100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting en Tentamenstof Inleiding Bestuursrecht / Samenvatting Kernbegrippen van de Algemene wet bestuursrecht $4.76
Add to cart

Summary

Samenvatting en Tentamenstof Inleiding Bestuursrecht / Samenvatting Kernbegrippen van de Algemene wet bestuursrecht

 8 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Dit is een overzichtelijke samenvatting van het voorgeschreven boek Kernbegrippen van de Algemene Wet Bestuursrecht , ISBN: 6847, voor het vak Inleiding bestuursrecht. In de samenvatting heb ik alles geschreven wat je moet weten voor het tentamen. Ik heb zelf een 8,5 gehaald voor het vak.

Preview 2 out of 9  pages

  • No
  • Unknown
  • August 17, 2022
  • 9
  • 2022/2023
  • Summary
avatar-seller
Week 1, Hoofdstuk 1- “ Het bestuursorgaanbegrip”

1. Art 1:1 Awb→staat in wie er gerekend kan worden tot het overheidsbestuur: alle
personen of colleges die als bestuursorgaan kunnen worden aangemerkt.
Maar welke personen/colleges zijn bestuursorgaan? → volgens lid 1:
- als een persoon of college ‘ orgaan’ is van een rechtspersoon krachtens
publiekrecht = a-orgaan
Als dat ontkennend wordt beantwoord ga je door naar t tweede lid→
- een ander persoon of college met enig openbaar gezag bekleed= b-orgaan:
kan dus pas alleen als je vaststelt dat er geen sprake is van een a-orgaan.
a-orgaan heeft meestal algemene bevoegdheden (bvb ministers of burgemeester)
maar er zijn ook personen/colleges die geen orgaan zijn van * maar wel enkele
publiekrechtelijke bevoegdheden hebben→ zolang ze deze uitoefenen zijn ze
bestuursorgaan, aka het bekleed zijn met openbaar gezag is het beslissende
criterium(b-orgaan dus) maar bij a- organen wordt dat gezag al verondersteld.

2. als het vaststaat dat een persoon/college a orgaan is, maakt t niet uit welke
handelingen worden verricht, ze blijven altijd bestuursorgaan. Maar bij b orgaan
maakt t juist wel uit, de handelingen moeten typische overheidshandelingen zijn.
Vragen die je moet afgaan:
1. is er een rechtspersoon krachtens publiekrecht in beeld en zo ja
2. is de persoon of het college waarvan de status moet worden bepaald, orgaan van
die rechtspersoon?

2.1 Rechtspersoon= beschikken over een eigen vermogen, zijn als rechtssubject
dragen van rechten en plichten die vermogensrechtelijk v aard zijn. → 1:1 awb lid 4:
vermogensrechtelijke gevolgen door handeling van orgaan wordt toegerekend aan
rechtspersoon.
2.2 Rechtspersonen krachtens publiekrecht→ ontlenen status aan de
toepasselijke instellings of organisatie wet die zegt dat entiteit een rechtspersoon is,
dus ze worden niet opgericht, Rechtspersoon krachtens privaatrecht→ontlenen
status aan verrichten specifieke oprichtingshandelingen die in art 2:3 bw zijn
genoemd→ gesloten stelsel: dus rechtspersoon krachtens privaatrecht kan niet
eentje krachtens publiek zijn en vice versa.
2.3 Rechtspersonen handelen altijd vanuit hun organen, maar wann is iets
orgaan?→ wanneer een persoon/college voldoende zelfstandige positie heeft
binnen de rechtspersoon→ wordt beantwoord dmv statuten en reglementen vd
rechtspersoon: dus toepasselijke organisatiewet/instellingswet moet dan worden
geraadpleegd.

, Organisatie wetten
Wetten waarin organisatiestructuur vd genoemde rechtspersonen is neergelegd:
gemeentewet, provinciewet en waterschapswet ( waarin staat wie orgaan is v hun)
deze wetten regelen de bestuurlijke organisaties uitputtend, drm kan je niet zmr
commissies aanmerken als orgaan bvb van een gemeente omdat het al op grond
van die bepalingen vastligt wie wel organen zijn→ moet sprake zijn van grondslag in
een wet en dus een wettelijke taak hebben en voldoende zelfst positie daarmee.

Instellingswet
Deze geeft aan welke personen of college aangemerkt kunnen worden aangemerkt
als orgaan →bvb politiewet
3. Het uitoefenen van ‘openbaar gezag’ is niet relevant om als a-orgaan aangemerkt
te worden omdat ze vaak vanzelfsprekend bestuursorgaan zijn, en t maakt ook niet
uit of ze publiekrechtelijk of privaatrechtelijk handelen. b organen zijn vaak deel van
privaatrechtelijke rechtspersoon ( stichting/vereniging) en ze zijn slechts b orgaan
zolang ze de toegekende bevoegdheden uitvoeren en daardoor met ‘openbaar
gezag’ zijn bekleed.
3.2 b orgaan is niet in algemene zin bestuursorgaan→ bestuursorgaan zolang ze
specifieke bevoegdheden op bepaalde terreinen uitoefenen en daarmee met
openbaar gezag bekleed zijn. ‘openbaar gezag’= eenzijdig kunnen bepalen vd
rechtspositie van rechtssubjecten. De bevoegdheid daartoe moet wettelijke
grondslag hebben. b orgaan= aangemerkt pas als hij publiekrechtelijke
rechtshandeling verricht ( om de daarvoor vereiste rechtsgevolgen mogelijk te
maken). Adviseren= niet gezien als uitoefenen v openbaar gezag, aangezien van het
advies kan worden afgeweken. Zelfs al is het advies nodig om besluit te nemen of
handeling te kunnen verrichten. ( zelfde geldt voor toezien op en afhandelen van
klachten) omdat daarvoor geen publiekrechtelijke bevoegdheid verleend wordt.
Criterium openbaar gezag valt samen met uitvoeren van publiekrechtelijke
rechtshandelingen.
3.3 Publieketaakcriterium= openbaar gezag wordt aangenomen als er sprake is van
het uitvoeren van een overheidstaak die met overheidsgelden is bekostigd→ criteria
hiervoor : - inhoudelijke band : het verstrekken van die uitkeringen moet door een of
meer a bestuursorganen worden bepaald
financiële band: de verstrekking moet worden gefinancierd voor 2/3e door een of
meer a-bestuursorganen

4.
4.1 art 1;1 lid 2 awb→ diverse colleges en personen die wel voldoen aan criteria a
orgaan en orgaan zijn maar niet bestuursorgaan worden aangemerkt, door
gescheiden machten, bestuursorgaan= uitvoerende macht (bvb onafh rechter en de
wetgever, maar ook organen met een adviserende en controlerende taak en bvb 1e
en 2e kamer ( wetgevende taak)

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller monaz2001. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.76. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

51292 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 15 years now

Start selling
$4.76
  • (0)
Add to cart
Added