Economie Europa samenvatting + begrippen
Hoofdstuk 1
Internationale handel vindt plaats omdat sommige producten niet geproduceerd kunnen worden in
eigen land of omdat de productie duurder is dan in andere landen. Het is aantrekkelijker om te
importeren.
Arbeidsmigratie: werknemers verhuizen naar plaatsen waar werk is. Dat kan binnen het land (trekken
naar de randstad), maar ook van het ene land naar het andere land.
Open economie: als een land veel handelt met het buitenland.
- De openheid van een economie wordt gemeten door de invoer- en uitvoerwaarde van het land.
- Uit te drukken als percentage van het BBP
Autarchie: een land die niet handelt.
Internationale concurrentiepositie: geeft aan in welke mate bedrijven in staat zijn om te concurreren
met andere bedrijven in andere landen
Oorzaken prijs van producten als basis handel
1. Natuurlijke omstandigheden = productie in een bepaald land is goedkoper vanwege de natuur.
2. Loonkosten per product= productie in een bepaald land is goedkoper vanwege de loonkosten.
- Berekening = loonkosten per werknemer/ arbeidsproductiviteit.
Loonkosten zijn een belangrijk onderdeel van de productiekosten.
Indexcijfer loonkosten per product/uur
- berekening: (indexcijfer loonkosten per werknemer: indexcijfer arbeidsproductiviteit) x 100
Arbeidsproductiviteit: geeft aan hoeveel een werknemer gemiddeld in een bepaalde periode
(bijvoorbeeld per uur) produceert.
Innovatie: investeringen in betere en modernere kapitaalgoederen zoals machines of het
ontwikkelen van geheel nieuwe productieprocessen.
Protectie
Protectionisme: Maatregelen ter bevordering van de export en belemmering van de import.
2 soorten maatregelen:
1. tarifaire maatregelen
- voorbeeld 1 = invoerrechten. (importheffingen) in het geval van invoerrechten worden
import producten belast met een heffing waardoor deze producten duurder op de
binnenlandse markt verschijnen.
- Voorbeeld 2 = exportsubsidie. Dit is een subsidie op de export waardoor producenten hun
producten tegen een lagere prijs kunnen exporteren.
2. Non-tarifaire maatregelen
- Voorbeeld 1 = invoercontigenten. (invoerquota). Hierbij worden er beperkingen opgelegd
aan de hoeveelheid of waarde van de geïmporteerde producten.
- Voorbeeld 2 = kwaliteitseisen. Door kwaliteitseisen kunnen sommige producten van de
binnenlandse markt worden geweerd. Zo wordt bijvoorbeeld groente en fruit gecontroleerd
wanneer dit de EU binnenkomt.
, Argumenten voor protectie
Infant industry- argument: Het beschermen van jonge binnenlandse industrieën.
Werkgelegenheid. De overheid kan een bepaalde industrie beschermen tegen buitenlandse
concurrentie door middel van protectionistische maatregelen en zo werkgelegenheid in die industrie
veilig stellen.
Antidumpingsargument. Dumping is het exporteren van producten tegen een lagere prijs dan de
kostprijs. Dit kun je tegen gaan met importheffingen.
Protectionisme leidt ertoe dat niet altijd de producten worden geproduceerd waar ze het beste
geproduceerd kunnen worden.
Vrijhandel: internationale handel zonder belemmeringen.
vrije internationale handel leidt ertoe dat landen datgene produceren waar ze relatief goed en
goedkoop in zijn.
Hoofdstuk 2
Gevangenendilemma: een situatie waar twee partijen voor de keus staan om samen te werken of
niet, waarbij samenwerken meer oplevert dan niet samenwerken. Vaak leiden de keuzes van de twee
partijen niet tot een optimaal resultaat.
Dominante strategie: de strategie die het beste resultaat oplevert voor een speler, ongeacht de
keuzes van de andere speler(s)
Nash-evenwicht: een situatie waarbij het voor geen enkele speler voordelig is om van de strategie af
te wijken, als de andere speler dat ook niet doet.
Collectieve dwang: Druk die wordt uitgeoefend om te zorgen dat iedereen zich aan een regel houdt.
Dit kan door vastgelegde regels (wetten) die met strafmaatregelen worden gehandhaafd, maar ook
met ongeschreven regels, sociale normen. Bijvoorbeeld een verplichte verzekering. Ook: het
verplicht stellen van het vakbondslidmaatschap.
Hoofdstuk 3
Economische en monetaire Unie (EMU) = de landen die de euro hebben als betaalmiddel.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller romy1706. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.03. You're not tied to anything after your purchase.