h1 het metabolisme van weefsels en organen h2 integratie van het koolhydraat
eiwit en vetmetabolisme in het lichaam
h3 metabole aanpassingen aan enkele extreme situaties
h1 het metabolis
Written for
Hogeschool Gent (HoGent)
Bachelor Voedings- En Dieetkunde
Fysiologie Van De Voeding
All documents for this subject (8)
1
review
By: florenceteughels • 2 year ago
Seller
Follow
Lisavdkeere
Reviews received
Content preview
Samenvatting: Fysiologie van de voeding 2
HOOFDSTUK 1: HET METABOLISME VAN WEEFSELS EN ORGANEN
In dit hoofdstuk worden enkele van de belangrijkste organen en weefsels besproken die betrokken
zijn bij het gebruik en de omzetting van de substraten die de cellen in staat cellen om in hun
energie te voorzien (=energiemetabolisme)
1.1 transport van glucose doorheen de celmembraan
- Glucose wordt in de cel binnengebracht d.m.v. diffusie door een specifieke carrier
(=gefaciliteerde diffusie)
- Transporteurs van glucose zijn allemaal op elkaar gelijkende eiwitten en allemaal passieve
transporteurs (=GLUT 1,2,3 en 4)
Waardoor het transport van glucose doorheen de celmembraan afhankelijk is van de
concentratie binnen en buiten de cel en gaat steeds van hogere naar lagere
concentratie.
- In het geval van SGLT-1 kan glucose doorheen de celmembraan getransporteerd worden
tegen de concentratiegraden in. Dit proces vereist energie (via de Na/K pomp)
- Hoe deze transporters werken is weefselspecifiek
- Het effect dat de specifieke karakteristieken van glucose transporteurs hebben op de
snelheid van glucose opname in de cel wordt geïllustreerd aan de hand van volgende
figuur:
GLUT2 = Lever en nieren hoge Km
GLUT 4 = Spieren
GLUT 3 = Hersenen lage Km
GLUT1 = erythrocyten
SGLT-1= dunne darm
X-as= snelheid waarmee glucose wordt opgenomen
Y-as = glucose concentratie
Physiological range= waarde tussen 2 getallen. Onder of boven deze getallen is niet goed!
Lage Km (1,6) GLUT 3: de snelheid waarmee glucose wordt opgenomen is relatief onafhankelijk
van de extracellulaire glucoseconcentratie.
Hoge Km (20) GLUT 2 (lever en nieren, bètacellen pancreas): de glucose-invoersnelheid is bijna
evenredig met de extracellulaire glucoseconentratie (hoe hoger de externe concentratie, hoe groter
de invoersnelheid)
1
,2. DE LEVER:
2.1 Het metabolisme in de lever:
- De lever = eerste orgaan die mag kiezen uit het aanbod van voedingsstoffen die het lichaam
opneemt via de dunne darm na een maaltijd
- De lever speelt dus een grote rol in de opslag van energie na een maaltijd
- De opslag van koolhydraten en de vrijgave van glucose = belangrijke functies lever
2.2 Koolhydraatmetabolisme:
- Glucose wordt geabsorbeerd in de dunne darm en komt zo in de poortader terecht,
concentratie aan glucose kan na maaltijd tot 10 mmol/l oplopen
- De levercellen worden blootgesteld aan hoge concentraties glucose tijdens
absorptieve fase
De levercellen beschikken in hoofdzaak over de GLUT2 transporters (niet afhankelijk
van insuline en relatief hoge Km voor glucose
Glucose-metabolisme lever: 1. In de levercel wordt glucose
binnengebracht via GLUT2 en omgezet
tot glucose 6-fosfaat door enzym
glucokinase. (=fosforylase)
2. Insuline zorgt ervoor dat glucose (G-6-P)
in de cel wordt omgezet tot glycogeen,
zo kan het worden opgeslagen. (anabool)
= glycogeen synthese
3. Als de bloedsuikerspiegel daalt, wordt
glucagon en adrenaline en
noradrenaline geproduceerd. Zorgt
ervoor dat glycogeen terug naar G-6-P
en dan tot glucose wordt afgebroken. Via
het enzym glucose 6- fosfatase.
(katabool) =glycogenolyse
4. Glucose-6 fosfaat kan ook omgezet
worden tot pyrodruivenzuur via de
glycolyse
- Deel van pyrodruivenzuur wordt
geoxideerd in de
citroenzuurcyclus
- Onderdeel wordt omgezet naar
lactaat
2
, Hormonale regulatie lever: De activatie van glycogeen fosforylase
(glycogeen glucose) wordt gereguleerd (+)
door verschillende hormonen:
- Glucagon
- Adrenaline
- Noradrenaline
De activatie van glycogeen fosforylase
(glycogeen glucose) wordt tegengewerkt (-)
door:
- Insuline en glucose
De activatie van glycogeen synthese (glucose
glycogeen) wordt gereguleerd door:
- Insuline
Wanneer de maaltijd verteerd en geabsorbeerd is, blijven bepaalde weefsels zoals hersenen en
spieren glucose gebruiken als brandstof, waardoor de glucose concentratie in het bloed langzaam
begint te dalen.
- Glycogeen zal terug afgebroken worden tot glucose wanneer de glucose concentratie
in het bloed daalt
Doel: koolhydraten, opgeslagen in de lever na de maaltijd, vrijgeven in de
bloedstroom
Afbraak glycogeen productie van glucose 1-fosfaat
- Lever speelt belangrijke rol als buffer. Neemt glucose op na een maaltijd – overmaat
glucose in bloedbaan. Geeft deze later terug af als er ergens anders in het lichaam
nood is aan glucose.
2.3 Gluconeogenese
= 2e belangrijke functie lever
Manier om glucose aan te maken op basis van andere grondstoffen
Glucose zelf aanmaken in de lever op basis van moleculen met 3 koolstoffen:
1. Lactaat: uit glucosemetabolisme (gevormd uit pyruvaat) spieren
2. Glycerol: uit vetmetabolisme
3. Alanine (belangrijkste): uit eiwitmetabolisme (komt vrij uit spieren in nuchtere toestand)
Na de maaltijd:
- “Verse” macronutriënten wegschrijven om als reserve te gebruiken
- Bepaalde organen gebruiken glucose af te breken en om te zetten in pyruvaat en dan om te
zetten naar lactaat, in lever wordt lactaat omgezet in glycogeen
3
, Gluconeogenese wordt afgeremd door insuline
Gluconeogenese wordt gestimuleerd door glucagon
Gluconeogenese kan ook in de nieren voorkomen bij langdurig vasten (meer dan 24u niet meer eten)
Er is een vaak voorkomende situatie waarbij hormonale factoren de gluconeogenese eerder gaan
onderdrukken, terwijl een verhoogde concentratie aan substraat deze juist zal doen toenemen. Dit is
het geval na een maaltijd en staat bekend als “de glucose paradox”
De belangrijkste metabole pathways die leiden tot opslag van glycogeen in de lever in deze situatie:
De synthese van glycogeen in de lever na een maaltijd komt tot stand door een combinatie van:
1. Indirecte pathway glycogeensynthese1:
- Glucose 2x pyruvaat via de glycolyse
- Pyruvaat:
Anaëroob lactaat bloed lever glucose
Aëroob acetyl coA Krebcyclus ATP
2. Directe pathway glycogeensynthese:
Opname glucose glucose 6-fosfaat vorming synthese glycogeen vena porta lever
1. Opgeslagen vet wordt afgebroken
2. Indien niet genoeg glycogeen en vet gluconeogenese uit AZ of vetzuren
1
Glycogenolyse= proces waarbij glycogeen wordt afgebroken en omgezet wordt tot glucose
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Lisavdkeere. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.10. You're not tied to anything after your purchase.