1. a/ Bespreek alles wat je weet over de rol van de kruisbanden in het
bewegingsverloop van de knie.
b/ Hoe pas je deze kennis toe tijdens de revalidatie na een kruisbandletsel?
De kruisbanden zijn de sterkste ligamenten van de knie. Ze kruisen elkaar zowel in
het sagitale als in het frontale vlak.
Sagitale vlak verloop:
LCA verloopt van de area intercondylaris tibia schuin naar craniaal en posterior naar
de mediale zijde van de condylus lateralis femoris.
LCP verloopt van de area intercondylaris tibia posterior schuin naar craniaal en
anterior naar de laterale zijde van de condylus medialis femoris.
Frontale vlak verloop:
LCA verloopt schuin naar craniaal en lateraal gezien vanaf de tibia.
LCP verloopt schuin craniaal en mediaal gezien vanaf de tibia.
Functies van de kruisbanden:
- het bij elkaar houden van de tibia en femur
- verzekeren van de stabiliteit van de knie in voor- achterwaartse richting
- sturing en remming van de verschillende bewegingen
- behoud van contact tussen de articulerende gewrichtsvlakken tijdens de
bewegingen
- rol in de rotatiestabiliteit van het kniegewricht
- versteviging van het gewrichtskapsel (intrakapsulaire structuren)
- mede verantwoordelijk voor de verwezenlijking van de slotrotatie
Bij een extensie van de knie zal het LCP ontspannen, maar tijdens een flexie van de
knie zal het LCP in toenemende mate op spanning komen.
Het LCA komt op spanning met de knie in 90° flexie. Het ligament ontspant als we
verder de knie strekken. Net voor het beëindigen van de extensiebeweging komt het
LCA terug onder spanning te staan. Dit belet het posterieur glijden van de laterale
femurcondylus ten opzichte van de tibia. De mediale femurcondylus heeft nog
bewegingsvrijheid waardoor de slotrotatie tot stand komt. De voorste kruisband
houdt de laterale femurcondylus als het ware achter ten opzichte van de rest van het
kniegewricht waardoor de tibia een exorotatie uitvoert ten opzichte van de femur. Een
doorgesneden LCA veroorzaakt een verstoring van de slotrotatie.
Tijdens de rotatie in de knie spelen de kruisbanden een belangrijke rol.
Tijdens een endorotatie van de tibia ten opzichte van de femur zullen de kruisbanden
in elkaar draaien
= spanning in beide ligamenten.
Tijdens een exorotatie van de tibia ten opzichte van de femur zullen de kruisbanden
uit elkaar draaien
= ontspanning van beide ligamenten.
Testen voor beoordeling van kruisbanden:
Schuifladentesten naar ventraal en dorsaal.
Dorsaal = achterste kruisband
Ventraal = voorste kruisband
Positieve schuifladentest wordt best aangevuld door gravity-sign en schuifladetest
met onderbeen in endo en exorotatie. Dit omdat een hypermobiliteit naar anterieur
niet altijd te maken heeft met een voorste kruisband letstel. Bij een ruptuur van
LCP zal de tibia al naar achter verplaats zijn ten opzichte van de femur, waardoor je
, niet vanuit de nulstand start en automatisch meer beweeglijkheid krijgt.
Behandeling door kiné:
Zorgen voor zo weinig mogelijk belasting op het kruisband in de eerste herstelfase.
Later belasting lichtjes verhogen.
Eerste fase: Spasmen hamstrings en inhibitie Q-ceps (tibia naar posterieur -> minder
spanning op LCA)
Atrofie Q-ceps
Afwijkend gangpatroon + kraakbeendegeneratie
Q-ceps trainen.
GESLOTEN KETEN OEFENINGEN
2. Wat loopt er mis in het bewegingsverloop van de schouderregio bij een patiënt met
een schouder impingement (inklemming) syndroom? Bespreek de verschillende
mogelijkheden (n=3).
Een stoornis in scapula positionering heeft vaak verband met muskuloskeletale
klachten. Vb. impingement.
Musculatuur die de positie van de scapula controleert: M. trapezius, levator scapula,
rhomboidei, serratus anterior, pectoralis minor, lattisimus dorsi, subscapularis,
supraspinatus, infraspinatus.
Als er iets veranderd in de activiteit van deze spieren (vb. hypertonie, spierverkorting)
veranderd ook de positionering van de scapula. Verkorte spieren oefenen trekkracht
uit op het lichaamssegment
Deze houdingsafwijking versterkt doordat de antagonist verzwakt
- Overdreven scapulaprotractie en neerwaartse rotatie scapula (door verkeerde
houding)
- Toenemende thoracale kyfose tijdens zitten veranderd scapula positionering,
waardoor acromion lager komt te liggen en de ruimte er onder verkleint. Tijdens
een armelevatie kan dit aanleiding geven tot impingement.
- Schouderprotractie: M. serratus anterior, M. pectoralis minor
- Scapula stabilisatoren: mm. Rhomboidei, levator scapula en trapezius
- Overhead sporters met impingement syndroom vertonen een tragere
spieractivatie van middenste en onderste gedeelte van m.
trapezius. Deze vezels staan vooral in voor de stabiliteit.
- De spieren van de rotatoren manchet zijn verantwoordelijk voor de juiste
positionering vh caput humeri tov cavitas glenoidale.
- Tijdens schouderabductie zorgen M. subscapularis, M. infraspinatus en M.
teres minor voor een caudaalwaartse translatiedruk.
Zo voorkomen ze dat de humerus door de spieractiviteit van M. deltoiderus
tegen het acromion getrokken word.
- Als een van deze spieren niet goed werkt heb je kans op impingement
(inklemming van de supraspinatuspees tussen schouderdak en caput hermi).
Een bursitis van de Bursa Subacromialis tussen het caput humeri en het
schouderdak kan eveneens leiden tot impingement omdat de ruimte tussen dak en
caput dan kleiner is.
Een ontsteking van het Caput Longum van de M. Biceps Brachii is ook een
aanleiding tot impingement. Zo wordt de subacromiale ruimte verkleint door zwelling
van de pees, die immers in het craniale kapsel van het Art. Glenohumerale loopt.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller runapeersmans. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.01. You're not tied to anything after your purchase.