resultaten terug
- Standaardisatie: de administratie en interpretatie van de testmoet
gestandaardiseerd kunnen worden
-
Manier van interviewen:
- Klinisch interview:
o 1: beoordeling van de verschijning en het gedrag van de client;
o 2 beoordeling van gedachtenprocessen en spraak;
o 3 beoordeling van gemoedstoestand en de beinvloedbaarheid;
o 4 beoordeling van de inteligentie en functionering
o Beoordeling vn de orrientatie van de client
- Structureel interview: het stellen van vragen en obv de antwoorden een beoordeling
Brain imaging technieken: identificeren tekortkomingen en brein-abnormaliteiten
- CT: rontgenstlen, detecteerd breinbeschadigingen, tumoren en abnormaliteiten
- PET: activiteit in brein dmv niet schadelijke radioactieve stof in bloed
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller julietterozendaal. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.35. You're not tied to anything after your purchase.