in deze samenvatting vind je alle leerstof voor het 2de tentamen van klinische psychologie op de OU: pb0104. Met beide delen van mijn samenvatting geraakte ik op beide tentamens voor de eerste keer erdoor. De extra artikels die gekend moeten worden verschillen per jaar en heb ik dus niet inbegrepen...
H11: Neurobiologische Vaak al te zien op jonge leeftijd (uitzonderingen waarbij het later pas
ontwikkelingsstoorniss voor problemen zorgt en dus dan pas duidelijk wordt)
en (volwassenen)
Kan invloed hebben op voelen, waarnemen, denken en handelen
ASS = autismespectrumstoornis bij volwassenen
ADHD bij volwassenen
ASS kenmerken Beperking in sociale communicatie:
o Afwijkende sociale wederkerigheid (niet spontaan delen met anderen en
soms zelfs het niet snappen van om te beurten te praten en gewoon
stoppen)
o Afwijkende non-verbale communicatie (geen oogcontact, ontbreken
gezichtsuitdrukkingen, moeite met begrijpen van non-verbale comm)
o Moeilijkheden in relaties (niet maken en onderhouden, moeilijk gedrag
afstemmen op situaties,…)
Beperkte gedragspatronen, interesses
o Stereotiepe gedragingen, bewegingen en spraak (zoals dwangmatig
herhalen van woorden (echolalie) of bewegingen zoals wiegen)
o Moeite met verandering (routines niet loslaten en opstandig bij
verandering)
o Stereotiepe interesses (geobsedeerd met bepaalde vrijetijdszaken)
o Sensorische overgevoeligheid (zoals voor geluid, licht, aanraking,…)
Kan ook sensorische ondergevoeligheid zijn voor bv honger of verzadiging
DSM-5 onderscheidt 3 Die steun nodig hebben
niveaus van ernst Die substantiële steun nodig hebben (degelijke/intensieve steun)
Die zeer substantiële steun nodig hebben
,Communicatiestoornis Als iemand de problemen met communicatie heeft, maar niet de
stereotiepe gedragingen en interesses
Ze hebben bv alleen problemen met het begrijpen en toepassen van
non-verbale info
ASS vaak comorbide OCD (30%)
met Sociale angststoornis (29%)
ADHD (28%)
ASS is een pervasieve Dringt diep door in verschillende aspecten van het functioneren
ontwikkelingsstoornis
Erfelijkheid ASS 35-60% erfelijk – 40-60% omgevingsbepaald
Bij vrouwen is erfelijkheid minder
Bij 10-15% komt het door een genetische stoornis
o Er zijn vaak dan anatomische afwijkingen
o Vaak ontstaan door 1 mutatie (verdubbeling of afwezigheid chromosoom)
*Fragiele X-syndroom: vb van een genetische stoornis: geeft
gedragsstoornissen en vaak lichte tot matige verstandelijke handicap
Omgevingsfactoren die Complicaties tijdens zwangerschap
kans op ASS vergroten Chemicaliën tijdens zwangerschap (insecticiden)
Stress en infecties tijdens zwangerschap
Te oude vader
Medicatie tijdens zwangerschap (antidepressiva)
*foliumzuur nemen voor de conceptie en tijdens de zwangerschap kan
kans verkleinen
,Historie ASS Autismus = verlies van werkelijkheid (introductie door Beuler)
Lange tijd gedacht dat het hetzelfde was als schizofrenie
70’ onderscheid wel gemaakt obv:
o Leeftijd waarop stoornis komt
o Man-vrouwverhouding
o De verschillende ontwikkelingen van het ziektebeeld
80’ zelfstandige categorie in DSM-3
Eerst nog onderscheid gemaakt tussen drie soorten, in DSM-5 niet meer:
o PDD-NOS
o Asperger
o Autistische stoornis
DSM-5 kan wel aangeven in welke mate er autisme aanwezig is (dimensionaal)
Prevalentie ASS voor 4 autistische mannen is er 1 vrouw die autistisch is (veel meer mannen)
meer diagnosticeringen sinds de verruiming van criteria voor “ASS” in DSM-4
ze verwachten dat dit dalend is door de komst van DSM-5 want:
de PDD-NOS hoort er niet meer bij, je moet aan meerdere criteria voldoen om
autistisch te worden gezien
, Diagnostiek ASS kan niet biologisch of neurocognitief worden gevonden (geen significant verschil
tussen hersenen)
diagnostiek obv:
o observatie
o interview: autoanamnese, heteroanamnese
*meestal diagnostiek in kindertijd, maar kan ook later pas boven komen
* DSM-5-Interview ASS: een semi-gestructureerd interview voor diagnostiek van
ASS
*handelingsgerichte diagnostiek: vragenlijsten en neuropsychologische tests zijn
niet relevant voor diagnostiek, maar wel nuttig om een beeld te scheppen van wat
de sterke en zwakke kanten zijn van de persoon
*Autism-spectrum Quotiënt: screeningsvragenlijst voor mensen met ASS = weinig
betrouwbaar want deze mensen hebben vaak heel weinig zelfinzicht
Behandelingsmethode cognitieve gedragstherapie = effectief voor reduceren angststoornissen (bij
n voor kidneren en hun normaal tot hoogbegaafde kinderen met ASS)
effectiviteit
gedragstherapie met medicatie = effectief voor sociale kant te verbeteren +
klachten van angst en boosheid te verminderen (impulscontroleproblemen onder
controle krijgen)
interventies gericht op verbeteren van sociale vaardigheden zijn niet genoeg
bewezen
beetje bewijs voor effectiviteit van animal-assisted- en muziektherapie
Behandelingsmethode psycho-educatie = heeft geen wetenschappelijke onderbouwing
n voor volwassenen en
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jack41. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.94. You're not tied to anything after your purchase.