, 9.1.1 Lichamen.................................................................................................. 35
10.1 Art. 1 Wet omzetbelasting...........................................................................36
10.2 Ondernemer................................................................................................ 36
10.3 Levering van goederen en diensten............................................................37
10.3.1 Leveringen............................................................................................ 37
10.3.2 Vergoeding........................................................................................... 37
10.3.3 Fictieve leveringen................................................................................ 37
10.4 Vrijstellingen en tarieven............................................................................ 37
10.4.1 Vrijstellingen......................................................................................... 37
10.4.2 Tarieven en tabellen............................................................................. 38
10.5 Voorbelasting.............................................................................................. 38
10.6 In Nederland of niet?................................................................................... 38
10.7 Aangifte...................................................................................................... 38
10.7.1 Tijdstip aangifte en afdracht.................................................................38
10.7.2 Bijzondere regelingen...........................................................................38
Hoofdstuk 1 ‘Belastingrecht in
NL’
4
,1.1 Waarom belastingen?
Iedereen maakt gebruik van de voorzieningen waar de overheid voor
zorgt.
De overheidsinkomsten moeten ergens vandaan komen. (belasting,
winstuitkering, aardgas, premies sociale verzekeringen)
Belastingheffing spelen het profijtbeginsel en draagkrachtbeginsel
een grote rol. Via belastingheffing kunnen ze de mensen sturen bij
bepaalde keuzes.
Profijtbeginsel: Degene die profijt heeft van een bepaalde voorziening, moet er
ook voor betalen.
Draagkrachtbeginsel: De sterkste schouders dragen de zwaarste lasten, des te
hoger het inkomen, des te meer belasting je moet betalen.
1.2 Soorten belastingen
Inkomstenbelasting: IB, moet betaal worden over inkomsten van
natuurlijke personen. Afhankelijk van de hoogte van het inkomen.
Vennootschapsbelasting: VPB, wordt bepaald over de winst van de
rechtspersonen.
Loonbelasting: LB, wordt berekend over het loon van een werknemer,
wordt vaak al ingenomen op het brutoloon. Voorheffing op de IB.
Omzetbelasting: OB, de btw wordt in rekening gebracht door
ondernemers. Wordt betaald bij het verkopen van een goed.
Dividendbelasting: Div, wordt betaald over de winstuitkering op
aandelen, dividend. Ook een voorheffing op de IB.
Erfbelasting: Wordt betaald over de erfenis, successiewet.
Schenkbelasting: Bij het krijgen van een schenking, successiewet.
Kansspelbelasting: Wordt betaalt over een gewonnen prijs.
Overdrachtsbelasting: OVB, verkrijging van een onroerend goed, koop
van een huis.
Motorrijtuigbelasting: Wordt bepaald bij het hebben van een auto of
motor.
BPM: betalen bij registratie van een auto of motorrijwiel.
Accijns: Wordt geheven over bijv. alcohol etc.
Milieuheffingen: Waterbelasting en energiebelasting.
Provinciale belastingen en gemeentelijke belastingen:
rijkbelastingen, loon- en inkomstenbelasting, omzetbelasting en
vennootschapsbelasting. Gemeentelijke belastingen zijn, onroerende
zaakbelasting en hondenbelasting. Waterschappen, verontreinigsheffingen.
1.3 Vindplaatsen
Belastingwetgeving:
Materiële belastingwetgeving: Waarover er belasting moet worden betaald en
hoeveel. De vraag is hoe de te betalen belasting over een bepaald tijdvak moet
worden betaald.
Formele belastingwetgeving: De wijze waarop de belasting uiteindelijke bij de
overheid moet komen, Awb, AWR.
5
, Uitvoeringsregelingen en uitvoeringsbesluiten
Een uitvoeringsregeling of –beschikking én een uitvoeringsbesluit wordt gemaakt
door de minister van Financiën.
Bij het voeren van een uitvoeringsbesluit zijn de ministerraad en de Raad van
State van belang.
Algemene maatregel van bestuur: Veel verwijzingen uit de wetten worden
doorverwezen naar een algemene maatregel van bestuur. Ook wel het
uitvoeringsbesluit besluit.
Als er een ministeriele regeling is, dan wordt er een uitvoeringsregeling
bedoeld.
Richtlijnen
Afspraken binnen de Europese Unie, als deze nog niet juist in de Nederlandse
wetgeving is opgenomen, mogen de belastingplichtigen hierop steunen.
Algemene beginselen van behoorlijk bestuur
Gedragsregels, zoals het vertrouwensbeginsel en het gelijkheidsbeginsel.
Vertrouwensbeginsel: Het vertrouwen dat de belastingplichtige mag ontlenen
aan gedragingen van de overheid.
Gelijkheidsbeginsel: De gelijke behandeling van gelijke gevallen.
Jurisprudentie
Uitspraken van rechters. Rechters oordelen als een belastingplichtige en de
Belastingdienst het niet eens zijn met elkaar. De jurisprudentie heeft veel invloed.
Resoluties
Een extra uitleg aan een wetsartikel, doordat het artikel onduidelijk is of dat er bij
een bepaalde situatie niet aan gedacht is. Via een besluit ( resolutie) geeft de
staatssecretaris aan hoe bij een bepaalde situatie het wetsartikel moet worden
uitgelegd.
Vraag-en-antwoordbesluiten: Mocht de belastingplichtige het niet eens zijn
met de uitleg in een resolutie of antwoord in een vraag-en-antwoordbesluit, dan
komt het bij de rechter te liggen.
6
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller evanoordanus1. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.71. You're not tied to anything after your purchase.