Recht in je opleiding - Verbintenissenrecht & ondernemingsrecht
Een samenvatting van het boek Verbintenissenrecht & ondernemingsrecht van de hoofdstukken 16 t/m 19. Alle theorie die je voor je tentamen moet kennen is hierin verwerkt. Ook zijn alle belangrijke wetsartikelen aangegeven aan het eind van ieder hoofdstuk.
FRE
Hoofdstuk 16 - Algemene inleiding ondernemingsrecht
16.1 Inleiding
Alle organisaties die in het economisch verkeer actief zijn, hebben een
rechtsvorm.
De gekozen rechtsvorm kan een rechtspersoon zijn of niet.
Als een onderneming een rechtspersoon is, dan zijn de eigenaren van de
organisatie niet aansprakelijk voor de schulden van de organisaties. Als een
organisatie geen rechtspersoon is, dan zijn de eigenaren van de organisatie wel
aansprakelijk voor de schulden.
Rechtspersonen: Vereniging, Coöperatie, Onderlinge waarborgmaatschappij,
Naamloze vennootschap, Besloten vennootschap en een Stichting.
Geen rechtspersonen: Eenmanszaak, Maatschap, Vennootschap onder firma
(VOF) en een Commanditaire vennootschap (cv).
Privaatrechtelijke rechtspersonen → de hierboven genoemde rechtspersonen (art.
2.3 BW)
Publiekrechtelijke rechtspersonen → de Staat, de provincies, de gemeenten en de
waterschappen (art. 2.1 BW)
Kerkgenootschappen (art. 2.2 BW)
Het ondernemingsrecht is verspreid over verschillende wetten en wetboeken,
zoals het Burgerlijk Wetboek, het Wetboek van Koophandel, de
Handelsregisterwet, de Handelsnaamwet, de Wet op de ondernemingsraden en
de Wet op de economische delicten.
16.2 Handelsnaam, merk en franchise
Handelsnaam/bedrijfsnaam = naam waaronder een onderneming wordt gedreven
→ wetgeving hierover staat in de Handelsnaamwet (Hnw)
Het recht op een handelsnaam ontstaat door de naam als eerste voor een
onderneming te gebruiken. Het meeliften op andermans handelsnaam mag niet
volgens de Hnw.
Je kunt een handelsnaam verkopen, maar niet zonder de verkoop van de
onderneming zelf.
Je kunt wel toestemming (=licentie) krijgen om de handelsnaam van een andere
onderneming te gebruiken voor je eigen onderneming.
Franchise = een ondernemer opent een eigen vestiging binnen een bestaande
keten → de starter is wel zelfstandig ondernemer maar maakt gebruikt van de
bestaande faciliteiten van de keten.
Een handelsnaam kan tegelijkertijd ook een merk zijn → merkenrecht is
opgenomen in het BVIE.
BVIE = het Benelux-verdrag over de intellectuele eigendom (van merken en
tekeningen of modellen).
Merk = de benamingen, tekeningen, afdrukken, stempels, letters, cijfers, vormen
van waren of verpakkingen en alle andere voor grafische voorstelling vatbare
tekens, die dienen om de waren of diensten van een onderneming te
onderscheiden.
Er zijn woordmerken, beeldmerken, kleurmerken en vormmerken (kan ook sprake
zijn van een combinatie).
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Bliep. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.23. You're not tied to anything after your purchase.