100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
begrippenlijst ontwikkelingspsychologie $3.34
Add to cart

Other

begrippenlijst ontwikkelingspsychologie

 0 purchase
  • Course
  • Institution

Hierin staan alle begrippen die nodig zijn voor de toets uitgewerkt

Preview 3 out of 16  pages

  • August 18, 2022
  • 16
  • 2021/2022
  • Other
  • Unknown
avatar-seller
Hfd 1-Theoretisch kader
Ontwikkelingspsychologie: de studie naar patronen van groei, verandering en
stabiliteit gedurende het hele leven, van conceptie tot aan de dood.

Tabula rasa (Locke) is het idee dat mensen worden geboren als onbeschreven
blad – zonder kennis, vaardigheid en persoonlijkheid – en volledig afhankelijk zijn
van waarneming en ervaring om de geest te vormen.

Kind als actief experimenternd wezen (Rousseau)
Kind neemt ontwikkleing zelf in de hand en nemen selectief de invloeden op
waar ze van natuurlijke aanleg behoefte aan hebben. Opgroeien volgens
natuurlijk plan, omgeving staat dit in de weg

Babybiografieën (Darwin, Preyer)
Door darwin kwam de ontwikkeling van een kind op gang. Preyer beschreef de
motorische, zintuigelijke en taalontwikkeling

Systematisch onderzoek (Hall)
Grote groepen kinderen door vragenlijsten onderzoeken

Intelligentietest (Binet)
Cognitieve funstioneren van kinderen meten

12 Ontwikkelingsfasen – in leeftijden en benaming
 Prenatale periode (conceptie tot geboorte)
 Baby (0 tot 1)
 Dreumes (1 tot 2)
 Peuter (2-4)
 Kleuter (4-6)
 Basisschoolkind (6-10)
 Pubertijd (10-14)
 Adolescentie (14-22)
 Jongvolwassenen (22-35)
 Middenvolwassenen (35-55)
 Late volwassenheid ( 55-65)
 Oudere (65+)

Normatieve ontwikkeling: De algemene ontwikkeling die kinderen laten zien
naarmate ze ouder worden

10 Ontwikkelingsthema’s - herken ze en ken voorbeelden
 Fysiek: groei, slaap, spieren
 Motorisch: bewegen, fijne motoriek en grove motoriek
 Percepties : waarnemen via zintuigen, zien
 Cognitief: denken, begrijpen, leren, geheugen
 Sociaal: ontwikkeling in sociale relaties
 Emotioneel: gevoelsleven
 Persoonlijkheid: erugenschappen die je onderscheid van anderen
 Sensueel/ seksueel: lichaam leren kennen, geslachtsontwikkeling
 Moreel: verschil tussen goed en kwaad
 Taal: taalverwerving, communicatie

Cumulatief proces
o Vaardigheden en ervaringen bouwen op elkaar voort

, o Iedere nieuwe fase bevat dingen die geleerd zijn in de vorige fase

Differentiatieproces
o Specifieke vaardigheden ontstaan vanuit meer algemene
vermogens
o Bijvoorbeeld een grijpreflex. Deze is een algemene vaardigheid
waaruit je later leert iets vast te pakken
o Verfijnen van vaardigheden
Georganiseerd
o Eerst kruipen dan lopen
o Eerst optellen en aftrekken voordat je de tafels leert

Holistisch
o Alle aspecten van een persoon samen veranderen en met elkaar
integreren
o Bijvoorbeeld hand oog coördinatie. Een baby kan ergen naar kijken
maar het nog niet gericht pakken.

Continu en discontinu proces : ontwikkeling van een persoon loopt continu door
en loopt in elkaar over of er zitten beuken in de ontwikkeling, in stappen waarbij
zihtbare sprongen gemaakt worden

Kwantatieve en kwalitatieve veranderingen
Kwantitatief: nieuwe vaardigheden vloeien automatisch voort uit al aanwezig
vaardigheden en een persoon krijgt er steeds meer mogelijkheden bij.
Kwalitatief : elke fase levert nieuw gedrag op wat wezenlijk verschilt met gedrag
van de vorige fase

Gevoelige periodes
Een psecifiek moment tijdens de ontwikkeling waarinn de ontwikkeling versneld
vooruit gaat en er een verhoogde gevoeligheid bestaat voor stimuli vanuit de
omgeving

Nature en nurture
Wat is dominant: de aanleg van een kind of de omgeving waarin het opgroeit
 Nature (van ouders meegekregen)
o Erfelijke eigenschappen
o Karakteristieken
o Capaciteiten en vermogens
 Nurture
o Ervaringen die iemand opdoet
o Kwaliteit van de sociale en fysieke omgeving waarin iemand leeft
o Opvoeding
o Invloed van leeftijdsgenootjes
o Sociaal economische omstandigheden
o Invloed van drugsgebruik op het ongeboren kind




Hfd 2 Ontwikkelingstheorieën (zie ook bijlage op een rij)

, Freud
 Vooral innerlijke belevings wereld ( gevoelens, impulsen en fantasieën)
 Persoonlijkheid vormt zich in de kindertijd

Psychoseksuele ontwikkelingstheorie ( 5 fasen)
 Orale fase
o Van geboorte tot ongeveer 21 maanden
o Zuigen, eten, objecten in mond stoppen
 Anale fase
o 21 maanden tot 3 jaar
o Ontlasting op houden of juist laten gaan
o Zindelijk worden
 Fallische fase
o Interesse in geslachtsdelen
o Jongens voelen zich aangetrokken tot moeder en meisjes meer tot
vader
o 3 tot 6 jaar
 Latentiefase
o Kind leert minder egocentrisch denken
o Gefocust op verwerven van kennis
 Genitale fase
o Vanaf ongeveer 12 tot aan volwassenheid
o Seksuele interesses en relaties

Fixatie
Als er tijdens 1 fase iets fout gaat blijf je hangen in de fase ervoor. Als er
bijvoorbeeld fixatie is in de orale fase, gaat Freud er vanuit dat iemand dan later
een roker kan zijn of een echte prater of voortdurend op kauwgom kauwt.

Psychosociale identiteit (Erikson)
Erikson ging ervan uit dat je je hele leven ontwikkeld.
Psychosociale ontwikkelingstheorie
 Het leven bestaat uit 8 opeenvolgende levensfasen
o Baby 0-18 maanden vertrouwen en wantrouwen
o peuter tot 3 jaar autonomie – schuld en schaamte
o kleuter 3 tot 5/6 initiatief – schaamte
o schoolkind 6 – 12 vlijt- minderwaardigheid
o adolescentie 12-18 identiteit - isolatie
o jongvolwassenheid 18-35 intimiteit- isolatie
o midden volwassenheid 35-70 generatief - stagnatie
o ouderdomsfase 70- tot dood integriteit – wanhoop

 Elk begin van een nieuwe fase word gemarkeerd door een crisis, conflict of
uitdaging zodat je je verder kan ontwikkelen

Cognitieve Stadiumtheorie Piaget
 Sensomotorisch stadium 0-2 jaar
o Kinderen ontdekken de wereld door zintuigelijke waarnemingen een
motorische activiteiten en de coördinatie tussen die 2
 Preoperationeel stadium 2 – 7jaar
o Kinderen gaan symbolisch denken, in mentale representaties. Ze
kunnen nog niet logisch denken

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ischaschaap. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.34. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

65004 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 15 years now

Start selling
$3.34
  • (0)
Add to cart
Added