Praktische ontwikkelingspsychologie voor sociaal werk
In dit document worden alle levensfasen samengevat voor de toets van ontwikklingspsychologie. Deze fasen komen nog veel terug bij andere vakken en hier kun je vaak naar verwijzen in verslagen.
Ontwikkelingspsychologie: de studie naar patronen van groei, verandering en
stabiliteit gedurende het hele leven, van conceptie tot aan de dood.
Variatie in ontwikkeling neemt toe met de leeftijd. Bijvoorbeeld de ontwikkeling
van een kind loopt volgens een bepaalde norm. Een kind moet met 2 wel kunnen
lopen. Hoe ouder je word hoe anders een persoon gaat ontwikkelen
Ontwikkelingskenmerken
Cumulatief proces
o Vaardigheden en ervaringen bouwen op elkaar voort
o Iedere nieuwe fase bevat dingen die geleerd zijn in de vorige fase
Differentiatie proces
o Specifieke vaardigheden ontstaan vanuit meer algemene
vermogens
o Bijvoorbeeld een grijpreflex. Deze is een algemene vaardigheid
waaruit je later leert iets vast te pakken
o Verfijnen van vaardigheden
Ontwikkeling verloopt georganiseerd
o Eerst kruipen dan lopen
o Eerst optellen en aftrekken voordat je de tafels leert
Holistisch
o Alle aspecten van een persoon samen veranderen en met elkaar
integreren
o Bijvoorbeeld hand oog coördinatie. Een baby kan ergen naar kijken
maar het nog niet gericht pakken.
Nature en nurture
Wat is dominant: de aanleg van een kind of de omgeving waarin het opgroeit
Nature (van ouders meegekregen)
o Erfelijke eigenschappen
o Karakteristieken
o Capaciteiten en vermogens
Nurture
o Ervaringen die iemand opdoet
o Kwaliteit van de sociale en fysieke omgeving waarin iemand leeft
o Opvoeding
o Invloed van leeftijdsgenootjes
, o Sociaal economische omstandigheden
o Invloed van drugsgebruik op het ongeboren kind
Hoofdstuk 2: ontwikkelingstheorieën
Psychoanalyse: terug in je verleden
Freud
Vooral innerlijke belevings wereld ( gevoelens, impulsen en fantasieën)
Persoonlijkheid vormt zich in de kindertijd
Psychoseksuele ontwikkelingstheorie ( 5 fasen)
Orale fase
o Van geboorte tot ongeveer 21 maanden
o Zuigen, eten, objecten in mond stoppen
Anale fase
o 21 maanden tot 3 jaar
o Ontlasting op houden of juist laten gaan
o Zindelijk worden
Fallische fase
o Interesse in geslachtsdelen
o Jongens voelen zich aangetrokken tot moeder en meisjes meer tot
vader
o 3 tot 6 jaar
Latentiefase
o Kind leert minder egocentrisch denken
o Gefocust op verwerven van kennis
Genitale fase
o Vanaf ongeveer 12 tot aan volwassenheid
o Seksuele interesses en relaties
Fixatie
Als er tijdens 1 fase iets fout gaat blijf je hangen in de fase ervoor. Als er
bijvoorbeeld fixatie is in de orale fase, gaat Freud er vanuit dat iemand dan later
een roker kan zijn of een echte prater of voortdurend op kauwgom kauwt.
Erik Erikson
Erikson ging ervan uit dat je je hele leven ontwikkeld.
Psychosociale ontwikkelingstheorie
Het leven bestaat uit 8 opeenvolgende levensfasen
o Baby 0-18 maanden vertrouwen en wantrouwen
o peuter tot 3 jaar autonomie – schuld en schaamte
o kleuter 3 tot 5/6 initiatief – schaamte
o schoolkind 6 – 12 vlijt- minderwaardigheid
o adolescentie 12-18 identiteit - isolatie
o jongvolwassenheid 18-35 intimiteit- isolatie
o midden volwassenheid 35-70 generatief - stagnatie
o ouderdomsfase 70- tot dood integriteit – wanhoop
Elk begin van een nieuwe fase word gemarkeerd door een crisis, conflict of
uitdaging zodat je je verder kan ontwikkelen
, Zodra je in een nieuwe fase komt voel je je niet meer passen in de sociale
rollen waarin je je eerder wel goed voelde. Je bestaande identiteit word
even door elkaar geschud en je beland in een crisis. Dat kan negatief of
positief uitpakken
Jean Piget
Piget kwam er achter dat kinderen anders denken dan volwassenen en is
onderzoek gaan doen naar de cognitieve ontwikkeling.
Kinderen leren door hun omgeving te onderzoeken en vervolgens te
reageren of aan te passen aan de nieuwe info die ze krijgen (adaptie)
Adaptie
o Assimilatie
Nieuwe informatie veranderen zodat het binnen jou schema
valt. (een kind ziet voor het eerst een vlinder, maar kent wel
het woord vogel. De vlinder heeft kleur en vliegt dus het kind
zegt vogel) Of negatieve ervaring met de hond van de
buurman en alle honden zijn daarna eng
o Accommodatie
Je past je schema aan. In het geval met de hond leer je dat
niet alle honden aardig zijn en maak je onderscheid tussen
vriendelijke en niet vriendelijke honden.
Cognitieve stadiumtheorie
Sensomotorisch stadium 0-2 jaar
o Kinderen ontdekken de wereld door zintuigelijke waarnemingen een
motorische activiteiten en de coördinatie tussen die 2
Preoperationeel stadium 2 – 7jaar
o Kinderen gaan symbolisch denken, in mentale representaties. Ze
kunnen nog niet logisch denken
Concreet operationeel stadium 7-11 jaar
o Kinderen gaan logische principes begrijpen en logisch nadenken
Formeel operationeel stadium vanaf 11
o Kinderen kunnen logisch nadenken en mee praten
Lawrence Kohlberg
Morele stadiumtheorie ( hoe word er omgegaan met morele dilemma’s)
Niveau 1: Preconventioneel (wat goed of fout is, is afhankelijk van straf of
beloning)
o Stadium 1: nadruk op voorkomen van straf
o Stadium 2: nadruk op verkrijgen van beloning
Niveau 2: conventioneel (handelen vanuit groepsbelang en algemene
belangen)
o Stadium 3: nadruk op gerespecteerd willen worden door anderen
o Stadium 4: nadruk op sociale orde en autoriteit binnen gehele
maatschappij
Postconventioneel ( universele morele principes)
o Stadium 5: normen zijn belangrijk, maar kunnen herzien worden als
ze indruisen tegen het algemene belang
o Stadium 6: opstellen eigen ethisch verantwoorde code, gebaseerd
op universele principes
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ischaschaap. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.44. You're not tied to anything after your purchase.