Brain and cognition: perception
Probleem 1 - The Eye
Voorbespreking
A - Uit welke onderdelen bestaat het menselijk oog?
B-
je ziet een object op z’n kop
Leerdoelen:
- Hoe worden objecten verwerkt door het oog?
- Welke afwijkingen kunnen er voorkomen bij het oog?
C-
Bij de middelste lijkt het alsof er grijze stipjes tussen de zwarte vlakken zitten.
bij de onderste lijken de vlakken een andere kleur grijs door de achtergrond,
maar in werkelijkheid is elk middelste vierkantje grijs
→ Optische illusies
Leerdoelen:
- Waarom/hoe ervaren we optische illusie?
- Wat zijn de optische illusies in het oog en hoe zijn ze te verklaren? (namen etc.)
Nabespreking probleem 1
1. Name the different types of cells in the retina and their functions.
Make sure to not only talk about the different light receptors (an
important topic); also discuss other cells that play a role in the
processing of information in the retina and the transmission of
information from the light receptors to the brain.
bipolar en de ganglia.
Bipolar ontvangt signalen van de fotoreceptoren.
ganglia hebben axonen die signalen uit het netvlies in de oogzenuw zenden.
, horizontale cel die krijgt van fotoreceptoren informatie binnen en
stuurt daarna weer door.
fotoreceptoren: kegels en de staafjes. Staafjes verwerken zwart
wit tinten. kegels verwerken kleuren.
Amacrine cellen: De cellen die signalen van en naar bipolaire cellen
sturen en naar andere amacrine cellen
2. How are the different types of light receptors distributed across the
retina? How does this affect what we see?
fovea (gele vlek) rond het middenstuk zitten alleen de kegels. Op
de andere plekken zitten veel meer staafjes. Op de optic nerve zitten ze
niet, dit is een blinde vlek. We hebben hier geen last van omdat hij niet
recht voor je visie zit, en je compenseert dit mentaal door het zelf in te
vullen.
De fovea is voor je precieze zicht, dit wil je zo goed mogelijk zien. Je
gebruikt je fovea voor de details (de precieze kijk).
3. Name the different parts of the eye and their function.
,drie membranen:
buitenste laag sclera -> beschermlaag zichtbare deel: witte deel oog, bevat
ook hoornvlies (cornea)
hoornvlies zorgt ervoor dat het licht buigt -> licht komt als eerste op
hoornvlies, die buigt het. Hoe sterk het licht is wordt door iris veranderd.
Je lens probeert vervolgens het licht te breken op je retina. (dit kan het
hoornvlies niet). Het moet een soort vloeistof zijn dat het licht niet de hele
tijd breekt.
Lens -> cornea is vast, die buigt heel veel -> niet focussen. Lens doet
het laatste stukje focussen (door middel van de spiertjes) -> dit
gebeurt bij veraf kijken en bij dichtbij kijken. -> constant schommelen
waar je naar kijkt.
Wanneer de ciliary spieren zich samentrekken, krijgt de lens een dikke
rondere vorm (op dichtbij focussen). Wanneer de lens een dunnere
plattere vorm aanneemt -> focust op dichtbij. Accomodatie (proces
hiervoor beschreven) bij oudere mensen is de lens minder elastisch, de
afstand van focussen gaat steeds verder af staan -> steeds minder goed
van dichtbij zien.
middelste laag: choroid -> bloedvaten, zorgt voor zuurstof en voedingstoffen
binnenste laag: netvlies (retina) -> bestaat vooral uit neuronen -> licht dat
oog binnenkomt omzetten in neurale signalen.
4. How is light focused correctly onto the retina so that we see sharp
images (rather than blurry ones)?
presbyopia : afstand van het focuspunt wordt groter -> hij ligt dan achter
het netvlies. (onderdeel van hyperopia -> ver goed ziend
miopia: verre objecten kun je niet goed zien. -> focuspunt ligt voor het
netvlies. (bij goed ziendheid) (negatieve glazen in bril)
2 soorten -> refractive: cornea of lens buigt het licht te veel. Het focus
punt valt er voor. exominiopia: de lens is te lang -> licht wordt te ver voor
het focuspunt geprojecteerd. Dus verre objecten niet scherp.
5. What problems/deficiencies in visual perception can people
experience?
Zie vorige
vraag.
Aanvulling:
diabetes: bloedtoevoer komt onder druk te staan. Alle vaatjes in
vaatvlies en zuurstoftoevoer kan onder druk te komen staan ->
, hierdoor kunnen mensen uiteindelijk blind worden.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller EmmaKarlsen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.37. You're not tied to anything after your purchase.