2 Indeling van goederen....................................................................................................................................5
2.1 Goederen volgens de graad van toe-eigeningsmogelijkheid................................................................5
2.2 Goederen volgens hun gebruik..............................................................................................................6
2.3 Roerende en onroerende goederen.......................................................................................................6
2.3.1 Soorten onroerende goederen.........................................................................................................7
2.3.2 Roerende goederen..........................................................................................................................8
, 6.4 Rechten en plichten van partijen.........................................................................................................50
6.5 Tenietgaan...........................................................................................................................................51
10 Zakelijke rechten: gemeenschappelijke principes.......................................................................................73
10.1 Algemene regels over zakelijke rechten..............................................................................................73
10.2 Algemene regels over het voorwerp van zakelijke rechten.................................................................75
10.3 Algemene regels over het verkrijgen en tenietgaan van zakelijke rechten.........................................79
10.3.1 Verkrijgen...................................................................................................................................79
10.3.2 Tenietgaan..................................................................................................................................80
,1 Inleiding
1.1 Enkele begrippen
Vermogensrecht = recht tot regeling van de patrimoniale subjectieve rechten
- Goederenrecht is onderdeel vermogensrecht
Vorderingsrechten (verbintenissenrecht)
= Bieden een rechtssubject een recht op een prestatie van een ander rechtssubject
- Dus: gaat over rechtsverhoudingen tussen rechtssubjecten
- Prestatie = iets doen, iets niet doen (iets laten) of iets geven
Intellectuele rechten
= Geven de titularis een tijdelijk en exclusief exploitatierecht op een originele creatie van de
menselijke geest bv. auteursrecht, octrooi&
Zakelijke rechten (goederenrecht)
= Geven een rechtssubject een rechtstreekse zeggenschap over een bepaalde zaak
- Dus: gaat over verhouding mens-zaak
- verschillende soorten aanspraken met variabele draagwijdte in functie van de aard
van het zakelijk recht
- Beperkte aantal zakelijke rechten opgesomd in de wet, je kan er zelf geen creëren en
moet conform de definitie zijn
o soorten: eigendomsrecht, mede-eigendom, gebruiksrechten&
Zakelijke hoofdrechten
- Meest volkomen zakelijk recht = eigendomsrecht
- Mede-eigendom = variant van eigendomsrecht
- Zakelijke rechten met minder omvangrijke zeggenschap op de zaak = zakelijke
gebruiksrechten 3 nl. erfdienstbaarheden, vruchtgebruik, erfpacht en opstalrecht
Bijkomende zakelijke rechten
- = Zakelijke zekerheden
- Zijn een accessorium (bijzaak) van een schuldvordering (hoofdzaak)
- Ze waarborgen deze schuldvordering nl. bijzondere voorrechten, pand, hypotheek,
en retentierecht
o Hebben geen betekenis meer als de schuldvordering voldaan is
1.2 Modernisering goederenrecht
- Ons goederenrecht is sinds 1804 heel weinig veranderd (behalve appartementsrecht)
- Burgerlijk Wetboek van 1804 => gericht op een agrarische samenleving
- Nauwelijks gewijzigd tot recente hervorming van het BW
, - > Met ingang van 1 september 2021: inwerkingtreding van Boek 3 van het (nieuw)
Burgerlijk Wetboek, begrepen in de wet van 4 februari 2020 (BS 17 maart 2020)
o Vroegere goederenrecht blijft nog belangrijk voor bestaande verhoudingen,
ook bij de invoeging van het nieuwe boek 3 eerbiedigt men het oude recht
dat van toepassing blijft op alle bestaande verhoudingen, maar ook voor alle
rechtsfeiten en rechtshandelingen die voor 1 september zijn ontstaan maar
pas daarna worden behandeld is het oude recht van toepassing
1.3 Belang zakenrecht
- Goede juridische regeling van de toekenning van zakelijke rechten => regelt de
welvaart van de burgers
o (eigendomsrecht = grondrecht)
- Cruciaal = publiciteitssysteem
o Want: snel en met zekerheid weten wie welk vermogen heeft, is nuttig voor
de medecontractant en voor de overheid
Zaak 3 voorwerp 3 goed 3 vruchten 3 opbrengsten 3 vermogen
- Zaak (algemeen) = al wat bestaat, met uitzondering van de mens
o Vroeger vaak door elkaar gebruikt met het begrip 8goed9, maar 8zaak9
is eigenlijk iets wat we in het dagelijkse taalgebruik hanteren
- Goederen = alle voorwerpen die vatbaar zijn voor toe-eigening met inbegrip van de
vermogensrechten
o Je kan dus ook eigenaar zijn van een schuldvordering etc.
o Juridische betekenis
- Voorwerp = wat geen persoon en geen dier is, ongeacht of het voorwerp natuurlijk of
kunstmatig, lichamelijk of onlichamelijk is
o Lichamelijke voorwerpen = voorwerpen die zintuiglijk kunnen waargenomen
worden en worden gemeten middels een momentopname bv. onlichamelijk is
een schuldvordering
o Dieren = hebben een gevoelsvermogen en biologische noden
- Vruchten = datgene wat een goed periodiek voortbrengt zonder dat dit de substantie
van het goed wijzigt, ongeacht of dit uit zichzelf gebeurt of als gevolg van de
valorisatie ervan
o bv. notelaar in je tuin met de noten als vruchten
- Opbrengsten = datgene wat een goed opbrengt maar waardoor de waarde van het
goed onmiddellijk of geleidelijk wordt verminderd
o bv. ertsen die men gaat ontginnen in een mijn of grond, eens je dat
wegneemt komt het niet meer terug of kan het heel lang duren
- Vermogen = juridische algemeenheid die het geheel van de bestaande en
toekomstige goederen (baten) en verbintenissen (lasten) omvat
o => Belangrijk in het erfrecht en het verbintenissenrecht
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller LaraStals. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.39. You're not tied to anything after your purchase.